De strijd van Imazighen tegen Frankrijk en Spanje

Gestart door Touzani, 03/02/2002 om 15:58:57

Touzani

De oorlog begint.
De Marokkanen laten zien wat ze onder moed verstaan.
De oorlog was een echte oorlog. Een die vijfentwintig jaar duurde. Geen klassieke koloniale expedtie, zoals Frankrijk uit hoogmoed (voor de roemrijke overwinnaar van de Eerste Wereldoorlog was het onverteerbaar door een stel bewapende "inboorlingen" gedwarsboomd te worden) wilde doen geloven om de reacties van de internationale publieke opinie inte tomen iets dat zo goed slaagde, dat deze oorlog uit de collectieve herinnering van Frankrijk is weggewist. Maar Ho Tsji Minh en Mao Zedong zagen in de Marokkaanse vrijheidsstrijd de bakermat van de moderne revolutionaire oorlog en een voorbeeld voor alle gekoloniseerde volkeren. Generaal Guillaume schreef:"Er was geen stam die spontaan naar ons overliep. Geen stam heeft zich zonder slag of stoot onderworpen, en sommige deden dat pas nadat ze tot de laatste man tegenstand hadden geboden". Luchtaanvallen, artillerie, tanks en pantserwagens; alle middelen werden aangewend om de verzetshaarden stuk voor stuk te vernietigen. Door een grandioze beheersing van guerillatechnieken waren de rebellen ongrijpbaar. Als het eindelijk was gelukt ze te omsingelen, lieten ze zich vaak tot de laatste man in hun schuttersputje doden. Dikwijls raapten dan de vrouwen de geweren op die uit de handen van de doden waren gevallen, en begonnen op hun beurt te schieten. Een Franse legerarts schreef over het verzet in de Midden-Atlas dat " het aan het onwaarschijnlijke grensde" . Terreur was het antwoord: in de vorm van grootscheepse represailles. Vrouwen en kinderen werden als gijzelaar weggevoerd, steden weggevaagd, afgrijselijke krijgslisten gebruikt om de bevolking te decimeren, zoals de met explosieven gevulde suikerdroodjes die in de opstandige gebieden werden uitgedeeld. Vooral generaal Mangin, de beruchte slager van 1914-1918 , stond bekend om zijn wreedheid. Zijn specialiteitwas de tijdens razzia's opgepakte bevolking te dwingen aan vernietigengsmarsen deel te nemen waarvan niemand levend terugkeerde. De buitenwereld kreeg in plaats van deze verschikkingen alleen het knappe gezicht van Lyauty te zien, het type van de traditionele officier die zijn hart aan Marokko had verpand.
Dit epos-het woord is niet overtreden- speelde zich af in de Rif.
Een kleine ronde man met een zachte maar ietawat schele oogopslag, die eerst als medewerker, later als hoofdredacteur van de Arabische sectie werkzaam is bij een spanse krant-kortom, het tegendeel van de stoere Rifkrijger uit de plaatjesboek- organiseert in 1920 de opstand van de Riffijnse stammen in het bergland, hakt bij Anoual een spaans leger van twintigduizend man in de pan, sleept een niet onaanzienlijke oorlogsbuit in de wacht, verslaat vervolgens de Spaanse elitetroepen die onder bevel van Franco ter versterking naar het gebied zijn gestuurd, en sticht in de aldus bevrijde zone- nagenoeg het hele noordelijke deel van Marokko- in 1923 de Rif-republiek. Zijn naam is: Abd al-karim.
Lyauty schrijft een jaar later:" Voor ons regime was deze vesting van een onafhankelijke en gemoderniseerde islamitische staat zo dicht bij Fes ongeveer het ergste wat had kunnen gebeuren"
Terwijl de Spanjaarden uit alle macht proberen Tetouan en Melilla te reden, valt het Franse vanuit het zuiden aan. Het moet buigen onder het tegenoffensief van de Riffijnen. Lyauty, die de situatie niet langer de baas is. houdt het voor gezien. Frankrijk roept zijn beroemdste soldaat te hulp, de wegens zijn overwinning bij Verdun met roem beladen maarschalk Petain, en plaatst hem aan het hoofd van een leger van zevenhonderdvijftientwintigduizend man, bijgestaan door vierenveertig escadrilles. Hij voert het bevel over zestig Franse generaals. De Spanjaarden zetten honderdduizend man aan land. Tegenover hen: een sterk Riffijns leger met een permanente kern van dertigduizend strijders, versterkt door ongeregelde troepen. Meer dan een jaar houden ze stand, onder zwaar artillerievuur en tankaanvallen waartegen ze met hun geweren niets kunnen uitrichten.
Petain, die de gewoonte heeft zijn tegenstanders aan te duiden met de term "barbaarse horden" verbiedt internationale humanitaire en medische hulp naar de Rif te zenden.
Op 27 mei 1926 geeft Abdel karim zich over. Zijn soldaten voelen zich niet verslagen en de vrijwilligers blijven toestromen, maar hun dorpen bezwijken de een na de ander onder zware bombardementen van de Faranse luchtmacht. Een Guernica per week, mar geen Picasso zal ze onsterfelijk maken. Er moet een einde aan de slachting komen.
Abdelkarim, wegbereider en model van de leiders die een halve eeuw later hun volk naar de onafhankelijkheid zullen voeren mat van hem geleerde methoden, wordt naar Reunion gedeporteerd. Na twintig jaar gevanschap weet hij te ontsnappen naar Egypte, waar hij zijn laatste levensjaren zal slijten. Vijf jaar lang heeft de Rif met hem, en dank  zij de onvolprezen bevolking, een onafhankelijk bestaan gekend. Er ontstond een republiek die eeuwen van sultanaat en makhzen tenietdeed. Een staat die echt functioneerde, zowel financieel als op het gebied van justitie en onderwijs- de gemoderniseerde staat waarvan Lyauty vreesde dat hij een voorbeeld voor de rest van Marokko zou worden. Er was geen spoor van bekrompen chauvinisme in die heldhaftige, te vuur en te zwaard verdedigde poging. Abdelkarim zag het groot, was door solidair met iedere natinale onafhankelijkheidsstrijd, en wilde dat de Rif het gehele Marokkanse volk tot voorbeeld zou dienen
De verovering van Marokko werd in 1934 voltooid met de onderwerping van de stammen in het zuiden(Sous), waarbij hun palmentuinen werden verpletterd onder de bommenregens. Frankrijk betreurde zevenendertigduizend doden. Twintig jaar later zou de Algerijnse oorlog (1954-62) drieendertigduizend Franse levens kosten....

Gilles Perrault, Een bevriend staatshoofd, Hassan II van marokko, absoluut monarch, Baarn 1992

        

Touzani

#1
De Riffijnen hebben in de eerste helft van de twintige eeuw gevochten om hun vrijheid te verdedigen. In 1926 toen M. A. Alkhattabi afscheid nam van hen heeft hen aangeraden om twee dingen te doen:
1- Jullie moeten bewapend blijven om jullie vrijhied te verdedigen.
2- Jullie moeten jullie kinderen goed opvoeden. Jullie kinderen moeten een goede onderwijs krijgen want de volgende generatie zal een andere vorm van strijd voeren [hij bedoelde intellectuele strijd].
Een van de aanwezige personen was de minister van defensie in de Rif-revolutie Abdessalam ben Mohand. Zijn zoon, Ahmed Bou3ayashi zal later de geschiedenis van de Rif (deel 1) en de Rif-revolutie(deel2) schrijven.
[harb a-Rrif attahririya wa marahil annidhal= De onafhankelijke Riffijns oorlog en de etappen van de strijd, twee delen]
In deel twee schreef A. Bou3atashi:
" De Riffijnen die een historische strijde hebben gevoerd tegen Frankrijk en Spaanje huilden als kindren toen ze afscheid namen van A. Alkhattabi. Maar Alkhattabi was zijn emoties de baas"
  

MBTiza

Citaat van: Touzani op 03/04/2002 om 12:16:09
De Riffijnen hebben in de eerste helft van de twintige eeuw gevochten om hun vrijheid te verdedigen. In 1926 toen M. A. Alkhattabi afscheid nam van hen heeft hen aangeraden om twee dingen te doen:
1- Jullie moeten bewapend blijven om jullie vrijhied te verdedigen.
2- Jullie moeten jullie kinderen goed opvoeden. Jullie kinderen moeten een goede onderwijs krijgen want de volgende generatie zal een andere vorm van strijd voeren [hij bedoelde intellectuele strijd].
Een van de aanwezige personen was de minister van defensie in de Rif-revolutie Abdessalam ben Mohand. Zijn zoon, Ahmed Bou3ayashi zal later de geschiedenis van de Rif (deel 1) en de Rif-revolutie(deel2) schrijven.
[harb a-Rrif attahririya wa marahil annidhal= De onafhankelijke Riffijns oorlog en de etappen van de strijd, twee delen]
In deel twee schreef A. Bou3atashi:
" De Riffijnen die een historische strijde hebben gevoerd tegen Frankrijk en Spaanje huilden als kindren toen ze afscheid namen van A. Alkhattabi. Maar Alkhattabi was zijn emoties de baas"
 

Abdsrem n Hajj Muhand n Arrabda (Aith Bouayyash, was een minister in het kabinet en werd vervangen door Hmid Budra) koos de kant van de Spanjaarden, zijn kinderen leven vandaag de dag in Tanger en hebben het daar inderdaad heel erg goed.