http://www.groene.nl/2007/20/Hoe_Holland_aan_Saddam_verdiende
.... In de Anfal-campagne, waar de gifgasaanval op Halabja deel van uitmaakte, werden nog eens tussen de vijftig- en honderdduizend Iraakse Koerden door Saddams troepen vermoord. Het was zijn wraak voor hun steun aan Iran, waarmee Irak al sinds 1980 in oorlog was. ....
.... Ook de Nederlandse bedrijven kbs en Melchemie leverden voorlopers voor gifgassen aan Irak, zij het eerder, voordat er exportrestricties van kracht waren, en beperkter dan Van Anraat. In totaal leverden Nederlandse bedrijven 45 procent van de Iraakse grondstoffen voor chemische wapens. Van Anraat alleen is verantwoordelijk voor 38 procent daarvan. ....
.... Ook de Nederlandse overheid is bij de dodelijke leveranties betrokken. Nederlandse bedrijven werkten niet bepaald in een vacuüm. Het ministerie van Economische Zaken heeft zijn uiterste best gedaan de lijst met chemicaliën die niet naar Irak mochten worden uitgevoerd zo kort mogelijk te houden. Daarover ontspon zich in 1984 een felle strijd met het departement van Buitenlandse Zaken. Een zwarte hoofdrol aan de zijde van EZ werd vertolkt door vvd’er Frits Bolkestein, destijds staatssecretaris voor Buitenlandse Handel. ...
.... Hoezeer de koopman de dominee overheerst blijkt als Bolkestein op 31 maart 1983 tijdens een bezoek aan Bagdad een overeenkomst met Irak sluit voor economische en technische samenwerking. Als een jaar later het parlement bezwaar maakt tegen ratificatie van het verdrag, gezien de gruwelijke reputatie van de Iraakse troepen, drukt hij die toch door. Tijdens het debat zegt hij: ‘Het sluiten van deze overeenkomst kan helaas niets veranderen aan die oorlogstoestand.’ Ook zijn cda-opvolger Yvonne van Rooy kent weinig scrupules. Op 16 maart, cynisch genoeg op de eerste dag van de gasaanval op Halabja, die dan nog niet bekend is, ontvangt zij de Iraakse onderminister van Handel. Tijdens zijn bezoek wordt hij niet gewezen op de inzet van verboden strijdgassen. Economische Zaken heeft slechts het handelsbelang voor ogen....
Ten slotte:
Nederland heeft niets geleerd
.......
Campagne tegen Wapenhandel ontdekte dat onder de bestemmingen van in 2005 verstrekte exportvergunningen landen zijn die in het bezit zijn van chemische wapens, het Verdrag Chemische Wapens niet ondertekend hebben, of bekend staan als doorvoerhavens naar landen waaraan Nederland zelf niet zou leveren. Drie voorbeelden uit een lange lijst:
Israël: in bezit van chemische wapens; ratificeerde het verdrag niet. Kocht in Nederland grondstoffen voor mosterdgas, en de zenuwgassen tabun en sarin.
Taiwan: bezit chemische wapens. Kocht een grondstof voor mosterdgas.
Soedan: heeft chemisch-wapenprogramma; verwikkeld in binnenlands conflict in Darfur met genocidale trekken. Kocht een voorloper van blauwzuurgas.
.... In de Anfal-campagne, waar de gifgasaanval op Halabja deel van uitmaakte, werden nog eens tussen de vijftig- en honderdduizend Iraakse Koerden door Saddams troepen vermoord. Het was zijn wraak voor hun steun aan Iran, waarmee Irak al sinds 1980 in oorlog was. ....
.... Ook de Nederlandse bedrijven kbs en Melchemie leverden voorlopers voor gifgassen aan Irak, zij het eerder, voordat er exportrestricties van kracht waren, en beperkter dan Van Anraat. In totaal leverden Nederlandse bedrijven 45 procent van de Iraakse grondstoffen voor chemische wapens. Van Anraat alleen is verantwoordelijk voor 38 procent daarvan. ....
.... Ook de Nederlandse overheid is bij de dodelijke leveranties betrokken. Nederlandse bedrijven werkten niet bepaald in een vacuüm. Het ministerie van Economische Zaken heeft zijn uiterste best gedaan de lijst met chemicaliën die niet naar Irak mochten worden uitgevoerd zo kort mogelijk te houden. Daarover ontspon zich in 1984 een felle strijd met het departement van Buitenlandse Zaken. Een zwarte hoofdrol aan de zijde van EZ werd vertolkt door vvd’er Frits Bolkestein, destijds staatssecretaris voor Buitenlandse Handel. ...
.... Hoezeer de koopman de dominee overheerst blijkt als Bolkestein op 31 maart 1983 tijdens een bezoek aan Bagdad een overeenkomst met Irak sluit voor economische en technische samenwerking. Als een jaar later het parlement bezwaar maakt tegen ratificatie van het verdrag, gezien de gruwelijke reputatie van de Iraakse troepen, drukt hij die toch door. Tijdens het debat zegt hij: ‘Het sluiten van deze overeenkomst kan helaas niets veranderen aan die oorlogstoestand.’ Ook zijn cda-opvolger Yvonne van Rooy kent weinig scrupules. Op 16 maart, cynisch genoeg op de eerste dag van de gasaanval op Halabja, die dan nog niet bekend is, ontvangt zij de Iraakse onderminister van Handel. Tijdens zijn bezoek wordt hij niet gewezen op de inzet van verboden strijdgassen. Economische Zaken heeft slechts het handelsbelang voor ogen....
Ten slotte:
Nederland heeft niets geleerd
.......
Campagne tegen Wapenhandel ontdekte dat onder de bestemmingen van in 2005 verstrekte exportvergunningen landen zijn die in het bezit zijn van chemische wapens, het Verdrag Chemische Wapens niet ondertekend hebben, of bekend staan als doorvoerhavens naar landen waaraan Nederland zelf niet zou leveren. Drie voorbeelden uit een lange lijst:
Israël: in bezit van chemische wapens; ratificeerde het verdrag niet. Kocht in Nederland grondstoffen voor mosterdgas, en de zenuwgassen tabun en sarin.
Taiwan: bezit chemische wapens. Kocht een grondstof voor mosterdgas.
Soedan: heeft chemisch-wapenprogramma; verwikkeld in binnenlands conflict in Darfur met genocidale trekken. Kocht een voorloper van blauwzuurgas.