-menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen-menu

Topics - Tamza

#21
Babbelhoek / Hebben dieren ook een geweten?
11/03/2008 om 01:45:18
Hier een van de mooiste natuurfilmpjes die ik ooit gezien heb:

http://www.youtube.com/watch?v=ceQr90C0Em0

Wel helemaal afkijken, want het neemt een bijzondere wending
#22
http://nl.youtube.com/watch?v=bDe65-nF3FQ

Norman Finkelstein over Hizbollah. Erg sterk en helder hoe hij de waanzin en onrecht samenvat, en de onverschilligheid van mensen.

Dit gaat weliswaar over Libanon, maar dit kun je ook doortrekken naar de mensheid an sich.
#24
Terreurleider Marokko moordde in België

RABAT - De leider van een islamitisch terreurnetwerk die in Marokko is opgepakt, heeft tussen 1986 en 1989 zes moorden in België gepleegd.

De Belgische justitie heeft de moorden nooit weten op te lossen. Dat heeft de Marokkaanse minister van Binnenlandse Zaken Chakib Benmoussa woensdag laten weten. 

Belliraj

Abdelkader Belliraj, die de Marokkaanse en de Belgische nationaliteit heeft, werd maandag met 31 anderen gearresteerd door de Marokkaanse politie.

De arrestanten waren aanslagen in Marokko aan het voorbereiden. De 51-jarige Belliraj woont in Evergem bij Gent, meldde de Vlaamse tv-zender VTM woensdagavond.

Heropenen

"Nu we weten wie de moorden heeft gepleegd, zullen we België daarover informeren om zo het onderzoek via Interpol te heropenen", zei Benmoussa.

Volgens de minister werden de moorden gepleegd voor de oprichting van het terreurnetwerk in 1992.

Overvallen

Tussen 1992 en 2001 heeft de terreurorganisatie verscheidene overvallen ondernomen om haar activiteiten te financieren.

Ze zou onder meer verantwoordelijk zijn voor de spectaculaire overval op het hoofdkwartier van waardetransporteur Brink's in Luxemburg in 2000. De buit bedroeg toen 17,5 miljoen euro.

Wapenarsenaal

Bij huiszoekingen in Casablanca en Nador vond de Marokkaanse politie de afgelopen dagen een heel wapenarsenaal met onder meer Kalasjnikovs, andere machinegeweren en ontstekingsmechanismen.

Bron: www.nu.nl
#25
Amazigh keuken / Visbestilla a la Thayouth
17/02/2008 om 23:10:43
N.a.v de 'hoe-maak-ik-dit' Topic van Thayouth, even deze nieuwe topic. In haar topic kan je niet reageren, anders wordt het niet overzichtelijk. De bedoeling is namelijk dat er meer recepten bij komen.

Ik heb haar visbestilla-recept van de week uitgeprobeerd, maar alleen met pangafilet en garnalen (geen inktvis en zeevruchten, ga ik de volgende keer wel doen). En ik had de domme fout gemaakt om het vis-groente-mengsel niet eerst uit te laten lekken voordat ik de mihoen erbij pleurde. Ging er vanuit dat de mihoen het wel zou opnemen met mn nerdhoofd. Maar smaakte verder wel echt lekker.

Heb er btw -naast sambal- ook twee rode pepers fijngehakt en erbij gegooid (ik hou van pittig).
#27
Muziek / Check deze zangeres!!
01/02/2008 om 18:02:39
Check deze cover van het nummer mu'aliem:

http://www.youtube.com/watch?v=koO9KJiL7Bs

Tbarkellah wat een mooie stem

En hier zingt ze een R&B nummer:

http://www.youtube.com/watch?v=WfxjsWc6Qwc&feature=related
#28
Marokkanen staan meer open voor Nederland en zijn moderner dan Turken. Toch zijn zij het gezicht van de falende integratie. Is er hoop? Ja en nee. Een nuchtere analyse leert dat de Marokkaanse gemeenschap zich opsplitst in een succesvolle bovenlaag en een kansloze onderklasse. Het slechte nieuws, en het goede.

Door: Robert Stiphout

Veertig jaar Marokkanen

1969 Nederland en Marokko sluiten verdrag voor werven gastarbeiders

1970 Nederland is geen immigratieland, stelt de Nota Buitenlandse Werknemers. Gastarbeiders moeten een beetje 'inpassen', maar vooral de eigen identiteit behouden

1971 Onderzoek leert dat Marokkanen het minst tevreden zijn van alle immigranten. Hun opleidingsniveau is gering, het loon laag en ze zijn sterk georienteerd op het thuisland

1973 Nederland stopt met het werven van gastarbeiders na de oliecrisis. Gezinshereniging begint

1974 Marokko richt in Nederland Amicales op, een vereniging om 'culturele, religieuze en sociale waarden van Marokkanen in het buitenland' te steunen. Volgens veel Marokkanen is het een spionageorganisatie van de Marokkaanse regering

1976 182 illegale Marokkanen in hongerstaking 1979 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid waarschuwt voor sociale achterstand en isolement van etnische minderheden

1983 Nederland moet sociaal-economische achterstand immigranten bestrijden, maar minderheden moeten eigen identiteit behouden, stelt Nota Minderhedenbeleid. Begin onderwijs in eigen taal en cultuur

1983 Nederland voert visumplicht in voor Marokkanen

1988 Dagblad Het Parool bericht over geheim rapport van gemeente Amsterdam waarin staat dat bendes van Marokkaanse jongeren terreur uitoefenen in de binnenstad. Verschillende media, wetenschappers, immigranten en politici noemen het rapport 'stigmatiserend'

1991 In debatcentrum De Balie waarschuwt burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn (PvdA) voor rassenrellen zoals in Brussel en Parijs

1992 VVD-leider Frits Bolkestein stelt dat immigranten zelf hun best moeten doen om te integreren 1993 Het Nederlands Centrum Buitenlanders beschuldigt Marokkaanse moskee-organisatie Ummon ervan verlengstuk te zijn van de Marokkaanse overheid

1994 Nota Integratiebeleid Etnische Minderheden stelt dat minderheidsgroepen moeten integreren in de samenleving; integratiebeleid vervangt minderhedenbeleid

1998 Honderden allochtonen, veelal Marokkanen, protesteren in Amsterdam-West tegen 'terreur van politie' en gooien met stenen

2001 Nederland windt zich op over sociale verzekeringsfraude van Nederlandse Marokkanen in Marokko 2002 Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk noemt criminele Marokkaanse jongeren 'kut-Marokkanen'

2003 17-jarige Marokkaan Samir A. met vier anderen aangehouden op verdenking van voorbereiden aanslag. Wordt vrijgesproken en in

2007 alsnog veroordeeld

2004 Marokkaan Mohammed Bouyeri (26) vermoordt filmmaker Theo van Gogh 2005 Nederland en Marokko vieren vierhonderdjarige band

2007 Agente in Amsterdam-West schiet Bilal B. (22) dood, die haar en een collega heeft neergestoken. Rellen volgen.

#29
Waarom worden alleen schrijvers uit de voormalige koloniën in Frankrijk weggezet als 'francofoon'? Een radicaal pamflet draait de verhoudingen om.

Onlangs werd de Senegalese schrijfster Aminata Sow Fall, te gast aan de Universiteit van Witwatersrand in Zuid-Afrika, gevraagd waarom zij in het Frans schreef in plaats van in haar Afrikaanse moedertaal, het Wolof. Zij antwoordde dat er in 1963, toen ze begon te schrijven, nog geen volledige transcriptie van het Wolof in het Latijnse alfabet bestond. Ze had dus voor het Frans gekozen, een taal waarin ze zich ook thuis voelde.

In haar artikel in Courrier International van eind november grijpt de Ivoriaanse schrijfster Véronique Tadjo die uitspraak aan om een bijdrage te leveren aan het debat rond literatuur en de Franse taal dat al ruim een jaar woedt. Door in de koloniën het Frans op school verplicht te stellen, schrijft Tadjo, wilden de Franse kolonialisten een taalkundig en cultureel model opleggen dat op termijn tot assimilatie zou leiden. Maar het pakte anders uit. Het Frans werd de taal waarin Afrikanen hun eigen ambities en hun vrijheidsstrijd uitdrukken.

Daniel Maximin, schrijver en dichter uit Guadeloupe, zei het al: je moet taal en burgerschap niet met elkaar verwarren, het Frans beperkt zich niet tot Frankrijk. Het Frans, onderstreept Tadjo, is de uiting van verschillende identiteiten, van Congo tot Vietnam en Canada. Het Frans is de officiële taal van meer dan twintig Afrikaanse landen. 'De vraag is dus niet waarom wij in het Frans schrijven, maar hoe'.

Tadjo's uitspraak is de zoveelste bijdrage aan wat wel wordt aangeduid als het debat rond het einde van de francofonie en het begin van de 'littérature-monde en langue française'. Salman Rushdie, Kiran Desai of Zadie Smith zijn nooit 'anglofone' schrijvers genoemd, 'anglophonia' is nooit een term geweest om het voormalig Engelstalige imperium aan te duiden. Surinaamse schrijvers hebben zich nooit tegen de Nederlandse literatuur afgezet, integendeel ze beklagen zich juist over de onzichtbare plek die ze er innemen. In de Franstalige wereld ligt dat onderwerp gevoelig. Hoe serieus deze discussie moet worden genomen bleek onlangs ook uit het verschijnen van Pour une littérature-monde bij uitgeverij Gallimard, een lijvig boek met stukken van 27 Franstalige auteurs, onder redactie van Jean Rouaud en Michel Le Bris.

Nirwana

De meest uitgesproken bijdrage komt van Alain Mabanckou, de in Congo geboren, in de VS docerende auteur die doorbrak met zijn roman Verre cassé. Het woord 'francophonie', stelt hij, heeft per definitie een politieke bijsmaak, want onderhands gaat het toch om een voortzetting van de Franse koloniale politiek. Bovendien is de 'Franse literatuur' met haar lange traditie en haar geprivilegieerde wereld van prijzen, Parijse uitgevers en machtige kritiek een gesloten bastion voor wie van elders komt. Parijs is het centrum en de perifere literaturen kunnen daar hoogstens verlangend omheen zwerven. Vanuit dat nirwana wordt er neerbuigend gekeken naar schrijvers die op de deur kloppen: een francofone auteur, of hij nu uit Québec of uit Haïti komt, bestaat pas als hij van Parijs een literair 'paspoort' heeft bemachtigd.

Het is bovendien merkwaardig, schrijft Tahar Ben Jelloun, dat schrijvers als Cioran, Beckett of Ionesco nooit tot de francofone schrijvers worden gerekend. Alleen de 'métèques', die met de vinger worden nagewezen, moeten zich rechtvaardigen en hun 'papieren' laten zien.

Mabanckou heeft bovendien genoeg van de veelgehoorde uitspraak dat 'de francofone schrijver de Franse taal verrijkt', haar redt van haar zogenaamde aderverkalking. Dat is helemaal geen compliment, briest hij, het onderstreept nog eens die 'lien de subordination', wijst op het gebrek aan autonomie van de francofone schrijver: hij bestaat alleen maar in relatie tot zijn collega de Fransman.

Daarmee moet het maar eens afgelopen zijn, vindt Mabanckou. Iedere schrijver die zich van de Franse taal bedient heeft tenslotte tot taak iets aan de wereld bij te dragen. De van oorsprong Afrikaanse auteur, zoals Mabanckou zelf, zou zich bijvoorbeeld moeten bevrijden van de ingesleten overtuiging dat literatuur per definitie 'drinkt aan de bron van de gemeenschap' en 'de griffier van het verleden' is. Het taboe van schrijven over een individu zou doorbroken moeten worden, het universele is immers 'het lokale min de muren'. Mabanckou eindigt met een hartstochtelijk pleidooi voor een 'littérature-monde en langue française', waarbij de Franse taal alleen wordt beschouwd als een geërfd werktuig dat wordt ingezet om de wereld te verkennen en te duiden.

Om aan te haken bij de zinnige conclusie van Véronique Tadjo: hoe wordt er dan in het Frans geschreven? In ieder geval kleurrijk en geestig door Mabanckou zelf. In zijn vorig jaar met de Prix Renaudot bekroonde roman Mémoires de porc-épic verwoordt hij met humor en tederheid de legende die wil dat ieder mens een dierlijke dubbelganger heeft. In zijn soms hilarische roman loopt een stekelvarken zich het vuur uit de sloffen om een crimineel aangelegde nietsnut in zijn misdaden te ondersteunen. Fabel en realiteit, mythe en werkelijkheid lopen door elkaar heen.

Hoe anders is dat bij de Algerijnse schrijver Boualem Sansal, wiens vierde, indrukwekkende roman Harraga onlangs in het Nederlands verscheen, een kunststukje van de hand van vertaler Jan Versteeg. Als ingenieur en econoom bekleedde Sansal een hoge functie op het Algerijnse ministerie van Industrie, maar hij werd na zijn debuutroman, Les serments des barbares, in 1999 ontslagen.

Sansal neemt geen blad voor de mond, bespot de machtsbeluste politieke leiders, verafschuwt de fundamentalisten, verwoordt de angst van de burger, verbeeldt de chaos waarin zijn vaderland is beland. In Algerije waren er drie magnifieke talen, schrijft hij in Pour une littérature-monde, het Berbers, het Frans en het dialectisch Arabisch, 'we gebruikten ze allemaal door elkaar, zonder probleem'. 'Op een morgen zijn onze mooie talen ontbonden en vervangen door een taal die werd geïmporteerd door de handelaars in macht.' Wat harmonie was werd kakofonie.

In Harraga, deels roman, deels poëzie, deels woedende beschouwing, kijkt Sansal naar Algerije door de ogen van een alleenstaande vrouwelijke arts, wier jongere broer een 'harraga' is geworden, een 'straatslijper', een gelukszoeker op weg naar een manier om naar Europa te emigreren. 'Eigenlijk biedt het leven weinig keus, weggaan, blijven, vergeten, steeds aan hetzelfde denken. Wat je zou willen, is je fantasie laten gaan, het onmogelijke proberen, de duvel aan zijn staart trekken, de hele samenleving omver gooien, de maan met de handen grijpen, een nieuwe godsdienst stichten, de massa's bevrijden, in een vlinder veranderen, naar de sterren reizen, weet ik veel.'

Tanden

Intens somber is de grondtoon van Sansals werk. 'Duisterheid is vaak de enige manier te zeggen wat je denkt', schrijft hij in de bundel, 'en bovendien, is het wel zo gezond om je ideeën helder uit te spreken? Je zou eens moeten zien hoe helder je nog spreekt als je 32 tanden minder in je mond hebt. Spreken is gevaarlijk, schrijven is nog erger.'

Het zijn niet alleen de van oorsprong Afrikaanse schrijvers die een lans breken voor een wereldliteratuur in het Frans. De Frans-Canadese schrijfster Nancy Huston is van de partij, de in Boedapest geboren Eva Elmassy en de oorspronkelijk uit Azerbeidzjan afkomstige Chahdortt Djavann. Met Le dernier frère schreef de Mauritiaanse Nathacha Appanah weer een prachtig boek. Brina Svit, geboren in Ljubljana, publiceerde onlangs de wervelende roman Coco Dias ou La Porte Dorée, over een vrouw die, tussen Parijs en Buenos Aires, in ruil voor danslessen het leven van een Argentijnse tangodanser te boek stelt. De vrouw is 'half Frans, half ik-weet-het-niet.' Dat is ideaal voor een romanschrijver, schrijft Svit in Pour une littérature-monde, 'een formule die ruimte laat voor een andere identiteit, voor een andere waarheid. Hij verwijst naar de openheid en de nieuwsgierigheid waar je bij het schrijven niet buiten kunt, suggereert dat je je ongemakkelijk voelt en wijst tegelijkertijd op vrijheid. Je plaatst je buiten de nationale literaturen. Je bent van niemand.'

Als deze bundel iets laat zien, is dat niet dat die Franstalige wereldliteratuur er zal komen, maar dat zij er al is.

Bron: NRC Handelsblad, 28 december 2007
#30
Literatuur / 'Boeken over mijn held'
27/01/2008 om 03:09:43
Lekker doen wat Mr. David wil

Veertig jaar geleden publiceerde Mohammed Mrabet (1936) zijn eerste roman, Love with a few hairs. Volgende maand verschijnt zijn zestiende publicatie, de verhalenbundel The Djellaba of a Thousands Colours. Een bundel met zeer korte verhalen over verschillende thema's vergezeld van tekeningen van Mrabet. De verhalen gaan over waarom een kameel altijd jaloers is op een andere kameel, hoe het komt dat de Amerikaanse schrijver Truman Capote zo'n vreemde stem had; hij legt uit dat het wondermiddel cola goed is voor elk, hij rekent af met een kunsthandelaar die hem verschillende malen geflest heeft en hij schrijft over zijn grote liefde: de Middellandse Zee.

Jammer genoeg zullen weinigen in Nederland het literaire orale orakel Mrabet kennen. In 1982 verscheen weliswaar bij uitgeverij Pranger een bundeling van de verhalen Het Strandcafé en De Stem, maar daar bleef het wat het Nederlands betreft ook bij. Het Strandcafé is overigens niet onverdienstelijk verfilmd door regisseur Benoît Graffin (Café de la plage). In Marokko, waar Mrabet woont, is hij evenmin bekend bij het grote publiek, terwijl hij toch de vader is van een bijzonder oeuvre. Ik zeg nadrukkelijk vader en niet auteur, omdat Mohammed Mrabet kan lezen noch schrijven.

Zijn literaire leven begint in 1965. Hij is dan net terug uit Amerika, platzak en zonder werk. Op het strand van Tanger ontmoet hij het schrijverskoppel Jane en Paul Bowles. Om geld te verdienen wordt Mrabet de chauffeur van het tweetal. Schrijver en componist Bowles ontdekt dat zijn bestuurder meer kan dan alleen autorijden: Mrabet is in staat om oneindig prachtige verhalen te vertellen. Bowles moedigt hem aan om de verhalen op te nemen op een cassetterecorder.

Het zijn de jaren zestig en de mannen van de Rif proberen massaal in Europa een beter bestaan te vinden, omdat de Marokkaanse overheid de lastige (lees autonome) Riffijnen marginaliseert en onderdrukt. In die tijd besluit Mohammed Mrabet om zijn orale berbercultuur op papier te laten zetten. De kans om in Europa een bepaalde mate van financiële onafhankelijkheid te bereiken, laat hij lopen.

Zo verschijnt, twee jaar nadat hij Bowles ontmoette, de roman Love with a few hairs. Een vertelling over de 17-jarige Mohammed die met de Engelse Mr. David in diens hotelletje samenwoont. 's Avonds staat hij achter de bar, waar hij de toeristen van drankjes en grapjes voorziet. 's Nachts kruipt hij bij Mr. David in bed. Voor beide klusjes krijgt hij betaald. Overdag rijdt hij rond in Mr. Davids auto en smijt hij zijn loon over de balk. Het gaat mis wanneer hij verliefd wordt op de wonderschone Mina. Zij moet niets hebben van zijn zoete woordjes en geld. Om haar toch verliefd te krijgen, zorgt Mohammed dat hij wat haren van Mina in zijn bezit krijgt. Daarmee gaat hij naar een tovenaarster en zij zorgt voor de shur (zwarte magie). Mina wordt verliefd, trouwt met Mohammed en het 'gelukkige' stel gaat samenwonen in een prachtig huis, betaald door Mr. David.

Hoewel Mohammed met Mina is getrouwd heeft hij nog regelmatig seksuele gemeenschap met de Engelsman, omdat het leven nu eenmaal veel geld kost en Mr. David ook nog eens een aardige vent is. De ouders van Mina krijgen op een gegeven moment het gevoel dat er zwarte magie in het spel is en zetten een tegenmiddel in, met als gevolg dat Mina helemaal doordraait.

Het verhaal is zonder taboes verteld en dat is tekenend voor zijn werk. Mrabet toont in zijn verhalen aan dat fantasie geen grenzen kent. Geen cultuur, traditie, overheidsapparaat, identiteit of religie kan zijn creativiteit afremmen. Je vraagt je af wanneer je Mrabet leest: is het conservatisme dat vele Marokkaans-Nederlandse gezinnen in zijn greep houdt werkelijk in dít land aangeleerd?

In zijn korte autobiografie Look and move on vertelt Mrabet openhartig over het Amerikaanse stel Maria en Reeves. Ze zijn begin jaren zestig vanwege drugs en seks naar Marokko gekomen. Mrabet zorgt voor allebei. Ook kookt hij de heerlijkste gerechten voor het paar. Wanneer Maria en Reeves voor hasjbezit in de gevangenis dreigen te komen, vluchten ze naar de Verenigde Staten.

Mrabet gaat mee, want ze kunnen niet zonder zijn kook- en sekskunst. Daar raakt hij depressief en vlucht op zijn beurt terug naar Marokko. Maar niet voordat hij Maria en Reeves financieel heeft leeggezogen. Mrabet hekelt sindsdien het moderne Amerika en schroomt niet om die mening op de achterflap van zijn boeken achter te laten. Aangekomen in Tanger trouwt hij Zohra el Allali. Hij komt in contact met Paul Bowles, Alfred Chester, William Burroughs, Tennessee Williams, Jack Kerouac en Truman Capote.

Met Bowles bouwt hij een bijzondere band op. Ze worden niet alleen vrienden voor het leven, want Bowles stelt ook zijn huis beschikbaar en daar kan Mrabet zijn verhalen opnemen, waarna Bowles ze vanuit het Spaans en Moghrebi (een mengelmoes van Arabisch en Berbers) naar het Engels vertaalt en laat uitgeven. Het duo blijkt goud waard, want Mrabets boeken worden in dertien talen vertaald. Mrabet dicteert ook een aantal bestsellers zoals M'hashisch (Stoned). Daarin staat een aantal korte verhalen waarin Mrabet op geraffineerde en humoristische wijze laat zien wat de gevolgen zijn van kifgebruik: de koning wordt verkracht, een islamist wordt na het roken van het halffabricaat, afkomstig van de hasjplant, een religieuze junkie en een vrouw moet haar naakte man uit een cactusboom halen.

Mrabet heeft de kifverhalen onder invloed van kif verteld. Het is een belangrijk bestanddeel in zijn verhalen. Ook het hallucinerende middel majoen (walnoten, amandelen, rozijnen en honing gemengd met hasj dat met hete muntthee wordt genuttigd) komt regelmatig terug in zijn vertellingen. De middelen verschaffen hem de mogelijkheid om de realiteit te ontvluchten en naar zijn wonderlijke wereld te vertrekken. Tijdgenoten als Mohammed Choukri, Larbi Layachi en Ahmed Yacoubi (overigens allemaal door Paul Bowles in het Engels vertaald) schetsen in hun verhalen een armoedig Marokko dat onder leiding staat van de dictator koning Hassan II. Bij Mrabet worden eveneens boeren, zwerfkinderen, imams, pooiers, hoeren, oplichters, heiligen, malafide overheidsdienaars en weduwen aan het woord gelaten, maar zonder de narigheid te laten zegevieren. Elk antwoord dat hij van de zieke Marokkaanse samenleving krijgt verschaft hem de weg naar een nieuwe vraag en daarmee naar een nieuw verhaal.

In zijn korte verhalen is Mrabet op zijn best. Hij is een meester om met weinig woorden gebeurtenissen een volledige nieuwe dimensie te geven. In The big mirror schrijft hij: 'Rachida droeg de baby zachtjes door het huis, tot ze in de balzaal was. Ze legde haar kindje op de vloer, deed de deur op slot, sloot de gordijnen en stak een paar kaarsen aan. In de spiegel tegenover haar keek ze verrukt naar haar rode kaftan. Dit gaf haar het idee om de zuigeling te omhullen in dezelfde kleur.' We denken dat we te maken hebben met een moeder die een intiem moment zoekt samen met haar pasgeboren baby, maar niets is minder waar. Want even later wordt duidelijk dat we met een geestelijk ziek mens te maken hebben. Ze snijdt het halsje van de baby open om te weten of zijn bloed roder is dan de kaftan van zijn moeder.

Omdat Mrabet analfabeet is, vertelt hij de gebeurtenissen op een beschrijvende manier. Maar niet alleen beelden komen tot ons, wij spelen een rol in zijn verhalen. Zijn verhalen nemen ons mee naar het café, het bos, het bordeel, het commissariaat, de Middellandse Zee en zetten ons aan de dis waar wij verschillende vis krijgen voorgeschoteld en roken als toetje het ene kiefpijpje na het andere op om de fantasierijke droom niet te laten afbreken.

Bijzonder is dat geen enkel boek van Mrabet door de Marokkaanse overheid is verboden. Maar daar is een eenvoudige verklaring voor. Mrabet is nooit vertaald in het Arabisch of Berbers. En dat zal waarschijnlijk ook niet snel gebeuren. De literatoren, die tot de elite behoren waarvan Mrabet geen deel uitmaakt, halen hun neus op voor de verhalen van Mrabet.

In 1999 sterft Paul Bowles. Het lijkt afgelopen met de carrière van Mrabet. Lang wordt niets van hem vernomen. Een krant verklaart hem in 2001 zelfs dood. Maar volgende maand publiceert hij op 71-jarige leeftijd weer een boek, met hulp van Simon-Pierre Hamelin die in Tanger de boekhandel Colonnes runt. Hamelin vertaalde The Djellaba of a Thousands Colours uit het Moghrebi naar het Frans en David Smith is verantwoordelijk voor de Engelse vertaling. Documentairemaker Mina Ouaouirst is bezig met een film over het leven van Mohammed Mrabet. Het wachten is op een Nederlandse vertaling.

Asis Aynan

Bron: NRC, 25 januari 2008
www.asisaynan.nl


#31
Hofstadverdachten vrijgesproken van terrorisme

ROTTERDAM - Het Haagse gerechtshof heeft woensdag zeven veronderstelde leden van terreurnetwerk de Hofstadgroep vrijgesproken van het vormen van een terroristische organisatie.

Het hof verklaarde in het geval van een van de hoofdverdachten, Jason W., dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan vijfvoudige poging tot moord. Daarbij was volgens het hof geen sprake van een terroristisch motief. 

Handgranaat

W. gooide op 10 november 2004 handgranaten naar leden van een arrestatieteam dat hem en zijn kompaan Ismaïl A. wilde arresteren in een woning in het Haagse Laakkwartier.

De rechtbank veroordeelde W. destijds tot vijftien jaar cel, in hoger beroep eiste het Openbaar Ministerie achttien jaar. Het hof legde W. vijftien jaar op.

Vrij

Ismaïl A. kreeg van de rechtbank dertien jaar cel. In hoger beroep eiste het OM achttien jaar. Het hof veroordeelde hem tot vijftien maanden, want het rechtscollege achtte hem niet schuldig aan het medeplegen van de vijfvoudige moordpoging, wel aan het bezit van de handgranaten.

A. kwam woensdag direct op vrije voeten.

Bron: www.nu.nl
#32
Wie praat over delinquent groepsgedrag, denkt in negen van de tien gevallen aan jongens van Marokkaanse afkomst. De discussies over dit onderwerp laaien vaak hoog op. Waarom gedragen deze jongens zich zo? En wat is de beste oplossing voor dit probleemgedrag? Jan Dirk de Jong deed jarenlang etnografisch onderzoek naar opvallend delinquent groepsgedrag van Marokkaanse jongens in Amsterdam West (Slotervaart). Zijn conclusie wijkt af van de heersende opvatting. ‘Hun Marokkaanse afkomst kan dit gedrag niet goed verklaren, maar hun algemeen menselijke behoeften aan erkenning, veiligheid en vertier en de ontwikkeling van straatcultuur in achterstandswijken, kunnen dat wel.’ De Jong promoveert op 15 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Zowel publiek als politie ervaren delinquent groepsgedrag van ‘Marokkaanse’ jongens als opvallend uitdagend en agressief. In het alledaagse debat over het ‘Marokkanendrama’ wordt hun gedrag vaak beschouwd als iets ‘typisch Marokkaans’ en ook sociaal-wetenschappers verklaren het uit de Marokkaanse cultuur. Zo wordt onder meer gewezen op een vechtersmentaliteit die zou voortkomen uit het Rifgebergte waar veel van hun (voor)ouders oorspronkelijk vandaan komen en waar hun ‘roots’ liggen. Maar ‘de’ Marokkaanse cultuur schiet tekort als wetenschappelijke verklaring.

Algemene groepsprocessen
‘Die culturele verklaring voelt heel lekker aan’, erkent De Jong. ‘Zeker bij mensen die deze jongens maar eng vinden. Zelf dacht ik eerst ook zo. Naarmate mijn onderzoek vorderde, begon ik echter steeds meer te twijfelen aan deze verklaring. De overeenkomsten tussen ‘Marokkaanse’ jongens en (straat)jongens met een andere etnische achtergrond leken me veel groter dan de verschillen als we kijken naar groepsgedrag en straatcultuur.’

Nederlandse jongens
In het geval van ‘Marokkaanse’ jongens in Nederland treden wel verhevigingen op in delinquent groepsgedrag en de ontwikkeling van straatcultuur, waardoor hun gedrag als opvallend uitdagend of agressief wordt ervaren. Dit is een gevolg van versterkingen in groepsprocessen die plaatsvinden omdat de jongens zich door de samenleving sterker afgewezen voelen als ‘kut-Marokkanen’ of ‘Marokkaanse straatterroristen’ en ook sterker op elkaar zijn aangewezen. De Jong: ‘Wat we vooral niet moeten doen is de problemen en het gedrag van deze jongens ten onrechte bestempelen als ‘typisch Marokkaans’. Daarmee verklaren we niet veel van het gedrag en we lossen de problemen er niet mee op. Sterker nog, op die manier houden we de problemen juist in stand en jagen we de processen aan die leiden tot de verhevigingen in hun gedrag. We moeten deze jongens in de eerste plaats beschouwen als ‘onze’ jongens. Geen Marokkaanse, maar Nederlandse jongens.’

Anders
Door de manier waarop de samenleving is ingericht en door de huidige verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen, hebben veel Nederlandse jongens met Marokkaanse ouders het gevoel dat er voor hen weinig anders overblijft dan groepen te vormen met andere ‘Marokkaanse’ jongens die in dezelfde situatie zitten. De Jong: ‘Ze krijgen van hun omgeving duidelijk de boodschap dat ze blijvend als ‘anders’ worden bestempeld, waardoor ze zichzelf ook blijvend als ‘anders’ leren beschouwen.’ Dat heeft gevolgen voor groepsprocessen en ook voor delinquent groepsgedrag. In hun ervaring en binnen de mogelijkheden en beperkingen van hun achterstandswijk, zijn groepen op straat zowat de enige plaatsen waar zij waardering, plezier en bescherming kunnen vinden.

Sterke groepsdruk
Doordat de ‘Marokkaanse’ jongens zich zeer op elkaar aangewezen voelen, ervaren zij een sterke groepsdruk. Hierdoor raken ze sneller verstrikt in de onderlinge gedragsverwachtingen van hun straatcultuur, hetgeen kan uitmonden in onverwacht heftig delinquent groepsgedrag. Ook ontstaan versterkte loyaliteitsverwachtingen binnen de eigen groep en extreme vijandigheden naar buiten toe. Ten slotte worden afwijzende reacties op hun gedrag door de jongens aangewend als secundaire motivatie om opvallend delinquent groepsgedrag te vertonen en boven alles vooral ‘kapot moeilijk’ (verschrikkelijk stoer) te willen zijn.

Gezichtsverlies beperken
Onder de ‘Marokkaanse’ straatjongens die het meest uitgesloten zijn van de samenleving, is niet zozeer sprake van een groeiende onwil om maatschappelijk aangepast gedrag te vertonen, als wel van een knellende onmacht. ‘Ze proberen hun gezichtsverlies te beperken door de indruk te wekken dat ze er zelf bewust voor kiezen om zich delinquent te gedragen en ‘gangster’ te zijn. Het is voor hen te pijnlijk en vernederend om openlijk te erkennen dat ze eigenlijk niets anders kunnen of zelfs durven. Dit beschamende onvermogen is een onbedoeld en destructief effect van de noodzaak om te overleven in de straatcultuur van de buurt.’

Jan Dirk de Jong, geboren te Chambray-les-Tours op 2 februari 1976, studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. De Jong promoveert tot doctor in de Rechten bij prof. dr. W.J.M. de Haan. De titel van het proefschrift luidt: ‘Kapot moeilijk. Een etnografisch onderzoek naar opvallend delinquent groepsgedrag van ‘Marokkaanse’ jongens’. Een handelseditie wordt uitgegeven bij uitgeverij Aksant te Amsterdam ( www.aksant.nl ).

Momenteel is De Jong werkzaam als Universitair Docent aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Strafrecht en Criminologie.



Bron: Rijksuniversiteit Groningen
#33



Wajouwa! Samenscholen toegestaan.

Aziz Aarab werd in 1981 geboren in het pittoreske Aith Said, gelegen in het verre noorden van Marokko. Een warm gezin bestaande uit vijf zussen en twee broers verwelkomde deze ‘mazzuz’ (het jongste kind) in hun midden. Een jaar later verruilde de familie de hoogvlakten van Marokko voor de lage landen. Aziz kwam te wonen in de Utrechtse volkswijk Pijlsweerd en is daar nooit meer weggegaan.

Het leven van Aziz heeft altijd een duidelijke koers gevolgd, namelijk de vaarroute die zijn dromen voor hem uitzetten. Hij heeft zich dan ook laten meevoeren langs vele creatieve bestemmingen. Van tekenen in zijn kinderjaren, tot rappen als puber en schrijven en entertainen als volwassene. Het levensmotto van Aziz is dan ook "gewoon doen!"

De lijfspreuk van Aziz heeft hem ver gebracht. Recente creatieve uitspattingen zijn de toneelstukken "Yemma Yemma! Wat een dilemma!" en "Djellaba Groove". Duizendpoot Aziz heeft deze toneelstukken niet alleen eigenhandig geschreven, maar ook geregisseerd en in eigen persoon een karakter tot leven gebracht op de planken. In 2006 heeft hij ook eindelijk een andere droomwens werkelijkheid gemaakt door een autobiografisch getint boek te publiceren. "Drerrie: Marokkaantjes uit de achterwijk", door Aziz ook wel ‘mijn kindje’ genoemd, schetst het unieke en rauwe verhaal van een groep Marokkaanse vrienden en hun worstelingen met het leven. Door de levensechte personages en het insidersperspectief vanuit welke deze beschreven worden absoluut een verfilming waard.

Met "Wajouwa" waagt Aziz zich aan zijn eerste avondvullende cabaret voorstelling. Eerder schreef en vertolkte Aziz speciaal voor verschillende evenementen korte cabaretshows. Daarbij wist hij het publiek op zijn hand te krijgen door blijk te geven van een improvisatietalent dat enkel bij de groten der kleinkunst aanwezig is. In "Wajouwa" gaat Aziz in op de beleving van de werkelijkheid door Marokkaanse jongeren. Voor Marokkanen is de show herkenbaar en vermakelijk, voor niet-Marokkanen verhelderend en komisch. Een echte aanrader voor mensen die een avondje willen ontsnappen aan de sleur van alledag.

Plaats: Utrecht, Theater de Kikker
Tijd: 19:00


Beperkt aantal plaatsen beschikbaar!
#34
Dode bij steekpartij school Amsterdam

AMSTERDAM - Een 16-jarige scholier is donderdag overleden door een steekpartij bij het Technisch College in Amsterdam. Dat heeft de politie laten weten. De politie heeft een 14-jarige verdachte aangehouden. Beiden zijn leerling van het college.

Steekpartij TEC Amsterdam 

De steekpartij vond rond half een donderdagmiddag plaats aan de Vlaardingenlaan voor het schoolplein. Het slachtoffer raakte zwaargewond en overleed later in het ziekenhuis.

De politie onderzocht donderdagmiddag de achtergrond en de toedracht en zette de straat bij het college af. In het schoolgebouw waren op dat moment mensen maar de lessen leken stilgelegd.

Pen

De twee zouden volgens omstanders ruzie hebben gekregen over een pen. De 14-jarige verdachte zou daarbij het slachtoffer in de nek hebben gestoken en daarna naar een nabijgelegen metrostation zijn gerend. Daar zou hij in elkaar zijn geslagen door andere jongens en volgens zijn opgepakt door de politie.

Cohen

Burgemeester Job Cohen van Amsterdam en wethouder Hennah Buyne van Onderwijs zijn op weg naar de school waar de dodelijke steekpartij heeft plaatsgevonden.

Cohen en de onderwijswethouder willen zich ter plaatse laten informeren over wat er heeft plaatsgevonden, liet een woordvoerster van de gemeente weten. Cohen liet in een eerste reactie weten de dood van de scholier "verschrikkelijk" te vinden.

Bron: www.nu.nl, 11 oktober 2007
#35
Algemeen / Theaterstuk Ayt Said City
24/09/2007 om 17:49:44
Ik las net hierover iets op www.timazighin.nl, maar er stond geen verdere info over dit stuk bij (behalve de namen van mensen die aan het stuk hebben meegewerkt). Alleen een link naar www.amazightv.com waar een filmpje over de theaterproductie zou staan. Maar ik ben daar niks tegengekomen.

Wie heeft hier meer info over? Waar het stuk over gaat, wanneer de premiere is, waar enz
#36
Poëzie / Toon Hermans
15/09/2007 om 19:43:46
Ik vind zijn gedichten zo lieflijk, kinderlijk onschuldig, wijs, simpel, vertederend en rechtstreeks uit het hart.

En ik ben niet zo van de pretentieuze hoogdravende ijlgedichten die nergens over gaan, dus de gedichten van wijlen Toon Hermans vind ik een ware verademing in deze tijden van cynisme en hatelijke angst voor het onbekende.

Enkele gedichten:

Wereld

we weten 't allemaal, 't is er een bende
't is er te eng, en te vijandig en te vol
het is in hoofdzaak grote rotzooi en ellende
op onze groene, blauwe, grijze, grauwe bol

't is haat en nijd, elkaar de pas afsnijden
en door de steden raast een 'rücksichtlos' geweld
maar of we vloeken, vechten, vallen, lachen, lijden
er staan weer altijd boterbloemen in het veld

er zijn nog immer die momenten van vervoering
al lijkt dat bolletje ook nòg zo negatief
tussen de puinhoop schemert altijd de ontroering
van mensen die nog zachtjes zeggen: 'k heb je lief


Wonder

In de stilte van het voorjaar
heb ik het wonder wel eens ontmoet
Als het witte bloesems sneeuwde in het gras
En ik heb het laten sneeuwen
Laten sneeuwen op mijn hoed
In de stilte van het voorjaar
Dat je zachtjes schreien doet

In de volte van de zomer
Zag ik ook het wonder staan
In de veldboeketten en het gouden koren
En in de nachten vol met sterren
En een dichterlijke maan
Kon ik het lieve liedje van het
wonder horen

De een noemt het wonder
De ander het lot
Wie weet hoe het heet mag het zeggen
De een zegt het is wonder
De ander zegt God
Maar d'r is niemand die het uit weet te leggen

Toch zijn er soms van die momenten
Dan zie je veel meer dan je ziet
Dan zie je het wonder van lente
Of het nou God is of niet
Dan voel je van binnen het wonder
Dat meer is dan de bloei van een boom
Dat is toch heel bijzonder
Ook al heeft het iets van een droom
#38
In de media / Nauwgezet en wanhopig
20/08/2007 om 14:25:06
Wie gister Zomergasten heeft gezien met Alexander Rinnooy Kan, moet vast onder de indruk geweest zijn van een fragment die Rinnooy uitkoos voor de uitzending. Het was een fragment uit de vierluik Nauwgezet en Wanhopig (1989) van Wim Kayzer (die overigens ook de prachtige serie 'Van de Schoonheid en Troost' heeft gemaakt). Het fragment betrof een analyse van de briljante George Steiner over hoe het beestachtige nazi-holocaust in het 'beschaafde' westen plaats had kunnen vinden. Scary, maar treffend.

http://www.hollanddoc.nl/dossiers/34451861/

Check ook de aflevering met filosoof Roger Scruton uit de serie 'Van de schoonheid en troost' (met dank aan Wah).
#39
In de media / Onmacht in de Rif
17/08/2007 om 13:56:35
(Geschreven door Ali Eddaoudi)

Mijn vakantie zit erop. Dit jaar heb ik wederom de Marokkaanse zon opgezocht. Het is vooral de zon die mij aantrekt en het prachtige woeste Marokkaanse Rifgebergte. Met de Marokkaanse bevolking heb ik helaas niet zo erg veel.

Ieder jaar valt het mij meer op dat dit prachtige land in handen van verkeerde mensen is. De dictatuur en de politiestaatachtige taferelen confronteren mij als Europese idealist met de harde werkelijkheid waarin mijn eigen familie leeft. Enerzijds heb ik veel moeite met het Marokkaanse systeem en probeer ik de mensen in mijn omgeving duidelijk te maken dat veranderingen van hen zelf moeten komen. Anderzijds weet ik als geen ander dat ik makkelijk praten heb. Ik ga daar heen met een aardig zakcentje, kan een luxe villa huren, en word bovendien gerespecteerd (tegenwoordig zelfs door de Marokkaanse politie) omdat mijn auto een Europees nummerbord heeft.

Miljoenen Marokkanen zijn analfabeet en arm, en moeten vanaf hun geboorte trouw zweren aan de Marokkaanse autoriteiten die overal zichtbaar aanwezig zijn. Dit psychologisch politieke spel, waar maar weinig Marokkanen besef van hebben, houdt de Marokkaanse overheid overeind. Een erfenis van de overleden koning Hassan II waar de komende generaties niet vanaf zullen raken. In de Rif, het meest achtergestelde gebied van Marokko, waar veel Europese Marokkanen vandaan komen, zie je dit verschijnsel het meest.

Eigenlijk zou de Rif zowat het rijkste gebied van Marokko moeten zijn. Veel van de voormalige gastarbeiders en hun nazaten komen er vandaan, en sturen al sinds de jaren zestig miljoenen naar hun vaderland. Een groot deel daarvan gaat naar de bankrekeningen (in Marokko) van Europese Marokkanen.

Daarnaast kopen en bouwen Europese Marokkanen huizen en ondernemingen. Die investeringen komen meestal bij grote bedrijven terecht die vaak in de grote (Arabische) steden zijn gevestigd. Daar zitten ook de banken, investeerders en grote concerns. En dus niet in de Rif.

De Rif kent niet eens een fatsoenlijk wegennet. De straten liggen er verpauperd bij en veel stedelijke gebieden beschikken niet eens over stromend water - een basisbehoefte waar een modern land toch aan zou moeten voldoen. In de meeste Arabische gebieden is dat wél redelijk goed geregeld. Ik ben allesbehalve een Berber-nationalist, maar de Rif wordt wel degelijk achtergesteld bij de rest van Marokko.

En de Berber - een naam die niets te maken heeft met de oorspronkelijke naam van dit volk, de Imazighen - zelf lijkt het allemaal maar goed te vinden, en klaagt zo nu en dan bij zijn kameraden in een lokaal theehuis. Verder hoor je ze niet.

Als ik met Berbers spreek, krijg ik altijd te horen dat de Rif 'maar Afrika' is. Ik moet mij niet zo druk maken en wegblijven uit hun miezerige landje, is hun advies. In dit antwoord ligt zoveel frustratie verscholen, dat het begrijpelijk wordt dat jonge mannen en vrouwen iedere kans aangrijpen om naar Europa te vluchten.

Hoewel ik blij ben met Europa, in het bijzonder met Nederland, doet het mij toch pijn te zien dat Marokkanen zo weinig strijdvaardig zijn en eigenlijk alleen bezig zijn met hun eigen gewin. En ook de Europese Marokkanen slikken alles. Ze klagen alleen tegen elkaar. Niemand durft het op te nemen tegen een simpele ambtenaar of iemand met enig aanzien. Wat gek is, want de Marokkanen in Nederland zijn mondig genoeg als hen in Nederland tekort wordt gedaan.

In Marokko heb ik dan ook ieder jaar ruzie met zowel burgers als ambtenaren. Agenten, douane en iedereen die een uniform draagt, zijn in mijn ogen potentiële machtsmisbruikers. Ze wekken gauw mijn irritatie, niet omdat ik op ze neerkijk, maar omdat ik elk jaar opnieuw misstanden waarneem, die ik als beschaafd mens niet aan kan zien.

Zeker in de Rif worden mensen uitgebuit, slecht behandeld en voor dom gehouden. Wat de staatstelevisie ons ook laat zien, Marokko kan zich nog lang geen serieuze democratische staat noemen. En Marokko mag zich zeker niet op de borst kloppen als het gaat om de rechten van de mens - om over de rechten van het kind en het dier maar te zwijgen.

De koning probeert zo nu en dan verbeteringen aan te brengen, maar met de huidige adviseurs, regeringsfunctionarissen en burgemeesters zal Marokko nauwelijks vooruitgang kennen, is mijn bittere conclusie.

Desondanks zal ik ieder jaar mijn geboortestreek blijven bezoeken, omdat ik me daar nu eenmaal mee verbonden voel. Omdat ik van Marokko houd. Maar wel kom ik telkens weer met gemengde gevoelens en helaas ook steeds vaker met minder trots op mijn vaderland naar Nederland terug.

Bron: De volkskrant, 17 augustus 2007
#40
Journalist Alan Johnston vrijgelaten

GAZA-STAD - De Britse journalist Alan Johnston, die bijna vier maanden was gegijzeld door radicale moslims, is vrijgelaten. Hij is overgedragen aan functionarissen van de militante moslimbeweging Hamas in de Palestijnse Gazastrook.

Alan Johnston vrij   
Johnston zou inmiddels uit de Gazastrook de grens met Israël zijn overgestoken en op weg zijn naar Tel Aviv. Daar zal hij het vliegtuig nemen naar Londen.

De 45-jarige Johnston reageerde verheugd op zijn vrijlating. In een telefonisch interview met de Britse omroep BBC noemde de BBC-verslaggever de ontvoering een ontstellende ervaring.

De Schot bedankte iedereen die aan de vrijlating had bijgedragen. Hij sprak vanuit het huis van de afgezette Palestijnse premier Ismail Haniyah (Hamas).

Losgeld

Voor de Britse journalist is geen losgeld betaald. "Het Leger van Islam en de Qassam Brigades (gewapende tak van Hamas) kwamen overeen om het lot van Alan Johnston te laten beslissen door een van de hoogste religieuze autoriteiten in Gaza", aldus een functionaris die betrokken was bij de onderhandelingen.

Sjeikh Suleiman al-Daya vaardigde daarop een edict uit waarin beide kampen werd opgedragen de journalist vrij te laten en ze volgden de opdracht op. Aan de vrijlating werd geen enkele voorwaarde verbonden.

Confrontatie

De verbannen leider van Hamas, Khaled Meshaal, stelde vanuit Syrië dat de vrijlating aantoont dat zijn islamitische beweging orde op zaken stelt in de Gazastrook. De regio kwam vorige maand in handen van Hamas na een gewelddadige confrontatie met de rivaliserende Fatah-beweging.

Johnston was op 12 maart in Gaza ontvoerd. Extremisten van een splintergroepering die zich het Leger van Islam noemt, namen hem op klaarlichte dag mee.

De beweging, die banden zou hebben met het terreurnetwerk al-Qaeda, eiste de vrijlating van islamieten die door Groot-Brittannië en andere landen gevangen worden gehouden.

Bomgordel

Onlangs verspreidden de ontvoerders een video met de ontvoerde journalist, die op de vertoonde beelden een bomgordel droeg. De BBC-reporter was als enige westerse verslaggever permanent in de gewelddadige Gazastrook gestationeerd.

Hamas-kopstukken pleitten herhaaldelijk voor zijn vrijlating. Zij dreigden de Brit met geweld te bevrijden.

De Israëlische regering heeft de journalist gefeliciteerd met zijn vrijlating en heeft de beste wensen gestuurd naar zijn familie.

(www.nu.nl)