-menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen-menu

Topics - Tamza

#101
Kan iemand mij dat uitleggen? Ik lees zo vaak over khums dit en dat. Maar waar begint  het, wat houdt het precies in? Ben name geïnteresseerd in de afkomst van de Ayt S3ied.
#102
AMSTERDAM - Schrijfster Ebru Umar is voor haar huis mishandeld door twee Marokkaanse jongens. De 35-jarige Amsterdamse van Turkse komaf kreeg een vuistslag in het gezicht nadat ze was herkend als columniste en deelneemster aan tv-debatten over de multiculturele samenleving.

Umar, die bekend werd door haar columns op de website van Theo van Gogh, heeft aan de mishandeling pijn aan haar gezicht overgehouden. Inmiddels heeft zij aangifte gedaan bij de Amsterdamse politie, die dit niet wil bevestigen. "Volgens een richtlijn van burgemeester Cohen mogen wij niets over dergelijke zaken zeggen", meldt een woordvoerder van het korps.

Het incident vond vrijdagmiddag plaats, vertelt de hevig geschrokken Umar. " Ik liep vanaf het Westerpark mijn eigen buurt De Baarsjes in. Een Surinaamse mevrouw groette me met 'dag bekende mevrouw van de tv' en ik groette terug. Achter me hoorde ik twee Marokkaanse jongens tegen elkaar zeggen 'dat is d'r' en ik merkte dat ze achter me aan liepen."

#103
Marokkanen van de Rif

Door Jan Neckers

In de multi-kulmaatschappij is het de rigueur (en liefst in die taal) dat men rekening houdt met de “culturele” achtergrond van de tegenvoeter en naast dat respect ook nog wat kniebuigingen maakt op voorwaarde dat het een niet-Europese “cultuur” is. Als Europeaan ben je enigszins geneigd om bij het woordje cultuur aan van Beethovens Vijfde of Dostojevski’s Schuld en Boete te denken maar dat is nu juist niet de bedoeling. Als multikullers over “cultuur” spreken gaat het meestal over gebruiken en zeden die verhinderen dat ooit één echt cultuurproduct het licht zal zien. De oh’s en de ah’s van bewondering en participatiepret zijn echter wel een verplicht nummer wanneer men de resultaten van een bloedige slachtpartij bij het offerfeest of de mierzoete tandenmoordenaars van het suikerfeest mag nuttigen.

Maar zodra het woord criminaliteit valt in verband met de vele Marokkaanse racisten die permanent overlast plegen (nog een multikul codewoord om gewelddadige overvallen tot een bagatel te herleiden), dan kan er alleen maar sprake zijn van kansarmoede, sociale achteruitstelling en “racisme” vanwege de veelal bejaarde slachtoffers (al wordt bij jongeren uiteraard graag een mp3-speler meegepikt). Dan zwijgen de weldenkenden over de “culturele” achtergrond van deze Marokkaanse nazi’s.

Toch is daar zeer grondig onderzoek naar verricht. De pionier op dat terrein was de Amerikaan David Montgomery Hart (1927-2001). Hij was een antropoloog van de oude stempel die jaren en jaren in het Rifgebergte verbleef, twee Berbertalen sprak, soms maanden aan een stuk in hetzelfde dorp woonde en nota’s nam vooraleer naar het volgende dorp te verkassen. Hij schreef verscheidene standaardwerken die nu eindelijk opnieuw gelezen worden in de Nederlanden omdat driekwart van de hier aanwezige Marokkanen uit dat Rifgebergte komen. Vooral in Nederland heeft men Hart herontdekt en nogal wat journalisten zijn na lectuur van zijn boeken ter plaatse een kijkje gaan nemen of hebben aan Nederlandse Marokkanen gevraagd of de tradities van dertig jaar geleden in het Rif hier en nu nog altijd gelden. Het antwoord was ja met stip. Eerlijk is eerlijk, de “cultuur” van het Rif is inderdaad bijzonder fraai en een absolute verrijking die zeker wat leven in de brouwerij brengt in die suffe ingedommelde vreedzame lage landen.

Het Rif heeft een bijzonder bloedig verleden en de grootste Berberstam was het gewelddadigste volk van Marokko. De dorre bodem en teveel kinderen leidden er tot overbevolking en tot permanent onderling geweld waarbij op een moord minder of meer niet gekeken werd tot laat in de 20ste eeuw. De Franse en Spaanse kolonisatoren wisten wel raad met de traditionele geweldsmentaliteit van de Imazighen (de “vrije mensen”) zoals de Berbers zichzelf noemen. Zij rekruteerden graag en veel van deze Marokkanen voor hun legers. In de jaren zestig verschenen andere Europese rekruteerders in het land en koning Hassan liet zich niet pramen: hij zond hen opzettelijk naar het Rif en op die manier was hij een flink deel van de geweldenaars en lastposten kwijt. Meer nog, ze stuurden braafjes geld naar huis â€" wat Marokko natuurlijk ten goede kwam.

Ook vandaag gaan die transfers nog altijd door. Nederland schat dat Marokkanen jaarlijks ongeveer 1 miljard Euro naar Marokko zenden en er is geen reden om aan te nemen dat de Marokkanen in dit land minder geld overmaken. Het Rif is daardoor niet langer meer een van de armste streken van Marokko, temeer omdat er sindsdien twee bloeiende nijverheidstakken zijn bijgekomen. Riffijnen hebben zich gespecialiseerd in illegaal vervoer. Bijna alle Afrikaanse gelukszoekers die de Canarische eilanden of Spanje en Portugal willen bereiken doen een beroep op de scheepjes van Riffijnse mensensmokkelaars. Maar het echte grote geld verdienen de Berbers met de hasjteelt, waarschijnlijk een paar miljard euro per jaar. Overal zijn er officieel verboden hennepplantages, maar de Marokkaanse overheid denkt er niet aan op te treden.

De Europese Unie pompt inmiddels veel geld in het gebied in de hoop de boeren te overtuigen wat anders te produceren: tomaten bijv., maar hennep is nu eenmaal gemakkelijker te telen en Marokko is met zijn 2 miljoen kilo per jaar de grootste producent ter wereld. Voor vele Marokkanen uit Europa is drugshandel dus gewoon een handeltje met hun eigen familie of de eigen dorpsgenoten, zodat het bijzonder moeilijk is voor de politie om in zo’n gesloten milieu te infiltreren.

Marokkanen uit het Rif hebben nog een bijzondere kwaliteit. Andere Marokkanen noemen hen soms de “Berbers van de eer” omdat de Riffijnen geobsedeerd zijn door het gedrag van hun vrouwen. Nergens in Marokko worden vrouwen zo gecontroleerd, bespioneerd en geregeld gecorrigeerd met de harde hand als bij deze “vrije mensen” (zolang ze mannelijk zijn). Meisjes worden van in hun jeugd geïndoctrineerd dat ze minderwaardig zijn en volstrekt moeten gehoorzamen want anders… Op hun beurt voeden de getrouwde vrouwen en grootmoeders hun dochters op met deze slavenmentaliteit. Ook vandaag is het nog altijd praktisch onmogelijk dat een man die niet de vader, de broer of de echtgenoot is een vrouw te zien krijgt, laat staan dat hij haar mag spreken. Dit zijn dus de gekneusde sukkels die massaal verkocht worden aan het (achter)neefje uit Antwerpen of Rotterdam.

En om eventjes op die criminaliteit terug te komen: in het Rif heeft altijd de wet van de sterkste geheerst. Dat betekent dat ook vandaag nog jonge heren met die achtergrond permanent proberen te ver te gaan en daar dikwijls in slagen. Regels zonder dwang of strenge straffen zijn in het Rif geen regels en worden dus niet gerespecteerd. Beuzelpreken zonder een letterlijke stok achter de deur hebben geen enkel effect. Rif-Marokkanen kregen de hik van de lach met de Nederlandse naïviteit toen journalisten van het NRC hen vertelden hoe sommige Marokkaanse vaders zich schamen voor het gedrag van hun ontspoorde zonen. Ze vertelden die domme Nederlanders dat sommige papa’s misschien niet altijd en ieder moment even fier zijn, maar de Riffijnen voegden er aan toe dat de vaders in de eigen kring meestal trots zijn op de boevenstreken van hun lieverdjes. Een gewelddadige zoon is in de Berbermentaliteit een soldaat waar je mee naar de oorlog kan trekken en die het eigen territorium zal verdedigen en liefst nog uitbreiden. Daar mag af en toe de handrem op maar ook niet te veel. En dus hebben vele families, ook in Europa, geen groot probleem met overvallen, diefstallen en inbraken. Maar ja, gelukkig voor de daders bestaan “culturele” verschillen plotseling niet meer als er criminaliteit in het spel is en dus blijven onnozele rechters “verschrikkelijke” taakstraffen van 50 uur dienstbetoon geven. De gewelddadige boeven zijn er van onder de indruk.

Bron: www.brusselsjournal.com, 19 april, 2006.

http://www.brusselsjournal.com/node/996
#104
Cultuur / Anzar
17/04/2006 om 19:23:22
Anzar is the masculine name for rain, but rain with a distinct personality. Anzar is the benevolent element which helps the vegetation grow, crops to be harvested and animals to flourish. In this way rain, likened to seed or semen, enters into white magic rituals. When the rain is long in coming, Anzar has to be cajoled in every way into distributing his life-giving force. Berbers came quite naturally to the conclusion a long time ago that the best way of going about this was to find Anzar a “bride”, who would stir his sexual desire and thus create favourable conditions for the spilling of the life-giving liquid.


This naïve sexual symbolism is within the same order of thought as other practices such as naked women bathing during the summer solstice, during Awusu, already condemned by Saint Augustine in the fifth century, the “nights of error” widely reported in various locations and at different times in North Africa, and since time immemorial, the more or less symbolic sexual practices accompanying the Cereres cult.

In the tradition of Anzar’s bride, which is to be found throughout the Maghreb region but especially in the pre-desert regions, a wooden doll, made out of a pestle or a ladle, is dressed up. Its arms are fashioned out of two spoons meant to catch, and to conserve in a symbolic fashion, the long-awaited rainwater. In some places, such as Tabelbala (Saoura), they make a proper dress, cut out and sewn around the wooden figurine which is then adorned with various necklaces and bracelets to give the impression that this is a real wedding ceremony. The most usual name given to the doll is a variant of ghanja (Taghonja, Tarenza….) alluding to the spoon symbol and receptacle which is linked to food and thus doubly effective. Often the doll is just called Tislit n unzâr (Anzar’s bride) or Tislit n w aman (the bride of water). In the Rif mountains, they use a winnowing shovel in preference to a spoon to serve as a frame for the doll; the beneficial symbolism here is obvious, the shovel is also a receptacle and is furthermore regarded as sacred because of its link to harvesting.

The female doll is, in certain regions (Tasemtit, High Atlas Mountains) accompanied by an image of Anzar himself. Anzar is all dressed in black to portray a sky full of rain clouds. Anzar’s bride is carried by a women who sometimes merely brandish a ladle or large spoon during the procession (Tunis, Jerba, M’zab…) In the places where the rite has lost all its meaning, it can take the form of a carnival parade by children who remember, however, to chant the prayers for rain.

Several observations or tales have led scholars to think that the actual doll is only a re-enactment of a real bride offered to the rain. The text collected by H. Genevois from the At Ziki of High Sebaou (Kabylie) is quite clear. There are two parts to the text: an explanation as to the origins of the ceremony and a description of the ceremony itself as it was carried out “at a time when the At Qasi and the At Jennad were fighting the Turks” in other words, during the 18th century. The legend can be resumed thus: Anzar, the Rain King (the world aguellid is employed here on purpose) wanted to marry a marvellously beautiful young girl who had the habit of bathing naked in a river; as she spurned him for fear of what others might say, Anzar turned around the ring that he was wearing on his finger and the river immediately dried up. The young girl then called for Anzar out loud, he reappeared and they were united. The river began to flow again and the earth became green once more. The narrative points out: “These are the origins of this custom, during a drought Anzar must be celebrated without delay and the young girl who is chosen for the honour must offer herself up naked.”

According to this Kabyle account, the rain ceremony was effectively organised by women even though the majority of the population took part. The oldest woman of the village got Anzar’s bride ready and gave a large spoon (aghonja) to the young girl. Throughout the whole time that the procession was winding its way through the village, the bride kept on chanting and pleading with Anzar for his intervention. The families visited by the procession offered food and sprinkled water over the bride. When the women reached one of the village’s sanctuaries, they prepared a meal with the produce offered during the procession. The oldest woman then stripped the bride who wrapped herself in one of the nets which were used to transport sheaves or fodder. She called upon Anzar again whilst walking around the sanctuary, offering herself to the Master of the Rain and mentioning all the living beings, men, animals, and crops that were waiting for the life-giving rain. The women chanted as well, appealing to Anzar on behalf of Mother Earth, who was feeble, dried up and without force. At the same time, pubescent girls grouped around Anzar’s bride, who was still naked, and began playing a ball game called zerzari, often played throughout the Maghreb region and more usually called kura or takurt. This game is played with a kind of hockey stick and a ball made out of cork or rags and its aim is to shoot the ball into a hole prepared for it. The moment that this happens, the bride begins a new, even more urgent, chant with the response sung by the group of young girls. The ball is in its hole, in the same way as seed, and all the women return home. The rain always began falling in the days that followed.

L. Jouleaud, following Doutté, Westermarck and Laoust, did not fail to make the connection between the ancient North African game of kura and the rain ceremonies. According to Westermarck (1914, p.121) in the region of the Ait Warain situated at the north-eastern end of the Middle Atlas range, two or three completely naked women played at kura to make the rain fall. It was the same for the Tsul, to the north-west of Africa, where the players used a spoon to throw the ball. In this way provocative nudity, the symbolic receptacle and the ball game which gave the image of seed falling into the ground were closely linked in the same ritual game.

CAMPS Gabriel
Translated from French by Wendy Ouali
Source: mondeberbere.com
Encyclopédie Berbère, Edisud, Aix-en-Provence, 1989, vol. VI, p. 795-797.

#105
De Nederlandse Rif; Nederlandse Berber-Marokkanen zijn niet loyaal aan de staat Marokko

“De Marokkaanse jongeren in Nederland houden van Nederland én van Marokko”, zegt Mohamed Boudra, de jonge en progressieve burgemeester van El Hoceima. “En dat is tegelijkertijd hun probleem, want zij voelen zich noch in Marokko, noch in Nederland geliefd. De Nederlandse en de Marokkaanse bestuurders moeten voor deze jongeren tegelijk een vader en een moeder zijn.” Boudra was tijdens de gemeenteraadsverkiezingen, op uitnodiging van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), in Nederland. El Hoceima is een van de gemeenten die via het platform van de vng intensieve relaties met Nederlandse gemeenten onderhoudt. Ook anderszins zijn de contacten tussen Nederland en de Rif intensief: in de zomer brengen duizenden Nederlandse Marokkanen hun vakantie door in de Rif, waardoor het aantal inwoners van El Hoceima tijdelijk verdubbelt van dertigduizend tot zestigduizend. De tamtam werkt het hele jaar door. Als er in El Hoceima iets gebeurt wat het vermelden waard is, weten de Riffijnen in de Randstad dat eerder dan de regering in Rabat.

Abdelghafour Ahalli (40), consulent bij een centrum voor maatschappelijke ontwikkeling van allochtonen in Zuid-Holland, legt uit: “Wij zijn transnationaal. Ik ben een Nederlandse betrokken burger, ik heb gestemd, ik neem deel aan de samenleving en aan het debat. Ik heb banden met Marokko, ik stuur geld naar twee zussen daar. Maar wij willen ook een rol spelen in de veranderingen in de Rif. Wij hebben meer geld en kennis dan vroeger, betere banen, en we willen bijdragen aan de ontwikkeling van de Rif.

Wij onderhouden vanuit Nederland intensieve banden met de Rif jnen in Marokko en dragen bij aan de democratisering daar. Wij willen een federale staat waarin de Rif zo autonoom mogelijk is. Spanje met zijn sterke regio s is voor ons een goed voorbeeld. De Rif jnen in het buitenland brengen het meeste geld naar Marokko, maar de Rif profiteert daar niet genoeg van.”

Dezelfde ideeën en opvattingen worden in El Hoceima en omstreken verkondigd. In feite wordt de droom van de grote held van alle Riffijnen, Abdelkrim el-Khattabi (1886-1963) nu omgevormd tot het streven naar een federale staat binnen het Marokkaanse staatsbestel. De toespraak van koning Mohammed VI kort geleden waarin hij aan de Westelijke Sahara autonomie binnen de Marokkaanse grenzen beloofde, is in de Rif dan ook met veel instemming ontvangen.

De verhouding tussen de Riffijnen en de centrale Marokkaanse staat is vanouds problematisch. De zelfstandige republiek van Abdelkrim el-Khattabi, die duurde van 1921 tot 1926, herinneren de Riffijnen zich vol trots, maar staat nog altijd niet in de Marokkaanse geschiedenisboeken vermeld. In 1958 en 1959, kort na Marokko s onafhankelijkheid, sloeg de toenmalige kroonprins Hassan II volksopstanden bloedig neer. De banden met Mohammed VI, die na zijn aantreden als koning een rondreis maakte door het gebied waar zijn vader na 1959 nooit meer een voet had gezet, zijn beter. Maar de Waarheidscommissie, die recentelijk onderzoek deed naar de schendingen van de mensenrechten, werd er uitgejouwd en slaagde er niet in het wantrouwen ten opzichte van de staat weg te nemen. De Rif jnen willen excuses van de staat voor het bloedbad van 58/ 59 en collectieve herstelbetalingen. “De Marokkaanse staat is nog net zo corrupt als vroeger”, zegt Abdelghafour Ahalli. “Het is een systeem van cliëntelisme, waar grote belangen spelen. Mensen die aan de macht zijn, willen niets van hun privileges afstaan, en het leger is ook een grote macht op de achtergrond.”

De hulpverlening na de aardbeving die de regio van El Hoceima trof op 24 februari 2004 is door een aantal leidende guren, onder wie burgemeester Boudra, aangegrepen om een dynamiek van verandering op gang te brengen. “Mensen moeten de mouwen opstropen en zelf aan de slag gaan”, zegt architect Mohamed Cheikh bij een van de wederopbouwprojecten in de omgeving van El Hoceima. “De Rif heeft een groot potentieel op toeristisch gebied, en we moeten het geld van de Rif jnen in het buitenland hier investeren in werkgelegenheid en projecten die het gebied tot ontwikkeling brengen. Als je alleen geld naar je familie stuurt, verandert er niets. De droom van veel van onze jongeren om naar Europa te emigreren is in feite de dood in de pot voor onze regio, want dat maakt hen passief, terwijl we juist zelf het heft in handen moeten nemen en niet wachten tot de staat alles voor ons regelt.”

In Amsterdam stelt wethouder Ahmed Aboutaleb dat het vooral een kwestie van solidariteit is dat hij ook als bestuurder banden onderhoudt met Marokko: “Amsterdam heeft een traditie in internationale solidariteit na rampen, en gelukkig konden we ook de Rif bijstaan na de aardbeving. Vanuit de gemeente willen we via de vng het maatschappelijk middenveld en de vakbonden ondersteunen, om zodoende de democratie in Marokko te bevorderen. Met de Marokkaanse overheid wil ik heel kritisch omgaan, want er valt natuurlijk nog een hoop te verbeteren. Ik ben niet loyaal aan de Marokkaanse staat, ik kies voor Nederland. Het is voor mij ondenkbaar dat ik als migrant in het buitenland een zetel zou innemen in het Marokkaanse parlement.”

Binnenkort zullen de MRE, Marocains Résidents à l Etranger, zoals de Marokkanen in het buitenland worden genoemd, een aparte vertegenwoordiging krijgen in het Marokkaanse parlement. Daarop is met name door mre in Frankrijk sterk aangedrongen, omdat ze Marokko meer willen bieden dan alleen deviezen.

In Den Haag benadrukt Farid Aouled Lahcen (38), bestuurder van een landelijke zelforganisatie, het Berber-aspect in de intensieve contacten tussen Nederlandse en Marokkaanse Riffijnen: “Vanuit de Berberbeweging willen we jongeren hier in Nederland in aanraking brengen met hun Berber-roots, met hun oorspronkelijke Berbercultuur, als antwoord op dreigende radicalisering. Die islamitische radicalisering is naar mijn idee onder meer het gevolg van het niet kennen van jezelf, van een gebrek aan identiteit. Als jongeren weten waar ze vandaan komen, wat hun geschiedenis is, als zij hun Berbercultuur kennen en daar hun identiteit aan kunnen ontlenen, dan hebben ze in elk geval een alternatief voor islamitisch radicalisme. En om die Berbercultuur te kennen en uit te kunnen dragen, zijn intensieve contacten met de bron, de Rif in ons geval, uiteraard onmisbaar.”

Aouled Lahcen bemiddelt regelmatig in optredens in Marokko van de band Imatlaa van Nederlandse jongens uit El Hoceima. Afgelopen zomer speelde Imatlaa op het plein van El Hoceima. Ze zongen in het Tarifit, de Berbertaal van de Riffijnen, en af en toe spraken ze hun publiek toe in het Nederlands. De honderden jongeren die het Nederlands verstonden reageerden enthousiast.

”Wat is nu eigenlijk het probleem van Rita Verdonk?” vraagt Aouled Lahcen zich af. “Of we nu twee paspoorten hebben of één, dat staat los van onze dubbele culturele identiteit. Ons Berberschap kan fungeren als brugfunctie, een democratisch referentiekader voor de Riffijnen. De Nederlandse overheid zegt dat versterking van de Berber-identiteit onze integratie in Nederland tegengaat, maar mijn stelling is het tegenovergestelde. Als ik weet wie ik ben, Nederlander en Berber tegelijk, en dat gaat heel goed samen, dan ben ik een evenwichtige burger in de Nederlandse samenleving met sterke banden met de Rif. Overigens bepleit de Nederlandse overheid wél de instelling van een Arabisch instituut met het argument dat dat de integratie bevordert. Dus eigenlijk zijn ze het met mij eens.”

De Nederlandse overheid lijkt er nog altijd niet van doordrongen te zijn dat de Marokkaanse Berbers geen Arabieren zijn en zo ook niet benoemd willen worden. “Dat komt doordat de overheid Marokkaanse gesprekspartners heeft die tegen de Berbers zijn”, weet Farid Aouled Lahcen.

Ook hij doorziet het huidige charmeoffensief van de Marokkaanse overheid, die de voormalige leden van de Waarheidscommissie naar het buitenland stuurt om daar te vertellen hoe succesvol de commissie was en hoe democratisch Marokko nu is. “Het gaat de Marokkaanse overheid maar om één ding: het geld van de MRE. Daarom vindt de Marokkaanse regering het nu goed dat de mre vertegenwoordigd zullen worden in het parlement. Degenen die daar in gaan zitten doen dat vooral om hun eigen pensioen veilig te stellen.”

Om een idee te krijgen: een Marokkaanse parlementariër strijkt, met alle vergoedingen en douceurtjes meegerekend, tegen de tienduizend dollar per maand op, een vorstelijk inkomen in vergelijking met degenen die moeten rondkomen van het minimumloon van minder dan 180 dollar per maand, of met de twintig procent van de bevolking die moet zien te overleven van minder dan een dollar per dag.

Alle pogingen van minister Verdonk ten spijt om de Marokkanen te dwingen in Nederland te assimileren, om de grenzen te sluiten, import van bruiden en bruidegommen tegen te gaan en mensen te dwingen hun Marokkaanse nationaliteit op te geven (iets wat Marokko niet toestaat), blijft het Marokkaanse overheidsbeleid erop gericht Marokkanen in het buitenland te laten werken en hun loon in Marokko te ontvangen. Met de opkomst van de Berberbeweging eisen de Riffijnen nu hun deel van de koek op. Aouled Lahcen: “De Nederlandse Riffijnen zullen altijd solidair blijven met de Rif en met Marokko in het algemeen als het gaat om democratisering, ontwikkeling, mensenrechten en vrouwenemancipatie. Maar daarbij is absoluut geen sprake van loyaliteit aan de Marokkaanse staat.”

Bron: de Groene Amsterdammer, 14 april, 2006.
#106
'Agenten betrokken bij liquidaties onderwereld'

AMSTERDAM - De liquidaties in de Amsterdamse onderwereld zijn gepleegd met de hulp van twee corrupte politieagenten. De twee zouden criminelen tegen betaling informatie hebben verstrekt over de verblijfplaats van hun rivalen.


Dat zou blijken uit justitiedossiers die de Amsterdamse televisiezender AT5 in handen heeft. De twee, rechercheur Jacques K. en oud-agent Hans van E., zitten vast op verdenking van het lekken van informatie aan de Hells Angels.


Volgens de stadszender is dit de eerste link tussen de afrekeningen in het criminele circuit en corruptie bij de politie. De twee agenten zouden tien jaar lang politie-informatie hebben gelekt naar journalisten, advocaten en criminelen. Crimineel Mink K., die momenteel vastzit voor moord, zou dat vanuit de gevangenis hebben gezegd tegen zijn vriendin in een door de recherche afgeluisterd gesprek.

Afgeluisterd

Uit het dossier zou verder blijken dat Jacques K. en Hans van E. al jaren werden afgeluisterd. Ze werden begin januari door een opgezette val opgepakt en moeten over twee weken voor het eerst voor de rechter verschijnen. De twee zouden ook informatie naar advocaten hebben doorgespeeld, onder wie de raadsman van Hans van E., Nico Meijering. De advocaat ontkent dit tegenover AT5.

Ook de invallen in clubhuizen van de Hells Angels zouden niet het gewenste resultaat hebben gehad door tips van de twee verdachten. In één van de clubhuizen zou de politie een briefje hebben gevonden waarin de leden van de motorclub werden gewaarschuwd voor een aanstaande inval.

Bron: www.nu.nl
#107
Filosofie / Kahlil Gibran
13/04/2006 om 00:21:51
Hij is 1 van mijn favoriete vertellers van wijsheden. Hier een klein verhaaltje uit zijn boek 'de Dwaas,' een klein boekje met korte satirische verhalen die je (sommigen dan) aan het denken zetten:

De Dwaas

Je vraagt me hoe ik een dwaas werd. Het gebeurde aldus: Op een zekere dag, lang voor vele goden geboren waren, ontwaakte ik uit een diepe slaap en zag dat al mijn maskers gestolen waren â€" de zeven maskers die ik in mijn zeven levens gevormd en gedragen had â€" ik snelde ongemaskerd door de volle straten en schreeuwde: ‘Dieven, dieven de vervloekte dieven!’
Mannen en vrouwen lachten me uit en sommigen liepen uit angst vlug naar hun huizen.

En toen ik op een markt kwam, riep een jongen die op het dak van een huis stond: ‘Het is een dwaas.’ Ik keek naar hem op; de zon kuste voor de eerste maal mijn naakt gelaat en in mijn ziel ontbrandde de liefde voor de zon, en ik verlangde niet meer naar mijn maskers. En als in een droom riep ik: ‘Gezegend, gezegend zijn de dieven die mijn maskers stalen.’

Zo werd ik een dwaas.

En ik heb in mijn dwaasheid zowel vrijheid als veiligheid gevonden; de vrijheid der eenzaamheid, en de veiligheid van niet-begrepen-worden. Want wie mij begrijpt, maakt iets in mij tot slaaf.
Maar laat ik niet te trots zijn op mijn veiligheid. Want ook een dief in de gevangenis is veilig voor een dief.

#108
In de media / Forum amazigh.nl in de Contrast
08/04/2006 om 20:22:15
Iemand de Contrast van deze maand gelezen? Met o.a een artikel van Asis Aynan over politieke discussies op internet. O.a. Mbtizi, Sa3ied, wathaytseda3 en Miss F. werden geciteerd in het artikel.
#109
Muziek / Ouarda Assirem
23/03/2006 om 13:59:15
http://www.marocaudio.com/index.maghreb?p=Berbere%2FKabili%2FOuardia%20Assirem

Heerlijk muziek. Vooral op een mooie serene lentedag als vandaag.
#110
Literatuur / Marokko uit de schaduw
10/03/2006 om 16:08:54


Deze uitgave van het SMT, die bij uitgeverij Aksant is verschenen, plaatst een kritische noot bij de viering van 400 jaar Marokkaans-Nederlandse betrekkingen, die vooral veel folklore kende. Het is immers duidelijk dat het niet zo botert tussen Nederland en Marokko, dat Marokkaanse immigranten in Nederland allerminst geliefd zijn en dat er in Marokko zelf ook nog wel het een en ander valt te verbeteren. Marokko uit de schaduw gaat verder dan louter antropologische beschrijvingen en schuwt de scherpe kantjes niet.
Het boek schetst een breed perspectief door uiteenlopende onderwerpen te belichten. Aan de orde komen de recente politieke ontwikkelingen in Marokko, het Marokkaans jodendom, de Marokkaanse arbeidsmigratie naar Nederland, de Amazighbeweging, de rechten van vrouwen (Mudawwana), de politieke islam in Marokko en de Marokkaanse economie.

De artikelen in het boek zijn geschreven door Mohamed Rabbae, Mohamed Amezian, M'hamed El Abdouni, Farid Ben Kaddour, Habib el Kaddouri, Ahmed Charifi, Nawel Jallal, Abdelghafour Ahalli en Saïd Bouddouft.
#112


NIO live radiodebat in de Melkweg Amsterdam, dinsdag 7 maart van 16.00 uur tot 18.00 uur op radio 747. Belangstellenden zijn van harte welkom vanaf 15.00 uur.

Live radiodebat ‘Moslims en de Gemeenteraadsverkiezingen’ in de Melkweg 

Op 7 maart vinden in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. Volgens meerdere opiniepeilingen gaan stemgerechtigde allochtonen, waarvan een groot deel islamitisch is, voor het eerst in tien jaar op grote schaal stemmen. Verwacht wordt dat zij een groot machtsblok gaan vormen. Waarom maken moslims massaal op 7 maart de gang naar de stembus? Wat verwachten moslims van de politiek? En wat kan de politiek voor moslims betekenen? 

NIO Radio praat hierover met onder andere:

- Ahmed Marcouch, PvdA Amsterdam

- Orhan Kaya, GroenLinks, Rotterdam

- Abdurrazaq Khoulani, Islam Democraten Den Haag,

- Kamal Bellachab, Luis in de Pels Utrecht

- Sabit Ozer, CDA Amsterdam

De muzikale bijdrage is van de Marokkaanse rapper Salah edin en de Turkse rapgroep ‘Arka Sokak’ die live optreden. 

Het debat is live te volgen op radio 747. 

Belangstellenden zijn vanaf 15.00 van harte welkom in de Melkweg.

Het debat begint precies om 16.00 uur. Wees op tijd!

Datum: dinsdag 7 maart 2006

Plaats: de Melkweg, Lijnbaansgracht 234a, 1017 PH Amsterdam.

Aanvang: 16.00 uur, de zaal is open vanaf 15.00 uur

Toegang: gratis

Voor meer informatie: Mohammed Bouzia, op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur via 035-677 27 87

--------------------------------------------------------------------------------

Voor de redactie:

Nadere informatie bij de redactie van de NIO, te bereiken tijdens kantooruren via 035-6772727, of Redactie@islamitischeomroep.nl
#113
Muziek / Ik zoek muziek van Issaghwan n Arif
27/02/2006 om 11:24:11
Kwam net 1 nummer van ze tegen die al zeker 12 jaar oud is. Helemaal verdronken in nostalgie.

http://www.geocities.com/almanzah_nl/Iseghwan_Narif_Wayaral_Layema.ram

Heeft iemand meer?
#120
Het Marokkaanse accent is populair in de Randstad. En niet alleen onder Marokkanen, ook veel Turken, Grieken en zelfs autochtone Nederlanders gebruiken een Marokkaanse tongval graag. Tot die conclusie komen Marjolein Dorleijn en Jacomine Nortier in het onderzoek dat ze vorig jaar op het congres van het Genootschap Onze Taal presenteerden. Het onderzoek werd deze maand in de uitgave van het blad Onze Taal gepubliceerd.

Voor Marokkanen van de eerste generatie is het niet raar dat ze een accent hebben. Voor tweede- en derdegeneratieallochtonen wel. Ze zijn hier immers opgegroeid. Ze blijken echter heel bewust te kiezen voor het Marokkaanse accent. Op die manier geven ze aan dat ze bij de Marokkanen horen en niet bij de autochtone Nederlanders, concluderen Dorleijn en Nortier. Wel hangt het erg af van de situatie. Bij een sollicitatie wordt geprobeerd het accent onhoorbaar te maken, maar toen bijvoorbeeld Ali B. optrad voor een overwegend Marokkaans publiek, dikte hij zijn licht Marokkaanse accent juist extra aan.

Turken

Ook Turken en andere allochtonen spreken inmiddels met een duidelijk Marokkaans accent. Volgens de onderzoekers heeft dit twee redenen: ze willen graag laten horen dat ze allochtoon zijn, waarbij het minder belangrijk is wat voor allochtoon precies, en het Marokkaanse accent wordt grappig gevonden: ''Het is algemeen bekend dat Marokkanen een beetje leuk accent hebben.'' Die laatste reden zou ook de oorzaak zijn dat tegenwoordig zelfs autochtone Nederlanders met een Marokkaans accent praten. Ook zou het mee kunnen spelen dat Marokkanen meer onderling Nederlands praten, terwijl Turken meer Turks spreken.

De onderzoekers verwachten overigens niet dat het accent het lang uit zal houden. Vijftien jaar geleden was bijvoorbeeld een Surinaamse 'W' ook heel populair en die is nu helemaal verdwenen. Bovendien gebruiken niet-Marokkanen een Marokkaans accent alleen in specifieke omstandigheden en zeker niet als er formeel gesproken moet worden.

De onderzoekers benadrukken dat bovenstaande conclusies alleen betrekking hebben op jongeren in stedelijke gebieden in het westen van het land. Daar werd het onderzoek namelijk verricht. In bijvoorbeeld Tilburg zijn veel minder allochtonen en Marokkanen die daar wonen hebben helemaal niet die harde 'G', die in het westen juist zo kenmerkend is en veel gebruikt wordt in het typische Marokkaanse accent. En ook een Marokkaanse Nederlander zal op een sollicitatiegesprek niet snel met ''Ik ben in Utregt nar sjgol ggan'', op de proppen komen.

Bron: Onze Taal, maandag 20 feburari 2006.