Te laag schooladvies voor allochtonen

Gestart door Izwan, 16/12/2005 om 09:35:58

Izwan

Jonge migrant onderschat



AMSTERDAM - Veel allochtone leerlingen van vmbo-scholen vinden dat zij een te laag schooladvies van hun basisschool hebben gekregen. De helft van deze leerlingen uit de lagere afdeling vmbo-basis stroomt door naar een hogere.

Dit blijkt uit een onderzoek onder 220 vmbo-scholieren dat in opdracht van de Amsterdamse Adviesraad Diversiteit en Integratie is verricht. Het onderzoek is afgenomen onder derde- en vierdeklassers van het vmbo op het Wellant College, het Bernard Nieuwentijt College, het Islamitisch College, het Huygens College en de OSB in Zuidoost.

Van ondervraagden (Turks, Marokkaans en Surinaams) acht 75 procent zich te laag 'ingeschaald'. Volgens het onderzoek heeft een groot deel van deze groep gelijk. Vijftig procent van de leerlingen van het vmbo-basis stroomt namelijk door naar een hogere afdeling, het vmbo-kader.

Onderzoeker Chan van de Bunt: ''De autochtone Nederlandse vmbo-scholier scoorde gemiddeld 533 punten op de Cito-toets. De Marokkaanse, Turkse of Surinaamse vmbo'er kwam uit op een gemiddelde van 530. Het is een klein verschil. Toch gingen er aanzienlijk meer witte kinderen naar het vmbo-t, de vroegere mavo. Onderwijskrachten blijken allochtone kinderen sneller naar een lagere afdeling te sturen. Ze vinden dat je beter laag kunt beginnen: begin je te hoog, dan kun je gedemotiveerd worden, met schooluitval als gevolg.''

De Adviesraad Diversiteit en Integratie, die vorig jaar door het b. en w. is ingesteld, vindt ook dat allochtone leerlingen onderschat worden. En ze moeten beter ondersteund worden,'' zegt woordvoerder Bülent Okyay.

De raad vindt dat er voor laag scorende allochtone scholieren die net de basisschool hebben verlaten, meer zogeheten kopklassen moeten komen, waarin zij een jaar lang intensief onderwijs krijgen met het accent op Nederlands. Het doel van zo'n kopklas is de doorstroming naar vmbo-t, havo en vwo te vergroten. Momenteel is er slechts een, gefinancierd door de stadsdelen Zeeburg, en Oost/Watergraafsmeer en de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. De raad wil er minimaal vier.

Ook ziet de raad graag dat meer allochtone leerlingen al vanaf de groepen zeven en acht worden begeleid door een mentor, een student van de pabo of een andere hogere opleiding.

© Het Parool, 14-12-2005

Izwan

NRC/Handelsblad: 26 februari 2005

'School overschat waarde IQ-test'

Door onze redacteur Guus Valk

Intelligentietesten voor kinderen zijn onbetrouwbaar,
zegt de maker van zo'n test.



GRONINGEN, 26 FEBR. Hij weet nog precies wat hem aan het denken zette. Twee jaar geleden kreeg dr. Peter Tellegen, psycholoog en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, een wanhopig mailtje. Een vader wilde zijn zoon met leerproblemen inschrijven op een school met een speciaal lesprogramma. De school ging akkoord, maar bij inschrijving bleek dat het kind eerder op een intelligentietest een IQ-score van 69 punten had gehaald.
Sorry, zei de school, wij accepteren geen kinderen met een IQ lager dan 70 punten
Dit voorval deed Tellegen beseffen dat de intelligentietests die hij maakt, soms op heel andere wijze gebruikt worden dan waar hij ze voor bedoeld heeft. "Ik vond dit zo schandalig dat ik me erin ben gaan verdiepen." En wat blijkt? "Psychologen en scholen houden vaak geen enkele slag meer om de arm. De uitkomst van tests worden als een vaststaand gegeven gebruikt."

Sterker nog, scholen moeten intelligentietests gebruiken. In 1999 ging het speciaal onderwijs op in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, het vmbo. Ook kinderen met leer- en gedragsproblemen gaan daar nu heen. Ze kunnen op het vmbo wel aangepaste lesprogramma's volgen. Maar om daarvoor in aanmerking te komen, moeten ze eerst een intelligentietest doen. Afhankelijk van hun IQ-score komen ze op een van de drie aangepaste niveaus. In 2003 ging het om ruim 100.000 leerlingen.

Twee van de vijf toegestane tests zijn mede door Peter Tellegen gemaakt. Het gaat hem commercieel dus voor de wind, geeft hij toe. “Deze tests zijn enorm populair geworden. Maar het circus is volkomen doorgeslagen.” Tellegen is verbijsterd over de manier waarop door de overheid wordt voorgeschreven hoe tests moeten worden gebruikt: “Pure volksverlakkerij.”

Voor een goed gebruik van een intelligentietest, zegt hij in zijn werkkamer, zijn drie voorwaarden vereist. “De test moet allereerst alleen worden afgenomen in het belang van het kind. Daarbij moet hij zo goed mogelijk ontworpen zijn én moet de uitkomst gerelativeerd worden.” Want een mens, zegt Tellegen keer op keer, “hééft geen IQ.” “Ja, een mens heeft een lengte. Ja, hij heeft een schoenmaat. Maar geen IQ.”

Een groot bezwaar is voor Tellegen de onnauwkeurigheid die per definitie bij een intelligentietest hoort. “Ik heb uitgezocht dat als je een kind twee goede tests afneemt, er in 30 procent van de gevallen een verschil in uitkomst is van minimaal tien punten. In circa 5 procent is het verschil zelfs twintig IQ-punten of meer. Let wel, dat is nog meer dan het verschil tussen een gemiddelde leerling in de gemengde leerweg in het vmbo en in het vwo.”

De gevolgen laten zich raden. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben is er het 'leerwegondersteunend onderwijs' en het 'praktijkonderwijs', het voormalige speciaal onderwijs. Maar, zegt Tellegen: “Er komen nu kinderen in het praktijkonderwijs die daar helemaal niet thuishoren. Als een kind daar terechtkomt, is het over het algemeen heel moeilijk daar weer uit te komen. En dan laat ik de carrièremogelijkheden na school nog buiten beschouwing.” Het omgekeerde gebeurt ook - kinderen die alleen het niveau van het praktijkonderwijs aankunnen, komen in het reguliere onderwijs terecht. “Allemaal omdat te zeer op de IQ-score wordt afgegaan, waardoor de verkeerde diagnose wordt gesteld.”

Bij hoeveel kinderen door het afnemen van de IQ-test een fout schooltype wordt gekozen, is vrijwel niet na te gaan, zegt Tellegen. “Maar als je in de derde klas van het voortgezet onderwijs een goede intelligentietest zou afnemen, en je zou de leerlingen alleen op grond van deze score in een niveau willen onderbrengen, dan zou ongeveer de helft van de leerlingen naar een ander schooltype moeten.”

Maar niemand heeft er toch belang bij dat leerlingen op een verkeerd schooltype terecht komen?

“Het is een politieke keuze. De overheid is gaan geloven in de abolute waarde van het getal. Doelstellingen moeten in cijfers worden uitgedrukt. Dat zie je bijvoorbeeld bij de politie, in de zorg. Getallen geven houvast en de schijn van wetenschappelijkheid. De minister wil een kleutertoets invoeren om die later naast de Cito-score van dezelfde leerling in groep 8 te leggen. Dan zou je kunnen berekenen wat de kwaliteit van een school is. Dat is net zo onzinnig als het misbruik van een intelligentietest, want zo'n score zegt helemaal niets. Je zou er ook het functioneren van de ouders mee kunnen beoordelen, of de kwaliteit van de supermarkt.”

Bovendien zijn allochtone leerlingen vaak sterk in het nadeel als zij een intelligentietest moeten maken, zegt Tellegen. Daardoor komen er te veel allochtone kinderen in het vmbo en praktijkonderwijs terecht. Hij baseert zich op een recent onderzoek waarbij leerlingen uit de eerste klas van het voortgezet onderwijs een intelligentietest moesten maken. In de derde klas werd nagegaan wat hun onderwijsniveau was. Niet-westerse allochtone leerlingen bleken onderwijs op een hoger niveau te volgen dan op grond van de IQ-scores kon worden verwacht.

Tellegen: “Allochtone vwo-scholieren presteren op school over het algemeen prima, maar hebben een gemiddelde IQ-score die bij autochtone kinderen overeenkomt met havo-niveau. Dat betekent dat als alleen de test wordt gebruikt bij de toelating voor het schooltype, allochtone leerlingen sterk benadeeld worden.”

De reden van de mindere testprestaties is volgens Tellegen het feit dat intelligentietests doorgaans sterk gericht zijn op taalvaardigheid. “Omdat Nederlands voor veel allochtone kinderen niet de moedertaal is, komt er dus al snel een lagere score uit. Ik vind dat je allochtone kinderen alleen kan testen met een niet-verbale test, bijvoorbeeld het redeneervermogen of ruimtelijk inzicht.”

Maar de nuances van Tellegen zijn niet langer vanzelfsprekend, zegt hij. Vorige week kwam de discussie los over de pil voor verstandelijk gehandicapten, nadat staatssecretaris Ross (CDA, Volksgezondheid) aangaf in principe wel voor zo'n maatregel te voelen. De Gezondheidsraad heeft een paar jaar geleden geadviseerd de IQ-score te laten uitmaken of iemand verstandelijk gehandicapt genoeg is. Tellegen: “En de raad dacht aan een grensscore van 60. Stel je voor! De werkelijkheid is niet in mooie ronde cijfers te vangen. Dit is een vorm van schijnwetenschap met enorme gevolgen voor grote groepen mensen. Voor hetzelfde geld mogen zij geen kinderen meer.



mara

Citaat van: Izwan op 16/12/2005 om 09:35:58

Ze vinden dat je beter laag kunt beginnen: begin je te hoog, dan kun je gedemotiveerd worden, met schooluitval als gevolg.''

wat een klinkklare onzin!

*****

Een Spaanse vriendin van mij was ook te laag ingeschat door de hoofonderwijzer, net als haar zus. Begon op de MAVO. Ik leerde haar kennen op het VWO.
Nu is ze advocaat.

Dit bestaat al heel lang. Mijn moeder kreeg als advies "huishoudschool" omdat ze bij de verkeerde kerk en in de verkeerde sociale klasse zat (kind van dordse boeren die naar Rdam waren getrokken om te werken in de haven). Dan keek men niet naar intelligentie. Ze is heeeel slim, het is echt zielig dat ze naar de huishoudschool is gegaan heel vroeg en hard heeft moeten werken. Nu is haar lichaam versleten.

*****

Citaat van: mara op 24/12/2005 om 15:13:58
Citaat van: Izwan op 16/12/2005 om 09:35:58

Ze vinden dat je beter laag kunt beginnen: begin je te hoog, dan kun je gedemotiveerd worden, met schooluitval als gevolg.''

wat een klinkklare onzin!

Inderdaad onzin. Onder je nivo werken is zeer demotiverend!

mara


allasian

Dit is oud nieuws,destijds toen ik nog op de basisschool zat was het veel erger. Ik was LBO/MAVO getest,terwijl later in de brugklas van het voortgezet onderwijs ik naar de HAVO mocht.