-menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen-menu

Topics - argaz

#1
Meer dan de helft van de Nederlanders is tegen een dubbele nationaliteit. Drie op de vijf achttienplussers vindt dat wanneer iemand het Nederlandse paspoort krijgt, het eigen paspoort moet worden afgestaan. Een kwart vindt dat mensen meerdere paspoorten mogen hebben. Dat blijkt uit vandaag gepubliceerde cijfers van het CBS.

Hebben we het echter over ministers, dan vindt 70 procent dat zij geen dubbele nationaliteit mogen hebben, tegenover 18 procent die dat geen probleem vindt. Vooral lager opgeleiden en 45-plussers zijn niet al te enthousiast over de dubbele nationaliteit. Niet-westerse allochtonen daarentegen hebben niet zoveel problemen met de meer dan één paspoorten. Zestig procent vindt het, niet heel verwonderlijk, oké.

Tot hun 45e verjaardag vindt grofweg de helft dat bij het verkrijgen van een Nederlands paspoort afstand gedaan moet worden van de andere nationaliteit. Bij de oudere leeftijdsgroepen ligt dit tussen de 65 en 70 procent. In Nederland woonden vorig jaar 1,1 miljoen mensen die naast de Nederlandse nationaliteit nog minstens één andere nationaliteit bezaten.

>> http://www.spitsnieuws.nl/archives/binnenland/2011/05/nederland_houdt_niet_van_dubbe.html
#2
In de media / De Amazigh-beweging in Marokko
09/04/2011 om 20:01:11
In Noord-Afrika en in het bijzonder in Marokko en Algerije speelt de Amazigh- (Berber)- beweging een cruciale rol in de vormgeving van de politieke cultuur van de regio. De Amazigh-beweging is een politiek fenomeen, dat door de academici die haar bestuderen, vaak verkeerd wordt gepresenteerd. In dit artikel zal ik ingaan op de Amazigh-beweging in Marokko.

Imazighen

De Imazighen kan je terugvinden in heel Noord-Afrika. In Marokko maken ze 50% van de bevolking uit, in Algerije 30%. Ze wonen in regio’s als Kabyle, Aures, Mzab etc. In Tunesie bedraagt hun aandeel in de bevolking ongeveer 1%, in Libië ongeveer 15%. Ook in landen zoals Mali, Niger, Burkina Faso, Mauritanië en Egypte zijn Amazigh bevolkingsgroepen terug te vinden. Ook de meeste Arabieren zijn van oorsprong Imazighen, maar zijn in de loop der eeuwen geassimileerd met de Arabische cultuur. Elke regio in Noord-Afrika heeft haar eigen Berberse gemeenschap met haar eigen particulariteiten. In Marokko bevinden de Berbers zich in drie grote regio’s: De Rif, Souss en de Atlas. Ook in de grote steden zijn er grote Berber gemeenschappen.
Ontstaan van de Amazigh beweging

Het Marokkaans nationalisme, dat zich ontwikkelde tijdens en na de onafhankelijkheid van Marokko, ontstond in de schaduw van het Arabisch nationalisme. In het Marokkaans nationalisme was echter geen plaats voor de Amazigh-component. De slogan was: één taal (Arabisch), één religie (Islam) en één volk (Marokkanen). Dit zorgde ervoor dat de Amazigh beweging kon ontstaan.

In 1967 werd de eerste Amazigh organisatie opgericht, genaamd AMREC (Association Marocaine de Recherche et d'Echange Culturelle). AMREC werd opgericht in de hoofdstad van Marokko, Rabat. De steden in Marokko zijn grotendeels Arabischtalig, maar ze kennen een grote Berberbevolking. Het is ook in die steden dat de Amazigh beweging haar sociologische basis heeft. AMREC werkte onder de radar en organiseerde geen publieke activiteiten. Want alles wat met de Amazigh cultuur te maken had, was nog altijd gevoelig, in de zin dat het de “eenheid” van Marokko mogelijk kon ondermijnen.

De universiteiten van Fes en Rabat waren de eerste plaatsen waar de jonge Amazigh studenten uit verschillende regio’s elkaar tegenkwamen. Zo begon er een Amazigh bewustzijn te ontstaan. De Amazigh organisaties bleven aanvankelijk vooral beperkt tot de urbane centra en waren eerder gericht op de middenklassen.

Vanaf de jaren '70 duiken Amazigh artiesten die zingen in de eigen volkstaal en de sociale problemen van hun regio’s aankaarten. Deze artiesten hadden  vooral inplanting in de rurale gebieden. De liederen gingen meestal over de sociale dimensie van de problemen, eerder dan over de identitaire. Ze waren meestal van een linkse signatuur en zeer gepolitiseerd. Een goed voorbeeld hiervan is de Riffijnse groep Twatoun, die meermaals in de gevangenis belandden voor hun liederen. De artiesten populariseerden de Amazigh eisen op gebied van taal, cultuur en identiteit. Deze generatie zorgde ervoor dat het Amazigh discours deels in de geesten van de mensen binnenraakte.
Het Agadir charter, Tilleli affaire en het Amazigh manifest

In 1991 stellen een aantal Amazigh organisaties in de stad Agadir een charter samen (Agadir charter), waarin de lans wordt gebroken voor onderwijs in eigen taal: het officialiseren van het Thamazight. Het charter werd door een honderdtal organisaties mee ondertekend en stimuleerde de groei van Amazigh organisaties in rurale gebieden.

Op 1 mei 1994 komen, naar aanleiding van de dag van de arbeid, een aantal organisaties samen in de stad Rachidia. Een zevental activisten van de Amazigh organisatie Tilleli draagt een spandoek met de slogan: zonder Thamazight geen democratie. De activisten worden opgepakt door de politie en moeten voor de rechtbank verschijnen. Dit veroorzaakt, zowel nationaal als internationaal, veel verontwaardiging. Mensenrechtenorganisaties binnen en buiten Marokko voeren campagne om hen vrij te krijgen. Talloze advocaten gaan naar Rachidia om de activisten bij te staan. De activisten komen er uiteindelijk vanaf met boetes en voorwaardelijke gevangenisstraffen. Heel deze episode staat bekend als de Tilleli affaire.

In het zelfde jaar houdt koning Hassan II zijn jaarlijkse troonrede, waarin hij een lans breekt voor de erkenning van de Marokkaanse dialecten (lees Thamazight).  In hetzelfde jaar wordt het nieuws voor de eerste keer in het Thamazight uitgezonden. Met het aantreden van prins Mohammed VI, na het overlijden van zijn vader koning Hassan II in 1999, breekt er een nieuwe periode voor de Amazigh beweging aan.

Op 1 maart 2000 wordt het Amazigh manifest gepubliceerd, geschreven door Mohammed Chafik. Het manifest is zeer scherp voor de Marokkaanse taal, cultuur en het economisch beleid. Een tweetal maanden later, op 13-14 mei vindt te Bouznika een samenkomst van alle actoren binnen de Amazigh beweging plaats. Er komen ongeveer 500 vertegenwoordigers die samen een miljoen handtekeningen hebben verzameld ter ondersteuning van het Amazigh manifest. Één van de ondertekenaars is de bekende mensenrechtenactivist Driss Benzakri, die immers overleden is. Het Amazigh manifest wordt uiteindelijk overhandigd aan het paleis. Op 17 oktober 2001 houdt koning Mohammed VI een toespraak, die uitsluitend over de Amazigh kwestie gaat. Hij verwoordt het als volgt:

The promotion of the Amazigh culture is a national responsibility, for no national culture can deny its roots.

Hierop maakt de koning bekend dat er een Koninklijke Instituut voor de Amazigh cultuur (IRCAM) wordt opgericht. Het IRCAM wordt geleid door Mohammed Chafik en kiest met een nipte meerderheid voor het Tifinagh als officieel schrift. Begin 2003 wordt het Thamazight als taalvak geïntroduceerd in het onderwijs. Het wordt een verplicht vak voor alle leerlingen, zowel Amazightalige als Arabischtalige. In 2006 wordt de academische bachelor Thamazight aan de universiteiten van Fes, Oujda en Agadir ingericht. In 2010 wordt de eerste Amazigh televisiezender op het net gebracht en in hetzelfde jaar beslist het Marokkaanse ministerie van onderwijs om Thamazight als taalvak in te richten voor de Marokkaanse diaspora. Ook wordt er, na een halve eeuw zonder investeringen in het noorden van Marokko, veel geld gestopt in de economische ontwikkeling van de regio.
De Amazigh eisen

De Amazigh eisen, zoals ik hiervoor heb gesteld, werden vooral gepopulariseerd door de artiesten en activisten. Tegelijkertijd duwden de linkse activisten en Amazigh studentenorganisaties de Amazigh beweging in de richting van een politieke beweging van seculier signatuur. De eisen van de Amazigh beweging kunnen grosso modo in twee categorieën geplaatst worden.

1 De introductie van het Tamazight en het Marokkaans Arabisch:

De ideologische wortels van de Amazigh beweging liggen in een reactie op het Arabisme. Arabisme vult de Arabische cultuur aan met de idee van een Arabische natie, die verschillende praktische uitwerkingen kent. De Marokkaanse staat heeft haar identiteit in de grondwet altijd als Arabisch gedefinieerd. Alle Imazighen in Marokko zijn moslims, maar hun moedertaal is het Thamazight. De meeste Amazigh activisten willen deze definitie verruimen tot de Arabisch-Amazigh-islamitisch identiteit. De meeste Imazighen hebben geen probleem met het etiket Arabisch-islamitisch. De Amazigh activisten vallen het Arabisme vooral aan omwille van het ideologische standpunt.

Het Arabisch, dat wordt gebruikt in Marokko, is het Modern Standaard Arabisch (MSA). Het MSA verschilt van het Arabisch dat wordt gesproken door de Arabischtaligen in Marokko. De meeste Amazigh activisten plaatsen de Marokkaanse volkstalen, namelijk het Marokkaanse Arabisch en de Thamazight varianten, tegenover het Modern Standaard Arabisch en het Frans. Hiermee passen ze een links analyseconcept toe. Achter de taal schuilt immers ook een sociale dominantie. Dit is de reden waarom ze een herdefiniëring van de Marokkaanse identiteit willen. Ze herdefiniëren niet alleen de Amazigh identiteit, maar ook de Arabische identiteit. Deze tactiek werpt haar vruchten af. In een wetenschappelijk onderzoek in de stad Agadir (1) wijt men de daling van het Frans in de publieke sector aan de opkomst van het Marokkaans Arabisch en het Tamazight.

2 Democratisering van de samenleving:

Zonder een ideologisch kader is een taal, cultuur of identiteit niet zo betekenisvol. Zaken als vrijheid van meningsuiting zijn inherent verbonden met de taaleisen. Een taal kan niet zonder een vrije pers tot ontwikkeling komen. Eisen zoals het regionaliseren van de staatsmacht heeft nu een volwaardige plaats gekregen in de Amazigh beweging. Ook de modernisering van het Marokkaans familierecht en de afschaffing van bepalingen als het polygaam huwelijk, wordt door velen activisten bepleit. Kortom, men probeert de Amazigh kwestie te koppelen aan reële materiele eisen die verder gaan dan taal en cultuur.
Naar een massabeweging?

De Amazigh beweging heeft de laatste tien jaar veel successen gekend. De protesten in Marokko sinds 20 februari van dit jaar worden voor een groot deel geleid door de Amazigh beweging. Dit is ook het moment waarop de Amazigh beweging naar een massabeweging kan evolueren. De Amazigh beweging wil dat haar eisen leiden tot een domino-effect in de verdere democratisering van Marokko. Vele activisten eisen nu openlijk dat Marokko een constitutionele monarchie wordt naar het voorbeeld van Spanje. Hier zien we de invloed van de jongere generatie.

De Amazigh kwestie zal nog vele jaren als een zwaard van Damocles boven de Marokkaanse politiek hangen. Met de verspreiding van het onderwijs in de rurale gebieden en de urbanisatie van Marokko is er een generatie ontstaan die veel radicaler is dan de Amazigh activisten van de jaren '70. De jongere generatie zal geen genoegen nemen met kleine maatregelen, maar grote hervormingen eisen. Men mag niet vergeten dat de Amazigh beweging een zeer geïdeologiseerde politiek voert rond identiteit. Ze probeert een seculiere Amazigh identiteit te construeren en ze slaagt daar ook in tot op een bepaalde hoogte. Wat de toekomst brengt voor de Amazigh beweging is niet duidelijk, maar ze zal in elk geval een grote rol blijven spelen in Marokko.


1 Développement du plurilinguisme. Le cas de la ville d’Agadir (2010) Montserrat Benitez Fernandez, Jan Jaap De Ruiter, Youssef Tamer, l’Harmattan.
#3
Wat is de bewering?

‘Alleen al in het kader van de gezinsvorming en gezinshereniging importeren we dertigduizend schaapherders uit het Rifgebergte en andere onherbergzame streken per jaar.’

Wie zegt dat?

Kandidaat-senator voor de Partij voor de Vrijheid Gom van Strien.

Waar zegt hij dat?

In een interview met Dub, onafhankelijk platform van de Universiteit Utrecht, dat verscheen op 16 april 2010.

Hoe zat het ook alweer?

Gom van Strien, toenmalig lijstduwer van de PVV-lijst voor de Tweede Kamer, thans vierde op de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer, wil ‘onmiddellijk stoppen met de massa-immigratie van vrijwel ongeletterden’. De oud-directeur van de holding van de Universiteit Utrecht en de faculteit Diergeneeskunde stelt dat het ‘minimaal twee generaties duurt om ze te alfabetiseren’.

In zijn betoog tegen de massa-immigratie zegt hij ook het volgende: ‘Met droge ogen wordt beweerd dat Nederland een kennisland moet worden! En dan importeren we alleen al (!) in het kader van de gezinsvorming en gezinshereniging dertigduizend schaapherders uit het Rifgebergte en andere onherbergzame streken per jaar.’

Wat is waar?

Het getal dertigduizend dat Van Strien noemt, komt niet uit de lucht vallen. Het wordt vaker aangehaald als er wordt gesproken over dit onderwerp. Het is ongeveer het aantal aanvragen dat jaarlijks wordt gedaan in het kader van gezinshereniging en gezinsvorming. In 2010 waren het er volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst 33.170. In 2009 waren het er iets minder: 29.040 verzoeken.

Maar aanvragen kunnen ook worden afgewezen. En dat gebeurt ook heel vaak. Ongeveer de helft van de mensen die een verzoek indienen om naar Nederland te komen om een gezin te vormen of te herenigen, krijgt daarvoor geen toestemming. Die ‘importeren we’ â€" de woorden van Van Strien â€" dus niet.

Hoeveel zijn het er wel? Volgens cijfers die het ministerie van justitie vorig jaar bekendmaakte, kregen 15.355 mensen in 2009 een voorlopige verblijfsvergunning in het kader van gezinshereniging of gezinsvorming. De cijfers over 2010 zijn nog niet helemaal bekend, maar in de eerste vijf maanden van het jaar ging het om 6.630 mensen. Omgerekend naar twaalf maanden komt dat neer op zo’n 16.000 personen.

Tussen 2005 en 2008 schommelde het aantal toekenningen tussen de 11.350 en 15.100. In de jaren daarvoor ligt het hoger. 19.000 in 2004 en in 2003 zijn het er 23.100. Die hogere cijfers zijn logisch, want toen golden de strengere regels die onder minister Rita Verdonk werden ingevoerd nog niet. Maar ook toen het nog relatief makkelijk was om vrouw en kinderen of een zogenoemde importbruid naar Nederland te laten komen, bleven de aantallen ruim onder de door Van Strien genoemde 30.000.

Overigens houdt geen enkele instantie bij welk beroep mensen hebben voordat ze in Nederland komen wonen. Het is onwaarschijnlijk maar in theorie is het mogelijk dat alle mensen die voor gezinshereniging of -vorming naar Nederland komen schaapherder zijn. Maar sinds 2005 zijn dat er dus hoogstens 15.355 per jaar, meer gezinsherenigde of gezinsvormende schaapherders zijn Nederland niet binnen gekomen.

Eindoordeel

De bewering is niet waar.

Reactie van Gom van Strien:

‘Wat betreft de door u aangehaalde passages uit een (breder) interview dat ik vorig jaar aan het universiteitsblad heb gegeven kan ik het volgende zeggen. Het digitale u-blad heeft destijds mijn woorden correct weergegeven. Ik ga ervan uit dat u die op uw beurt correct heb overgenomen, hoewel ik de letterlijke tekst nu even niet bij de hand heb. Het cijferwerk dat u daar aan toevoegt ga ik thans controleren noch beoordelen. Dat is dus voor uw rekening.’

>> http://www.depers.nl/binnenland/559450/Elk-jaar-30000-herders-uit-de-Rif-naar-Nederland.html
#4
Ik zoek een volledige bibliografie op de Amazigh literatuur (alle literair genre).

ttqadegh-ckum.
#5


Les manifestations de 20 février que connurent le Maroc ont causé la mort d'au moins six personnes officiellement, mais selon certaines sources officieuses le nombre de mort serait plus important. Mais qui sont ces morts qui ont laissé leur vie et leur proche pour battre le pavé sans se douter du triste sort qui les attendaient ?

Ces victimes sont toutes originaires de localité amazighe, pour reprendre le jargon du makhzen c'est le "Maroc inutile" ou encore "bled siba". Cependant, ce point fut presque jamais relevé comme si on souhaitait dissimuler ou nier leur identité intrinsèque. Ce Maroc autocratique qui fut bâtie sur la haine[1] envers les amazighes maintient une chape de plomb sur le peuple amazighe qui a fini par se déteindre sur des groupuscules s'affirmant du courant démocratique.

Parmi une composante importante du mouvement #20fev, notamment chez les arabophones, on trouve une catégorie d'individu qui reprenne la rhétorique des dictatures arabes à leur compte afin de minimiser et d'étouffer le fait amazighe. La panoplie complète de cette propagande est utilisée, l'anathème, la menace, l'ennemi de l'extérieur... Dans ce contexte à quoi bon se démener pour recevoir mépris et indifférence si c'est pour mettre au jour un "néo-arabisme".

Les soit-disant nationalistes arabistes de l'époque du protectorat agissaient aussi de la sorte. Nos aïeuls qui combattaient l'occupant arme à la main ont sacrifié leur existence pour libérer notre peuple des chaînes du colonialisme, tandis que cette bourgeoisie citadine et arabe haranguait dans leur salon les masses paysannes amazighes à guerroyer. La suite nous la connaissons tous, les amazighes affaiblis par tant d'années de guerre et peu instruits allaient se voir signifier une fin de non recevoir. Le pouvoir, accaparés par les arabistes, allait pousser et accentuer l'arabisation et la marginalisation de notre peuple.

Cette duplicité organisée a joué sur la fibre religieuse et patriotique pour justifier une prétendu unité face à l'ennemie. Notre conscience identitaire peu développée par rapport à ces intellectuels arabes qui ont été éduqués dans cette nouvelle vision du nationalisme arabe qui venait de poindre au XXe siècle, ont su mettre en application leurs objectifs en instrumentalisant nos ancêtres.

Nous voilà héritier de ce passé douloureux, ainsi les événements internationaux ont redonné l'espoir d'un changement politique. Cette espérance passionnelle provoque fougue et enthousiasme au détriment de la raison, à tel point que nous omettons d'interroger notre mémoire qui pourrait nous éclairer sur la marche à suivre pour ne pas reproduire les mêmes erreurs.

La tonalité de ce mouvement #20fev s'inscrit dans ce qu'appellent bon nombre de commentateur et d'observateur "la révolution arabe". Inspirés par ces révoltes arabes, une nébuleuse d'individus ont profité de l'occasion pour lancer un appel à la manifestation, mais dont les objectifs de revendication immédiate sont relativement flou. Ils semblent vouloir remettre en cause les dérives étatiques, toutefois en évitant toute atteinte au caractère identitaire du Maroc fondé sur l'arabité.

Notre région avant la colonisation européenne était désignée dans la littérature la "berbérie", c'est-à-dire le pays des amazighes. Aujourd'hui, il est admis que notre région est un territoire arabe faisant partie du monde arabe. Cette représentation de notre patrie tend à considérer nous autres amazighes comme des citoyens de seconde zone. Si une telle situation perdurent, même s'il y a officialisation de notre culture au niveau constitutionnel, il n'en restera pas moins que nous serons dominé et sous la tutelle des arabistes.

L'image que se fera le monde de notre pays est que nous sommes des arabes, puisqu'à l'échelle internationale cet état adhéra à toutes les instances arabes qui existent. C'est avec cette conception du Maroc que nous devons marquer une rupture radicale. Si révolution il y a, elle doit intégrer dans ses revendications et objectifs la fin, tel que l'a conçu ce régime, de l'arabité de notre pays et bâtir un Maroc amazighe.

Les arabophones (darija) trouveront aussi leur compte dans cette entreprise, car la majorité de nos compatriotes arabophones sont des amazighes arabisés. Tout ce qu'ils chérissent dans leur marocanité de la gastronomie, en passant par les coutumes, les traditions rappellent l'amazighité. Cette aliénation identitaire a détourné bon nombre de nos concitoyens des réels enjeux sociétaux. Tout développement quel-qu'il soit nécessite de manière vital pour l'être humain d'être en adéquation avec soi-même et son environnement.

Pour ce faire, il faut établir une plateforme politique où seront spécifiées ces revendications. Chacune des composantes au niveau individuel ou collectif de ce mouvement doivent au préalable adhérer à ce projet, seule condition sine-qua-non à la participation des amazighes à ce soulèvement, tant que cela ne sera pas entrepris, notre neutralité dans un premier temps doit être notre mot d'ordre. Gardons-nous donc de tout suivisme aveugle et simpliste, c'est la vie de notre jeunesse qui est en jeux, en une journée elle a déjà fauché plusieurs des nôtres.

Ne soyons pas naïf et dupe à la fois, il en va de notre responsabilité envers les futurs générations. Notre tâche est de bâtir une nation à notre image, libre, démocratique et amazighe. Si nous pouvons convaincre et persuader à notre projet de société le plus large possible d'hommes et de femmes de tout horizon, alors cela rendra plus aisé d'aboutir au renversement de ce régime despotique. Cependant, notre intransigeance sur la question doit être ferme, aucune concession n'est possible sur l'identité fondamentale du Maroc, le Maroc sera Amazighe. Par conséquent, jamais au grand jamais une autre goutte de notre sang doit être versée pour servir des intérêts tiers, nous devons retenir les leçons de l'histoire.

--------------------------------------------

note :

[1] :

" Camarades, l’armée française est déjà expulsée, les bases américaines seront bientôt dans l’horizon, mais le grand problème : comment peut on expulser les Berbères? (Allal Al Fassi - 1957)"

" Awbach (hassan II à la télévision publique qui insulte les Amazighes du Rif en 01/1984)"
#6
Cooperation between the EU and Morocco has mobilized 1 billion 800 million dirham in 2010 in support of important programmes for the benefit of Moroccan citizens, according to a press release from the EU Delegation in Morocco. A new EU-Morocco cooperation programme, signed last July 2010 for the period 2011-2013 will bring the EU financial support to over 2 billion dirham per year, with cooperation focused on priority reform policies, according to the EU Head of Delegation.

The press release said new programmes in the field of fighting illiteracy, agriculture solidarity, rural development, sanitation and de-pollution have also been launched. "Our cooperation focuses on support to Morocco’s priority reform policies and strategies,” said Ambassador Eneko Landaburu. “This choice will be credible as long as Morocco intensifies the pace of implementation of its reforms and mobilizes the human and financial resources necessary for their success. Our partnership is both close and rigorous. We will strongly support any action towards the strengthening of social cohesion and the fight against poverty, which represent fundamental values of the EU."

Much of the cooperation takes place with the government as part of an ongoing straightforward and solid partnership. The EU is also supporting civil society through dialogue, consultation and cooperation: 50 projects underway in the areas of human rights are supported by the EU (including six activities in the field of justice, five related to freedom of expression, four in the fight against corruption and three for local and parliamentary democracy).

Reviewing the achievements of last year, the press release said 2010 was marked on the political level by the first EU-Morocco summit held in Grenada and the creation of the Joint Parliamentary Committee, ensuring political leadership in a bilateral relationship strengthened by the advanced status. The signing of two protocols to the Association Agreement opens up new fields of cooperation through the participation of Morocco in European programmes and the liberalization of trade in agricultural products and fisheries, the press release says. Finally, 2010 has allowed the preparation of a new EU-Morocco Action Plan, which will be finalized in 2011 and will allow the implementation of the dynamics of the advanced status in its ambition to converge to European standards.

A rural development programme in Northern Morocco, focused on the province of Al Hoceima, will be developed in 2011, as well as support for the promotion of gender equality throughout the country. A very ambitious programme "Making advanced status" will be set up to help boost the process of approximation of legislation and Moroccan institutions with those of Europe. The European Union hopes that this process, started in 2010, which requires political and strategic leadership by the Moroccan authorities, is actively pursued. Regulatory convergence is at the heart of the advanced status and its success will be the tangible expression of the EU and Morocco common values. (ENPI Info Centre)
#7

Libya's Berbers join the revolution in fight to reclaim ancient identity

Mountain tribes in the west, also called Amazigh, unite with opposition after decades of Gaddafi repressing their identity




"Have a good revolution," said the Tunisian customs officer, handing back our passports. We set out across the short stretch of no man's land towards Libya beneath a giant image of Muammar Gaddafi, his chin lifted, hands held together in a gesture of unity and victory.

Before we could reach him, a car bearing the flag of Libya's revolution raced out and its driver gestured us inside before speeding around the border post in a wide circle. We could make out the gaping expressions of the police and intelligence officers as they receded into the distance.

"This [is] all free now," the driver said, gesturing at the expanses of mountain and desert.

The roads in western Libya are clogged with makeshift checkpoints. Barricades built of burnt-out cars and rocks and manned by a patchwork of armed militias block the entrances to towns and villages. The fighters here are an assortment of turbaned Amazigh, or Berber, tribesmen, defectors wearing army uniforms and volunteers in mismatched combat fatigues.

The leaders of this uprising are equally varied: one burly military commander, Talibi, in civilian life is an Amazigh poet. Other revolutionaries we met were doctors, engineers, tribal elders, even a web-savvy youth in a baseball cap.

Night had fallen by the time we reached Nalut, where dozens of Amazigh tribesmen stood around campfires guarding barricades and manning checkpoints in the cold. Some carried weapons they had looted from army bases, the rest carried hunting rifles and clubs. The Amazigh we spoke to could not hide their euphoria.

"The fear of decades was broken after what happened in Egypt and Tunisia," said Khairy as he handed us small cups of green tea. The Amazigh have long struggled to retain their cultural rights in Gaddafi's Libya. "We never thought this could happen in our lifetime," he said.

On the outskirts of Nalut we were taken inside a small hut where four black men stood against a wall with their arms held out wide. The fighters flashed torches in their faces. "Mercenaries," one of the tribesmen said. They rummaged through the captives' bags to show us their belongings: a photo album, a few bits of clothing, some socks and a hat.

"We found knives on them," the tribesman assured me. But these terrified young men in their jeans, sneakers and sweaters looked to me like nothing more than young African migrants en route to Europe.

The following morning we went with Talibi, the poet-commander, to a small hill overlooking the highway. Talibi was planning an attack on the border post between Tunisia and Libya so that medical aid and opposition leaders could enter from the west.

Talibi shouted in Amazigh into his two mobile phones. His small guerrilla force of a dozen heavily-built tribesman milled around him, waiting for the order to attack. Between them they had four Kalashnikovs, a few hunting rifles and a stick.

He had spent a year in jail for organising Amazigh activities in defiance of the regime, he said, and his legs carry mangled scars which he said had been inflicted by the torturers of the regime. "They used a drill here," he said, lifting his trouser leg and pointing at three perfect circles. His other leg bore a long scar inflicted by a machete.

When the order was given the tribesmen raced in five pick-ups towards the border. The Libyan policemen opened the gate and let the tribesmen inside without a bullet being fired. As the cars slid to a halt one Libyan soldier ran out of a back door clutching his rifle.

The tribesmen spread out while the intelligence officers and the police huddled in a corner, clearly scared. "Those are the old people of the regime - a spy and former officer," Talibi said. "But now is not the time to take revenge. We need government and law and order, and then we can put them on trial."

Reports arrived that the army was sending reinforcements to the border and Talibi and his men moved out. The rest of the day was spent chasing a column of army pick-up trucks carrying heavy anti-aircraft machine guns. They tracked the convoy from a distance, exchanging intelligence with other tribesmen.

"Look at them they are so happy like they are on holiday," said Talibi.

Five men set up an ambush on a mountain pass while two sat perched on the edge of high cliffs, but the convoy never came through. It had sought shelter in a nearby army camp, the tribesmen said.

The following day we reached Zentan, 60 miles east of Nalut. The town is proud of being the first in western Libya to have risen against the regime, though the crackle of heavy machine guns still rings in the distance. Here, as elsewhere, charred cars and scrap metal block most of the access to the city, diverting traffic into easily defended entry points.

The centre of the town resembles a war zone. The principal buildings of the regime - the headquarters of the security apparatus and the popular committees - have been gutted by fire and adorned with new anti-Gaddafi graffiti. There were long queues in front of petrol stations and bakeries, and the area was running out of basic foodstuffs like sugar and rice.

Fighters waving pistols and Kalashnikovs guarded the gate of the hospital, where the rebels have set up their headquarters. They were tense and edgy. "Don't worry, we are just trying to stop the mercenaries from coming," said one man, waving his pistol nervously in the air as he spoke.

Abdul Satar, the commander of Zentan's most effective fighting unit, is a small and intense man who is prone to explosive bouts of shouting. He sat in one of the hospital's offices with a Kalashnikov at his knees, its bayonet fixed.

Zentan had settled into a certain kind of routine, after falling into the hands of demonstrators a week earlier, he said. The regime and the rebels are fighting a war of attrition, in which the regime sends small army units to fire randomly and then withdraw, while Abdul Satar and his men attack neighbouring checkpoints that have been harassing people as they entered and left town. He was just back from one of these attacks. They had killed one soldier and brought back three injured prisoners.

"We come out to attack them and then we come back and this is how it goes," said Satar. Where did they get their guns? "All our weapons have been captured from the army camps," he said.

Among the dishevelled and tired fighters at the hospital, Othman Zantani, an elegant and softly-spoken medical doctor, stood out. To tell the truth, he said, the revolution was not well co-ordinated.

"It's all happening spontaneously, but now we have to start organising ourselves. I am meeting with a lot of other towns and other tribal elders. We have to move from creating committees that will run daily affairs like health and security and providing aid to the people to creating a political committee that will represent the west of the country, just like what they did in the east. We will co-ordinate with them," he said.

One member of the security committee told me about plans to send weapons and ammunition to Tripoli and besieged cities like Zawiyah. A convoy of munitions was sent two days earlier but was intercepted by regime forces surrounding the city.

"The ultimate plan is to co-ordinate with our brothers from the east and march to Tripoli," said the security leader. "The plan was start marching yesterday, but that was postponed. You see the situation is flexible so we can't really plan, but we have to send armed men to Tripoli. Those are unarmed people who are being massacred. We have to help them."

A few blocks away from the hospital, the revolutionaries have set up a communications room in a nondescript office. There, at a desk covered with thick layers of dust and piled with three landlines, two mobile phones, nine chargers, two laptops and two packs of Marlbororo sits Omar, chain-smoking and glued to the screens of his many devices. He has a baseball cap pulled down over his face as he uploads video footage to YouTube, posts statements on Facebook and updates his contacts at al-Jazeera.

Others in the room were blogging and monitoring the TV and communicating with other activists. "Without this room the revolution would have died," Omar said. "We kept it going." He did not look up.

Some names have been changed


>> http://www.guardian.co.uk/world/2011/feb/28/libya-amazigh-identity-tribes-gaddafi
#8
Politiek / de revolutie van de saffraan
19/02/2011 om 23:56:38
morgen mobiliseert het volk zich van Marokko tegen de dictatuur om politieke veranderingen te eisen.

van talrijke stad organiseert een manifestatie, ressemblements komen op autonome wijze tot stand.

de diaspora moet zich eveneens mobiliseren en voor de ambassades van Marokko gaan blijk geven van en hun broers en zusters helpen bleven aan het land.
#9
Waarom dit woord bestaat niet in de Nederlandse woordenboeken?
#10
The Libyan artist Ali Fates has a mission: “To revive Berber culture.” For years he has been stateless in his own country, after the authorities confiscated his papers for refusing to sing for the country’s leader Muammar Gaddafi. The young man fled to the Netherlands, where he was granted asylum.

By Mohamed Amezian

Mr Fates didn't choose the Netherlands deliberately, "It just happened that way - I just wanted to get out of Libya." He left a younger brother and sister behind. “It hurts to leave them. I hope what happened in Tunisia will happen in Libya. Then I would go back quickly.”

Ali Fates became interested in Berber culture after hearing Ider, a famous Algerian Berber singer. He then started writing lyrics and learned to play guitar. But why sing in Berber? He refuses to sing in Arabic out of principle. “It is my right.”

Raided
In Libya, Mr Fates was arrested for singing at an important Berber festival in Tangier in North Morocco with his band Oessane (Days) in 2006. He was asked to sign a promise never to sing in Berber again in custody, but he refused.

“I lived in Libya without papers for four years. Secret agents watched me perform. I sang in the Berber language Tamazight under surveillance. Last year I was asked to sing at a private occasion at a farm near Tripoli. Armed police raided the farm and threatened us with weapons.”

Other channels
According to Ali Fates, Berber "does not exist" as far as the authorities are concerned in Libya. "Berber artists are treated terribly. I tried to record tapes in a studio in Tripoli, but the owner was sent a warning straight away.”

So Berber artists have their own channels to promote their work, "via mobile telephones, cassettes and computers. You can build a studio at home. We’ve tried everything, but the continual intimidation makes it difficult for Berber artists."

Endangered culture
In the Netherlands, Ali Fates has formed a group with two Dutch friends. They have recently started performing in the Netherlands and Belgium. In Libya he sang about love and daily life, but now his songs are about the political situation in his country. He often dedicates them to prisoners at home. “In Libya, one Berber singer has spent five years in prison.”

Fates is trying to give a new life to Berber society. “I have a mission. I want to revive an endangered culture.”

>> http://www.rnw.nl/english/article/persecuted-refusing-sing-gaddafi
#11
Humor als middel om de radicale islam te bestrijden.

Voor deze special tekende de Marokkaans-Nederlandse cartoonist Abttoy de prenten bij de zeven meest opmerkelijke fatwa’s die het afgelopen jaar de revue passeerden. Voor hem zijn cartoons meer dan expressie alleen. Hij ziet het als zijn plicht om met zijn karikaturen de islamitische jongeren in Nederland te waarschuwen voor het gevaar van een kleine maar intolerante groep radicale moslims.

Abttoy (Al Hoceima) is van Berberse afkomst, studeerde af als kunstschilder in Frankrijk en woont sinds 1991 in Nederland. De Berbercultuur is in zijn werk nooit ver weg. Naast schilder is Abttoy (47) ook schrijver, dichter en zanger. Na de aanslagen in Madrid in 2004 begon hij daarnaast met het tekenen van islamcartoons. Abttoy was op het moment van de gewelddaden in de Spaanse hoofdstad en was furieus over de terreur van deze, voornamelijk Marokkaanse, moslimradicalen. Sindsdien wordt hij vaak aangeduid als moslimcartoonist.

In tegenstelling tot zijn Deense en Zweedse collega’s maakt Abttoy geen controversiële spotprenten over gevoelige thema’s in de islam, zoals Allah of de profeet Mohammed. Toch kan zijn werk gevoelig liggen bij bepaalde groepen moslims. Om die reden publiceert M’hammed uit voorzorg onder zijn Berberse pseudoniem Abttoy.

Salafisme

De radicale islam vormt een van de belangrijkste thema’s in het werk van Abttoy. Salafisten, wahabisten en jihadisten worden door hem steevast ‘baardmannen’ genoemd, radicalen die vrouwen onderdrukken en de democratie willen ondermijnen. Hij heeft salafisme wel eens een van de ergste ziekten van deze eeuw genoemd.

De verantwoordelijkheid voor de in zijn ogen te ruime bewegingsvrijheid van salafistische moslims legt Abbtoy zowel bij de staten in het Midden-Oosten als bij Europese landen. Ook Nederland zou veel kritischer moeten kijken naar de aanpak van de radicale islam. Volgens Abttoy is humor echter een van de beste middelen om de radicale islam te bestrijden. Daarom koos hij ervoor om cartoons te tekenen.

Arabisering

In zijn debuutbundel Cartoons van een Berber (2007) bekritiseert hij naast de salafistische islam ook de onderdrukking van de Berberse taal en cultuur in Noord-Afrika. Vanwege het beleid van arabisering door de Marokkaanse overheid hebben burgers met een Berberse achtergrond het daar niet altijd makkelijk. In Marokko worden Berbers nog steeds stelselmatig achtergesteld op het gebied van onderwijs en de arbeidsmarkt, hoewel de situatie onder het bewind van de huidige koning enigszins verbeterd is.

Op 15 januari wordt Abttoy’s tweede cartoonbundel De s van het kwaad gepresenteerd in de café Het DikT, naast de Centrale Bibliotheek in Rotterdam. Dat Geert Wilders als Vrijheidsbeeld de cover van de bundel siert zegt al iets over de inhoud. De PVV-leider als vaandeldrager van een intolerante partij die een deel ?van de samenleving de grondwettelijke rechten wil ontzeggen. ‘Wilders heeft gelijk maar ook weer niet’, zijn kruistocht zou gericht moeten zijn op de radicalen in plaats van op ‘de islam’.


>> http://www.depers.nl/cultuur/535221/Cartoonist-Abttoy-Wilders-heeft-gelijk-maar-ook-weer-niet.html
#12
Holding company run by King Mohammed VI extracts bribes and concessions from real estate developers, businesses complain

Moroccan King Mohammed VI has worked to weed out corruption in the royal family but through their interests they retain a powerful grip on big business in the country, the WikiLeaks cables say.

Morocco's royal family is using the institutions of the state to "coerce and solicit bribes" in the country's lucrative real estate sector, according to a leaked report from American diplomats.

Information about high-level corruption involving the rulers of Washington's closest ally in north Africa was brought to the attention of the US consulate in Casablanca, Morocco's commercial capital, by a businessman in 2009, leading diplomats to describe "the appalling greed" of those close to King Mohammed VI.

According to the US report, decisions involving Omnium Nord Africain (ONA), a holding company owned by the king, are made only by the king and two of his powerful associates. "To have discussions with anyone else would be a waste of time," the head of the company is quoted as saying.

Royal involvement in business is a hot topic in Morocco but public discussion of it is sensitive. The US embassy in Rabat reported to Washington in a separate cable that "corruption is prevalent at all levels of Moroccan society".

Mohammed, who succeeded his father, Hassan, in 1999, is said to have cleaned up the royal family's act, but it appears he has not done enough.

"While corrupt practices existed during the reign of King Hassan II … they have become much more institutionalised with King Mohammed VI," one cable quotes a businessman as saying. Institutions such as ONA â€" Morocco's largest conglomerate, which clears most large development projects â€" regularly coerced developers into granting beneficial rights to ONA, the businessman was quoted as saying.

In 2008 ONA dismissed Saad Bendidi as chief executive for mismanaging Wana, the company's telecommunications subsidiary â€" a move that drew public attention to the king's business activities. "Despite the intrigue surrounding Bendidi's firing, members of the business community in Casablanca did not find it particularly unusual," the consulate reported. "A long-time franchise holder pointed out that Bendidi's predecessor … also did not last more than a few years at ONA's helm. As one businessperson put it, the palace can be very demanding. When the palace calls, 'if you don't pick up the phone on the first ring you're in trouble'."

Media comment included calls on the king "to exit the business world, citing the inherent conflict between his role as ultimate arbiter of the Moroccan system and leading businessman and banker within it".

The affair "cast doubt on the transparency of the king's business affairs", an "explosive situation" at a time when Moroccans face rising prices for goods whose production and distribution is often assured by the king's own companies. There has long been hushed debate of these issues in Moroccan business circles but "few expect the royal role in ONA to change anytime soon".

The experience of the US consulate's informant "demonstrates a reality, of which most Moroccans dare only whisper â€" the influence and commercial interest of the king and some of his advisers in virtually every major real estate project here", the cable records. "A former US ambassador to Morocco, who remains closely connected to the palace, separately lamented to us what he termed the appalling greed of those close to King Mohammed VI. This phenomenon seriously undermines the good governance that the Moroccan government is working hard to promote."

>> http://www.guardian.co.uk/world/2010/dec/06/wikileaks-cables-morocco-royals-corruption
#13
de aanduiding "asegwas iqebban" dient om de opstand van Arrif van 1958 en 1959 aan te wijzen.

Ik heb in het boek gelezen "La monarchie marocaine et la lutte pour le pouvoir: Hassan II face à l'opposition nationale, de l'indépendance à l'état d'exception"  dat het koninklijke paleis heeft in het geheim de Fransen aan de opstand geduwd en om hun woede op de partij Istiqlal te rijden. het doel van deze manoeuvre was de partij van Istiqlal te verhinderen om met te concurreren de koninklijke macht, en om het koningschap als te plaatsen dat absolute van de macht verwijst en om het koningschap te plaatsen zoals verwijzend absolute van de macht.
Maar ook aldus het mogelijk maken om een beleid van de ontzetting uit te oefenen namens de nationale eenheid, wat de nieuwe marokkaanse staat zal versterken en hij zal iedereen in opstand kwamen toekomstig dank zij deze angst verhinderen.
deze strategie schijnt tot de Franse revolutie en tot hun beleid en moordpartijen geïnspireerd begaan tegen de gebieden vendéenne : http://nl.wikipedia.org/wiki/Terreur_(Franse_Revolutie)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Opstand_in_de_Vendée

wat gelooft u van dit standpunt?

persoonlijk heb ik de intieme overtuiging dat de opstand van 1958/59 de manipulatie is geweest, wie zijn precies de aanstokers? weet ik niet. maar hij er heeft zeker eveneens het samenzwerend buitenlander (frankrijk is het zeker, egypte? USA?)).

In ieder geval moet men het licht doen over deze historische periode en de politieke lessen van dit tijdperk tegenhouden om niet dezelfde fout opnieuw te beginnen. Men kan niet deze moordpartijen vergeten en vergeven, hun misdaden moeten gestraft worden
#14
Evenementen / El Hizjra-wedstrijd
30/11/2010 om 12:50:14
El Hizjra houdt voor de 19de keer de literatuurwedstrijd voor Arabische en Tamazight sprekenden.
beeld/2010/11/schrijven.jpg - schrijven

De El Hizjra (vertrekken of migratie, red.) Literatuurwedstrijd heeft al vele bekende auteurs opgeleverd zoals Abdelkader Benali, Mohamed Benzakour, Rhodan al Galidi en Khalid Boudou.
De deelnemers aan de Literatuurwedstrijd mogen in het Nederlands, Arabisch en/of Tamazight schrijven. Meerdere teksten mogen opgestuurd worden maar samen mogen de teksten niet de 2000 woorden overschrijden. Het werk mag niet eerder gepubliceerd zijn. Voor alle voorwaarden, klik hier.

De inzendingen van de winnaars worden gepubliceerd in een speciaal boekje dat wordt uitgegeven door uitgeverij Van Gennep. De winnaars ontvangen een geldprijs van â,¬ 400 en een masterclass om hun talent nog verder te ontwikkelen. Voor elke leeftijdsgroep zijn er aparte categorieën ingesteld: gedichten, verhalen, essays en toneelteksten. Verder zijn er prijzen voor bijdragen in het Arabisch en Tamazigth.

De uiterste inzendtermijn is 9 januari 2010. Op 15 mei worden de prijswinnaars in een feestelijke uitreiking bekend gemaakt (aanwezigheid als winnaar verplicht). 

>> http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/11/25/el_hizjra-wedstrijd/
#15
Spanje, dat deel van de Europese Unie uitmaakt, heeft Tamazight als een van de talen van zijn land erkend. Zoals de autonome stad Mritc onder soevereiniteit Spaans is, alsdan autochtoon wordt van deze stad door de Spaanse staat erkend.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Handvest_voor_regionale_talen_of_talen_van_minderheden

Nederland heeft twee talen erkend (Jiddisch in Romani) die niet- territoriale talen zijn, maar die talen zijn die in Europa worden uitgeoefend.

Tamazight is eveneens in deze situatie, dan waarom Nederland eveneens het Frans niet erkent ?

#16
APELDOORN - Tientallen jeugdige en volwassen kickboksers komen zaterdag en zondag naar de Sporthal Zuiderpark. Ze geven er demonstraties van hun sport, maar zullen ook in wedstrijdverband de strijd met elkaar aangaan.
Samen vechten ze tegen kanker. De opbrengst van het gala gaat naar een dokterspost in Marokko.

Initiatiefnemers van het gala zijn de Marokkaans-Nederlandse kickbokser Faldir Chahbari uit Brummen en Apeldoorner René Diks. Samen runnen ze een succesvolle kickboks-school in Orden. Aan het gala doen tientallen jeugdige en volwassen kickboksers mee. Zij stappen zaterdag (16 tot 25 jaar) en zondag (6 tot 15 jaar) in een professionele boksring. Een eendagsgala werd al in juni in Zutphen gehouden. Doel van de gala's is het bijeenbrengen van geld voor een dokterspost in het Rif-gebergte van Marokko, waar kankerpatiënten tot 800 kilometer moeten reizen voor een consult of behandeling.

Voor het project hebben Chahbari en Diks een speciale stichting opgericht die samenwerkt met het Emma Kinderziekenhuis, onderdeel van het AMC in Amsterdam. Het ziekenhuis heeft toegezegd het eerste jaar voor bemanning van de post te zorgen. Voor de dokterspost is 25.000 euro nodig. De organisatoren zijn vol optimisme. ,,In Zutphen hebben we drieduizend euro opgehaald. Met de verkoop van sleutelhangers met kleine bokshandschoentjes en de opbrengst van het Apeldoornse gala zitten we in vijf maanden tijd al op de helft. Ik denk dat we binnen een jaar de eerste dokterspost kunnen openen'', zegt Diks.

Sporthal Zuiderpark ligt aan de 1e Wormenseweg. Zaterdag is het gala tussen 17 en 21 uur (entree 12,50 euro), zondag tussen 12 en 17 uur (7.50 euro).

>>
#20
Wordt het echt zo erg met het immigratiebeleid bij het aantreden van het kabinet-Rutte?

Laten we als voorbeeld eens naar Achmed kijken. Hij woont in een dorpje in het Rif-gebergte in Marokko. Hij is 49 jaar, heeft lagere school en beroepsonderwijs gevolgd en heeft nu een winkeltje. Hij zou naar een ander land willen emigreren om zijn kinderen een betere toekomst te geven, want in het dorp zijn er nu niet veel mogelijkheden om je te ontplooien.

Een oud-oom van hem woont al ergens in een ander land. Hij laat nakijken of Achmed een kans maakt om daarnaartoe te emigreren. Hij heeft 67 punten nodig volgens het systeem van dat land. Hij haalt slechts 51 punten, gezien zijn opleiding, werkervaring en leeftijd. Dat die oud-oom al in dat land woont, scheelt nog wel iets. Maar, aangezien Achmed niet de taal van dat land spreekt, loopt hij 16 punten mis. Als hij die taal vloeiend zou hebben gesproken, zou hij genoeg punten hebben.

Hoe leer je een taal in één jaar? Als hij 50 jaar wordt, verliest hij twee punten, en kan hij emigreren naar dat land helemaal vergeten. Maar een taalcursus die hem in één jaar op het vereiste niveau brengt, is ontzettend duur. En hij moet die zelf betalen, inclusief de toets aan het einde van de cursus. En dan moet hij ook nog voor de verdere aanvraag betalen en de medische keuringen; de aanvraag alleen al kost minstens 1000 euro voor hem, zijn vrouw en kinderen.

De conclusie is dat voor Achmed emigreren naar Canada niet echt een mogelijkheid is. Meteen moet je je dan afvragen of het komende Nederlandse beleid wel zo onwenselijk en onmenselijk is als ons wordt voorgeschoteld. Canada is een immigratieland bij uitstek en heeft niet bepaald een slechte reputatie op het gebied van mensenrechten.

Canada heeft een duidelijke voorkeur voor jongere, hoger opgeleide immigranten. Het land is zo succesvol in het binnenhalen van die groep, dat een regelmatig terugkerende klacht is: „Hebben we echt meer taxichauffeurs met een doctorstitel nodig?”

Als land moet je ervoor zorgen dat ieder die er woont, hier geboren of later gekomen, zijn of haar capaciteiten ten volle kan ontwikkelen en benutten en zo iets eigens kan geven aan de samenleving van al die mensen. Dat blijkt voor een traditioneel immigratieland als Canada al niet eenvoudig. In Nederland moeten we nog beginnen dat te leren.

De houding tegenover immigranten die met de PVV in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd, is vooral een spiegel van ons aller onvermogen op een volwassen manier met immigratie om te gaan. Voor Nederlanders zijn immigranten zielige, hulpbehoevende wezens. Zielige mensen wijs je niet af, van zielige mensen verwacht je helemaal niets en ze hoeven ook niets bij te dragen.

In de methodes om buitenlanders Nederlands te leren die vanaf de jaren tachtig verschenen, is er altijd wel een werkloze die Achmed heet, of wordt verhaald hoe moeilijk het is voor buitenlanders een baan te vinden. Voor veel Nederlanders is de instroom van immigranten zoiets als ieder half jaar naar de tandarts: ’t is nodig, maar leuk is het niet. En omdat Nederland nooit positief over immigranten is geweest, staan we tegenover Wilders met de mond vol tanden. Wat je niet lief hebt, kun je ook niet tegen haat beschermen.

De politieke retoriek richt zich op de selectie aan de poort, maar die beoogde strengere selectie is nog ver verwijderd van een schending van mensenrechten. De echte toetssteen is hoe we iedereen aanspreken en uitdagen om bij te dragen aan ons samenleven, en ieder te bevestigen als mens door onze waardering voor die bijdrage. Dat vereist een andere houding in Nederland, maar alleen zo kunnen we de rancune van rechts en het verongelijkte van links overwinnen.

>> http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3251684.ece/Immigratie_vereist_een_andere_houding_.html