Carthago en de Imazighen

Gestart door Amshoom Style ⴰⵎⵛⵓⵎ ⵚⵟⴰⵢⵍ, 27/09/2023 om 13:22:38

Amshoom Style ⴰⵎⵛⵓⵎ ⵚⵟⴰⵢⵍ


Fenicische handelaren arriveerden rond 900 voor Christus aan de Noord-Afrikaanse kust. en vestigde Carthago (in het huidige Tunesië) rond 800 voor Christus. Tegen de zesde eeuw voor Christus bestond er een Fenicische aanwezigheid in Tipasa (ten oosten van Cherchell in Algerije). Vanuit hun belangrijkste machtscentrum in Carthago breidden de Carthagers zich uit en vestigden ze kleine nederzettingen (in het Grieks emporia genoemd) langs de Noord-Afrikaanse kust; deze nederzettingen dienden uiteindelijk zowel als marktsteden als als ankerplaatsen. Hippo Regius (het huidige Annaba) en Rusicade (het huidige Skikda) behoren tot de steden van Carthaagse oorsprong aan de kust van het huidige Algerije.

Naarmate de Carthaagse macht groeide, nam de impact ervan op de inheemse bevolking dramatisch toe. De Berberse beschaving bevond zich al in een stadium waarin landbouw, productie, handel en politieke organisatie verschillende staten ondersteunden. De handelsbetrekkingen tussen Carthago en de Berbers in het binnenland groeiden, maar territoriale expansie resulteerde ook in de slavernij of militaire rekrutering van sommige Berbers en in het verkrijgen van eerbetoon aan anderen. Aan het begin van de vierde eeuw voor Christus vormden de Berbers het grootste onderdeel van het Carthaagse leger. Tijdens de Opstand van de Huurlingen kwamen Berberse soldaten van 241 tot 238 v.Chr. in opstand. nadat hij onbetaald was gebleven na de nederlaag van Carthago in de Eerste Punische Oorlog.

Ze slaagden erin controle te krijgen over een groot deel van het Noord-Afrikaanse grondgebied van Carthago, en ze sloegen munten met de naam Libiër, die in het Grieks werd gebruikt om de inwoners van Noord-Afrika te beschrijven. De Carthaagse staat ging achteruit als gevolg van opeenvolgende nederlagen tegen de Romeinen in de Punische oorlogen; in 146 v.Chr. de stad Carthago werd verwoest. Terwijl de Carthaagse macht afnam, groeide de invloed van Berberse leiders in het achterland. Tegen de tweede eeuw voor Christus waren er verschillende grote maar losjes bestuurde Berberkoninkrijken ontstaan. Twee ervan waren gevestigd in Numidië, achter de door Carthago gecontroleerde kustgebieden. Ten westen van Numidië lag Mauretanië, dat zich uitstrekte over de Moulouya-rivier in Marokko tot aan de Atlantische Oceaan. Het hoogtepunt van de Berberse beschaving, ongeëvenaard tot de komst van de Almohaden en Almoraviden meer dan een millennium later, werd bereikt tijdens het bewind van Masinissa in de tweede eeuw voor Christus. Na de dood van Masinissa in 148 voor Christus werden de Berberkoninkrijken verschillende keren verdeeld en herenigd. De linie van Masinissa bleef bestaan ��tot 24 n.Chr., toen het resterende Berbergebied bij het Romeinse Rijk werd gevoegd.