Een onderzoek naar ons verleden

Gestart door RobotZ, 01/02/2003 om 15:04:42

RobotZ

Sallam Alajcom


Mohamed ben Abdelkrim Khattabi (1882-1963)

Lyautey schrijft een jaar later:"Voor ons regime was deze vestiging van een onafhankelijke en gemoderniseerde Islamitische staat zo dicht bij Fes ongeveer het ergste wat had kunnen gebeuren"  

Terwijl de Spanjaarden uit alle macht proberen Titouan en Melilla te redden, valt het Franse leger vanuit het zuiden aan. Het moet buigen onder het tegenoffensief van de Riffijnen. Lyautey die de situatie niet meer aankan houdt het voor gezien.

Frankrijk roept zijn beroemdste soldaat te hulp. Maarschalk Pétain. Deze wordt aan het hoofd geplaatst van een leger van 725.000 man!!!!!!, bijgestaan door vierenveertig escadrilles. Hij voert het bevel over zestig Franse generaals.  De Spanjaarden zetten 100.000 man aan land. Tegenover hen een sterk Riffijns leger met een vaste kern van 30.000 strijders!!!, versterkt door ongeregelde troepen.
Meer dan een jaar houden ze stand, onder artillerievuur en tankaanvallen waartegen ze met hun geweren niets kunnen doen.

Pétain, die de gewoonte heeft om zijn tegenstanders aan te duiden met "barbaarse horden" (o.a. vandaar het woord Berbers, terwijl het 'Imazighen' moet zijn.), verbiedt internationale humanitaire hulp naar de Rif te zenden.

Op 27 mei 1926 geeft Abdelkrim zich over. Zijn soldaten voelen zich niet verslagen en de vrijwilligers blijven toestromen, maar hun dorpen bezwijken de een na de ander onder de zware bombardementen van de Franse luchtmacht. Er moest een einde aan de slachting komen.

Abdelkrim, het model van alle vrijheidsstrijders die hun land naar de onafhankelijkheid zouden voeren met van hem geleerde methodes, wordt naar Reunion gedeporteerd. Na twintig jaar gevangenschap weet hij met een boot te ontsnappen naar Egypte, waar hij zijn laatste levensjaren slijt. Vijf jaar lang heeft de Rif samen met hem een onafhankelijk bestaan gekend. Er ontstond een republiek die eeuwen van machzan teniet deed. Het was een volwaardige staat die echt functioneerde, zowel financieel als op het gebied van justitie en onderwijs. Dit was die gemoderniseerde staat waarvan Lyautey vreesde dat zij een voorbeeld zou zijn voor de rest van Marokko. Abdelkrim zag het groot en was door en door solidair met iedere nationale onafhankelijkheidsstrijd. Hij zei altijd: "eerst ben ik mens, dan ben ik moslim daarna ben ik Marokkaan en dan ben ik amazigh. Hij wilde dat de Rif een voorbeeld was voor geheel Marokko.

De verovering van Marokko werd in 1934 voltooid met de onderwerping van de verzetsgroepen in het zuiden van Marokko. Frankrijk betreurde zevenendertigduizend doden.

De opeenvolgende sultans onderwierpen zich de een na de ander.

Abdelaziz had de kas van de machzan geleegd en de opstand van zijn volk veroordeeld.

Zijn broer Hafid tekende onder protest een document waarin de Franse troepen ter hulp werden geroepen om de opstand te onderdrukken.

Op 30 maart 1912 aanvaardt hij het verdrag waardoor Marokko een protectoraat wordt. Het land wordt letterlijk in stukken gehakt. Het Noorden en Zuiden gaan naar Spanje, de rest naar Frankrijk. Marokko gaat de koloniale nacht in.

Omdat Hafid minder meegaand is dan verwacht, zendt Frankrijk hem heen met een cheque van een miljoen en een jaarrente. Zijn broer Joessef, vader van Mohamed V, bestijgt de troon. Vijftien jaar lang blijft hij aan de macht. Hij wordt de sultan der Fransen genoemd.

Marokko is een goudmijn. De colons gaat het voor de wind. Vlak voor de tweede wereldoorlog hebben zij zeshonderdduizend hectare van de beste landbouwgrond in bezit, dikwijls met een simpele pennestreek verkregen. Tienduizenden kleine Marokkaanse boeren werken nu op het land dat ooit van hen was. Dikwijls onbetaald: levensonderhoud tegen werkkracht. Velen van hen zijn gedwongen om het platteland te verlaten en  wonen dicht opeengepakt in de voorsteden, op zoek naar werk. In Casablanca wordt het woord 'bidonville' uitgevonden.
 
De zware industrie komt van de grond, dankzij de grote rijkdom aan grondstoffen. De haven van Casablanca breidt zich sterk uit. Het land wordt bedekt met spoorwegnetten en wegen, nodig voor de ordehandhaving en de uitvoer van de producten.
Marokko komt van de grond.

Maar aan wie komt dat ten goede??? Aan het einde van de kolonisatie waren er van de 91.000 auto's 13.000 in het bezit van Marokkanen. Een Europese arbeider verdiende minimaal zes maal meer dan een Marokkaanse arbeider. Éé op de zestig kinderen volgde basisonderwijs. Van 1912 tot 1954 zal Frankrijk 580 eindexamenkandidaten hebben opgeleid.

Sultan Mohamed V maakt een slechte start. Op 16 mei 1930 tekent hij de Dahir Berbhre. Dit is één van de zwaarste klappen voor Marokko sinds de instelling van het "protectoraat".
Het land is uit elkaar gerukt door Frankrijk een Spanje, onder vreemd bestuur geplaatst en verkocht aan het Europees kapitalisme, maar het volk had tenminste nog zijn nationale identiteit. Nu wil men het verdelen.
Aan de ene kant de Arabieren, onbetrouwbaar sluw en slecht, aan de andere kant de Berbers uit het bergland, betrouwbare, geharde en trotse krijgers. Deze scheiding is een racistische verdeel en heers strategie. Imazighen en Arabieren blijven uiteraard evenveel Marokkaan.

De Berber-wet brengt een oude hersenschim van de kolonialen tot werkelijkheid. Tot op de dag van vandaag komen de "deskundigen" bij iedere beweging in Marokko aanzetten met hun vastgeroeste ideeen over raciale verschillen tussen Imazighen en Arabieren. Zonder rekening te houden met het protest van de directe betrokkenen.

Berbers zouden dichter staan bij de Europeanen en werden assimileerbaar verklaart. De Berber-wet geeft de Berbers een eigen juridische status. Burgerlijk recht valt onder het eigen gewoontenrecht, maar misdrijven en overtredingen worden door Franse rechtbanken berecht. Hetgeen wil zeggen dat de Berbers aan het gezag van de sultan zijn onttrokken. Aan de enige middelbare school die Marokko rijk is, het college van Azrou, wordt het Arabisch afgeschaft. Dit is een rechtstreekse bedreiging van de Islam. Maar de kolonisator heeft een vervangende godsdienst achter de hand. Later zal hij voor de Imazighen, midden in hun land, het katholieke klooster van Tioumliline bouwen.
Als toppunt van koloniale achterlijkheid wordt in de kathedraal van Rabat een plechtige mis gehouden om de Berber-wet te vieren. Marokkaanse jongeren werden hiervoor speciaal uitgenodigd.

Overal braken er betogingen uit en de Marokkaanse bevolking kwam in opstand tegen deze wet. Dit maakte de Marokkaanse onafhankelijkheidsstrijd sterker en hechter.  Vooral de oude heersende klasse nam het voortouw om te streven naar onafhankelijkheid. De bevolking interresseerde hen niet. Zij waren enkel uit op het herstellen van de macht die zij verloren waren in 1912.

In 1943, na een ontmoeting tussen de Amerikaanse president Roosevelt en de sultan, werd de Istiqlal-partij opgericht. De belangrijkste leider was Allal-el-Fassi, een schriftgeleerde uit Fès. In 1947 verklaarde Mohamed de Vijfde tijdens een toespraak in Tanger in het openbaar dat hij het Istiqlal programma volledig steunde.  Er volgden onderhandelingen in Parijs tussen de Sultan en de Fransen maar die mislukten. In 1951 werd de Istiqlalpartij verboden.

Mohamed V weigerde nog langer Franse besluiten te tekenen. Daarop werd hij in 1953 met de hulp van Fransgezinde Caids afgezet en verbannen. De Fransen vervingen hem met de makke grijsaard Ben Arafa.

Dit ontketende een nationale opstand die begon met demonstraties in de steden. Al snel volgde een moordaanslag op Ben Arafa. Ondergrondse groepen werden gevormd en in 1954 brak een guerilla-oorlog uit op het platteland, vooral in het noorden was de strijd het hevigst. Na een aantal moordaanslagen op Fransen verliet een deel van de colons het land.
De Fransen zagen zich genoodzaakt de onderhandelingen met Mohamed V te heropenen. Als een vader des vaderlands keerde deze terug naar Marokko in 1955, nadat de Fransen de onafhankelijkheid hadden aanvaard.
Op 2 maart 1956 werd Frans-Marokko onafhankelijk, een maand later gevolgd door het Spaanse deel in het noorden met uitzondering van Ceuta en Melilla en enkele kleine eilandes aan de kust. Tanger werd ook weer Marokkaans.
In 1958 droeg Spanje ook de provincie Tan-Tan in het zuiden over.

Het Franse protectoraat had grote invloed op alle lagen van de Marokkaanse bevolking, maar de oude machtstructuren met in het middelpunt de sultan waren intact gebleven. Daarom kwam Marokko uit de onafhankelijkheidsstrijd te voorschijn  als een absoluut koninkrijk, waar alle macht geconcentreerd was rond de persoon van Mohamed V en een beperkt aantal families. Sommigen daarvan hadden hun macht en aanzien al verworven in het prekoloniale Marokko, anderen dankten hun positie aan de Fransen.


Wa salaam mou3alaikoum.


deze tekst is uit een site gehaald
:(:(:(:(:(:(

alhoceima

#1
leuke stuk alleen jammer dat je van de hak op de tak springt en als je een zin in een vreemde taal wil zeggen, moet je het niet doen via een vertaalprogramma, want dan krijg je alleen maar een zin die helemaal niet klopt

gegroet zijt gij

A.

taghzouti

#2
Wat een vage tekst.

kipoes

#3
Ik hoor vaak over KAHINA, maar ik weet niet wie deze vrouw is.

Weet iemand het.?

_AMAZIGH_

#4
Azul kipoes

Kahina (Dihya) was een Amazighkoningin. Zij was de laatste koningin. Zij was het ook die regeerde toen de arabs aanvielen vanuit het oosten.

Tannemirt