Citaat van: Vutɣmas op 18/09/2018 om 02:17:32
Bouwstijlen hebben inderdaad betrekking op gebouwen en het woord is minstens gedeeltelijk verklaarbaar uit het Arabisch, geef je zelf toe. So why all this outrage? Het is niet zo dat heb beweerd dat ze de naam te danken hebben aan een kokosnoot.Waarom realiseer je niet dat waneer je op zo'n manier je kennis deelt, dat dat toch ook iets over jezelf zegt, of niet? Je hoeft me niet zo te vervolgen, hoor! Ik heb wat ik schreef nooit als onbetwiste waarheid neergezet, a vuyazzan! Wat wil je nou, lelijkerd? Ga je toxiciteit maar ergens anders uitstralen, rare vogel!
Zoals ik al in mijn eerste reactie al aangaf, is mijn issue met jou het feit dat jij geen bronnen geeft voor jou stellingen. Dit is geen ad hominem aanval, maar legitieme kritiek op jouw manier van discussiëren. Dat ik dit polemisch verpak, doet verder niets af aan het feit dat jij na zoveel dagen nog steeds niet de moeite hebt genomen om je bronnen erbij te vermelden. Dat maakt mij in ieder geval duidelijk: either you don't know or you don't care. En dat jij nu liever jouw historische topic laat verzanden in een politieke correctheid-discussie over mijn woordgebruik, maakt mij ook weer duidelijk dat jij de verpakking belangrijker vindt dan de inhoud.
Terwijl als je je tijd en energie had gestoken in de inhoud van al-Bakri, dan had je tenminste nog wat kunnen doen aan die onwetendheid van jou. Zo had je bijvoorbeeld kunnen lezen dat al-Bakri melding maakt van een christelijke kerk in Tilimsan, die in de 11e eeuw na Chr. nog in gebruik was [1]. Dat zou duiden op een christelijk centrum, dat op nog geen 150 km afstand ten oosten van de Rif lag. Ik zou jou ook een ander voorbeeld kunnen geven van een christelijk bastion uit de Middeleeuwen, dat op nog geen 100 km ten westen van de Rif lag. Maar daarmee zou ik jouw ongefundeerde stelling kunnen weerleggen, dat het pré-islamitisch NW Afrika geen wijdverspreide christendom kende.
Kijk a VutÉ£mas-inu, daar waar jij niet eens de moeite wilt nemen om je bronnen te vermelden, die jouw wilde theorieën zouden moeten ondersteunen, probeer ik juist de nadruk te leggen op bronnenonderzoek. Net als jij ben ik me ervan bewust dat de vondsten van tastbare historische sporen zeer beperkt zijn gebleven. Daarom baseer ik mijn kennis niet alleen daarop, maar ook op hetgeen wat geschreven is over de Middeleeuwse Rif. En met name hetgeen wat door contemporaine historici is geschreven. En in principe zijn er maar drie historische bronnen, die hiervoor in aanmerking komen. Eén daarvan is Muhammed b. Yusuf al-Warraq met zijn inmiddels verloren werk أخبارنكور, dat als uittreksel door al-Bakri is gereproduceerd [2] in het hoofdstuk getiteld: ذكر بÙ,,د نكور.
Hierin wordt bijvoorbeeld de geschiedenis van het vorstendom van Nekor beschreven. Dit koninkrijk heeft tijdens de Middeleeuwen meer dan 300 jaar lang in de Rif bestaan en onder leiding van de Salih-dynastie grote economische en culturele hoogtepunten gekend. Toch zijn er maar weinig artefacten, documenten en ander tastbaar bewijs hiervan teruggevonden. Maar moet ik net als jou dan maar de simpele conclusie trekken dat het koninkrijk van Nekor niet prominent aanwezig zou zijn geweest in de Rif? Ik denk van niet, want nogmaals ik baseer me op hetgeen wat al-Bakri heeft overgeleverd van al-Warraq.
En als jij deze historische bron nou ook fatsoenlijk had bestudeerd dan had jij wellicht ook tot andere conclusies kunnen komen. Zo had jij ook kunnen opmerken, dat al-Bakri in zijn overlevering melding maakt van o.a. Baquya / Ibeqoyyen, Marnisa / Imarnissen [3] en Miknasa / Imeknassen. [4] Die hij respectievelijk in het westen, oosten en zuiden van de Rif plaatst. Op dezelfde plaatsen situeerde 8 eeuwen daarvoor Ptolemaeus, de Amaziɣ stammen onder de gelatiniseerde etnoniemen: Baquates, Maurenssi en Macenites. [5] Hiermee zou ik jouw andere ongefundeerde stelling dat Riffijnse stammen in de regel niet ouder zijn dan het christendom of islam makkelijk kunnen weerleggen. Zoals je ziet a Vutɣmas-inu is het bij een historisch topic als deze van groot belang om je bronnen te vermelden. Niet alleen om je eigen argument kracht bij te zetten, maar ook zodat anderen kunnen verifiëren en hierop kunnen voortbouwen. Maar goed, als jij het belang van een bronvermelding niet wilt inzien, dan zal ik het je nog één laatste keer tonen adhv. relevant voorbeeld.
In het boek De Rif, Levend Erfgoed van Achraf Bellaali wordt er een hoofdstuk gewijd aan het kasteel á¹®azudÌ Ì£a. En in tegenstelling tot jouw vriend Thatha neemt deze auteur de stelling in dat het kasteel á¹®azudÌ Ì£a eigenlijk een voortzetting is van het fort Gart. Hij probeert hierbij een taalkundige link te leggen met het AmaziÉ£ woord ṯazudÌ Ì£a / ṯazewdÌ Ì£a, dat naar een terracotta schaal verwijst. Volgens de auteur van dit boek zou al-Bakri het fort Gart hebben beschreven als "...een ondoordringbare vesting in de vorm van een schaal op de top van een ontoegankelijke berg...". [6] Echter de desbetreffende beschrijving "...in de vorm van een schaal..." heb ik niet kunnen verifiëren in de bron van al-Bakri. De taalkundige link met het woord ṯazewdÌ Ì£a kan daarom volgens mij niet gelegd worden. Toch blijft het een zeer aannemelijk theorie, dat het 12-eeuwse kasteel á¹®azudÌ Ì£a eigenlijk een renovatie is van het 10e-eeuwse fort Gart.
Om hierop voort te bouwen, heb ik daarom naar een alternatieve taalkundige link gezocht en die meen ik gevonden te hebben in het dorpje genaamd iÉ£ermawen op een steenworp afstand van kasteel á¹®azudÌ Ì£a. [7] Want als je ver genoeg terug zou gaan bij de etymologie van het woord iÉ£ermawen, dan zou deze uiteindelijk te herleiden zijn tot het Afro-Aziatische woord ḳʷar met de betekenis: huizenblok / nederzetting / dorp. [8] Niet alleen binnen de AmaziÉ£ taalfamilie, maar ook binnen de Semitische taalfamilie heeft dit tot verwante woorden geleid. Zoals bijvoorbeeld het Arabische Ù,رية / qariat, dat dorp betekent. Dit woord komt als onderdeel van de plaatsnaam Kariat Arkman [9] nog steeds voor in het oosten van de Rif.
In de Fenicische taal had dit geleid tot het woord qʾrt, wat stad betekende. Binnen de Fenicische geografie kwam dit woord als voorvoegsel ook voor bij toponiemen, zoals: Carthago, Cartagena, Cartennas. Via de Fenicische handelsroutes denk ik dat een oorspronkelijk Fenicisch woord in het TamaziÉ£t vocabulaire terecht kon komen. In het Tuareg zou dit nog steeds als leenwoord bestaan. [10] En zodoende komen we bij de etymologie van het 2e woord van de plaatsnaam Ù,Ù,,وع جارة: Gart > Ù,رط = كرط > Qará¹ > q’rt = de stad. Oftewel het verstedelijkte hinterland van een Fenicische handelspost. In het oosten van de Rif ontstonden namelijk de 1e nederzettingen met een stedelijk cultuur, die via de haven van Rusaddir aangesloten zaten op het overzeese handelsnetwerk van de Feniciërs. De naam Gart / Kert was in de vroege Middeleeuwen al wijdverspreid in deze regio en kan daarom een oorsprong hebben die teruggaat tot de Klassieke Oudheid. In de late Middeleeuwen zou Garet uitgroeien tot de naam van de oostelijke provincie in de Rif. [11]
Het werd dus ook de naam van het fort dat gebouwd is in opdracht van de Ummayadische kalief Abdarrahman III uit Andalusie. Deze werd in 935 na Chr. gebouwd [12] in het kader van zijn strijd tegen de rivaliserende Fatimieden kalief. Strategisch doel van dit fort was om de kaap Hark en diens achterland Kert militair te domineren van overzee. De Andalusische bouwkundige Muhammed b. Walid kreeg van de kalief de opdracht om een team samen te stellen van de beste ambachtslui bestaande uit: 30 bouwvakkers, 10 timmerlieden, 15 grondwerkers, 6 schilders, 6 houtbewerkers, 2 smeden en 2 lassers. [13] De werkers brachten voor dit bouwproject hun eigen gereedschap met zich mee. Het was feitelijk een militaire operatie van het Ummayaden kalifaat in de Rif met als doel om het verzwakte koninkrijk van Nekor verder te onderwerpen, de internationale communicatienetwerk over te nemen en de toegang tot het goud vanuit Donker Afrika te blokkeren. De handel hierin verliep via de haven van Mlilt / MriÄ. En deze handelsroute verschilde niet veel van de oude handelsroute, die de Feniciërs in gebruik hadden.
1. اÙ,,Ù...غرب ÙÙŠ ذكر بÙ,,اد Ø¥ÙريÙ,ية واÙ,,Ù...غرب ,اÙ,,بكري, blz. 76
2. اÙ,,Ù...غرب ÙÙŠ ذكر بÙ,,اد Ø¥ÙريÙ,ية واÙ,,Ù...غرب ,اÙ,,بكري, blz. 90-99
3. اÙ,,Ù...غرب ÙÙŠ ذكر بÙ,,اد Ø¥ÙريÙ,ية واÙ,,Ù...غرب ,اÙ,,بكري, blz. 90
4. اÙ,,Ù...غرب ÙÙŠ ذكر بÙ,,اد Ø¥ÙريÙ,ية واÙ,,Ù...غرب ,اÙ,,بكري, blz. 93
5. Ptolemaeus, Geographia, IV, 1, 5
6. Bellaali, De Rif, Levend Erfgoed, blz. 83
7. https://mapcarta.com/34268016
8. http://starling.rinet.ru/cgi-bin/response.cgi?single=1&basename=%2fdata%2fsemham%2fafaset&text_number=+951&root=config
9. https://mapcarta.com/17435308
10. Vycichl, Punischer Spracheinfluss im Berberischen, blz. 200
11. Leo Africanus, Descrizione dell’Africa, blz. 289-295
12. اÙ,,Ù...Ù,تبس ,ابن Øيان V, blz. 387
13. اÙ,,Ù...Ù,تبس ,ابن Øيان V, blz. 388