-menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen-menu

Topics - Sa3ieD

#1
Politiek / Marokkanen in de Tweede Kamer
02/06/2010 om 22:31:06
De Tweede Kamerverkiezingen vinden volgende week plaats. Ik kreeg vandaag de kandidatenlijst in de bus. Uit nieuwsgierigheid nam ik vlug de lijst door om te kijken of ik nieuwe Marokkaanse namen tegen zou komen. Op de kandidatenlijst voor de komende verkiezingen staan 11 Marokkanen. CDA (1), PvdA (3), SP (1), VVD (1), Groenlinks (3), D66 (1) en de Piratenpartij (1). Van al deze kandidaten staan er 5 op een verkiesbare plek, PvdA (2), VVD (1), Groenlinks (1) en D66 (1). Hoewel Samir Allioui van de Piratenpartij de lijsttrekker is is de kans klein dat deze partij een zetel gaat halen. Aan de hand van de peilingen, voorkeursstemmen daargelaten, komen er 5 Marokkanen in de Tweede Kamer....

Lees verder:
http://www.amazigh.nl/2010/06/marokkanen-in-de-tweede-kamer/
#2
Politiek / Gaat Marcouch wethouder worden?
05/03/2010 om 14:08:07
Marcouch heeft een kleine 12.000 voorkeursstemmen gekregen in Amsterdam. Denken jullie dat ze Marcouch wethouder gaan maken? Of anders gesteld, vinden jullie dat ze Marcouch wethouder moeten maken en waar zouden ze hem wethouder van moeten maken?

Ik twijfel tussen een wethouderschap:
1. Homo emancipatie
2. Homo participatie
3. Homo penetratie (ownee dat is alleen in het weekend)

Nee maar zonder dollen. Wat denken jullie?
#3
Hieronder links naar de gedetailleerde uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen:

Utrecht:
Tot op wijk / buurt niveau en op kandidaatniveau:
http://www.utrecht.nl/images/BCD/Bestuursinformatie/publicaties/2010/GemeenteraadUTR2010.pdf

3 Marokkanen in de raad en 2 Turken. 2 Marokkaanse vrouwen zitten voor de PvdA in de raad, dat is 1 minder dan de vorige periode, beiden stonden ze op een verkiesbare plek maar hebben desondanks genoeg voorkeursstemmen. In de gehele gemeenteraad zitten 2 Turken, dat waren er als het goed is 3. Een Turkse man zit voor de PvdA in de raad en is verkozen door middel van voorkeursstemmen, stond op een onverkiesbare plaats. Bij D66 komt een Turkse vrouw in de raad door middel van voorkeursstemmen. Zij stond op een onverkiesbare plaats. Voor Groenlinks komt er een Marokkaanse vrouw in de raad. Stond op een verkiesbare plek maar heeft zoals de dames van de PvdA genoeg voorkeursstemmen.

Opvallend in Utrecht is dat het verlies van de PvdA nog groter zou zijn als de allochtonen niet op ze hadden gestemd. In buurten met veel allochtonen is het percentage PvdA stemmers soms 250% ten opzichte van het stedelijke.

Samengevat 3 Marokkanen en 1 Turk in de raad.

Den Haag:
Op kandidaat niveau
http://www.denhaag.nl/web/file?uuid=a1d41bda-5a61-447b-a5db-ec9b012abab7&owner=97d7a716-b2c4-458c-b886-56601c5fa366

Op stembureau niveau:
http://www.denhaag.nl/web/file?uuid=a09e1d78-789d-433d-9bf5-0855fe3ff9b1&owner=c3790e08-ebbb-4fc5-9d33-2eddb1b06e12

Op wijkniveau:
http://www.denhaag.nl/web/file?uuid=e029e067-ddab-437c-b982-b7899e1aa6c4&owner=c3790e08-ebbb-4fc5-9d33-2eddb1b06e12

Er komen voor de PvdA een Turk en Marokkaan in de raad. Beiden stonden wel op verkiesbare plekken, weliswaar lage verkiesbare plekken, maar hebben beiden meer dan genoeg voorkeursstemmen. Voor d66 komt er 1 Marokkaan in de raad, stond op een verkiesbare plek, nummer 2, heeft wel voorkeursstemmen maar te weinig. Voor de Islam Democraten zijn er 2 personen met genoeg voorkeursstemmen, de nummer 3 en de nummer 4, respectievelijk Turks-Koerdisch en Pakistaans. Kandidaat nummer 3 heeft 500 meer voorkeursstemmen dan kandidaat nummer 4. Het is onbekend wie de raadszetel in gaat nemen. Voor lijst Khoulani heeft de lijsttrekker Khoulani de meeste stemmen, 2098 van de 4755. Iets meer dan 50% van de stemmen op Lijst Khoulani waren voor de Turkse kandidaten die verspreid stonden op de lijst. Bij beide islamitische partijen zou je dus kunnen stellen dat de meeste stemmen voor bepaalde personen op de lijst waren gezien het feit dat de lijsttrekkers geen 50% van de stemmen hebben gekregen.

Samengevat, 3 Marokkanen en 2 Turken in de raad.

Amsterdam:
Op kandidaat niveau
http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2010_gemeenteraad_definitieve_uitslag.pdf

Op buurtniveau:
http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2010_gemeenteraad_definitieve_uitslag

Voor de PvdA komen 2 Marokkanen en 1 Turk in de raad. Beide Marokkanen stonden op onverkiesbare plekken, Marcouch op 29 en Aadroun op 18. Beide komen in de raad dankzij voorkeursstemmen waarbij Marcouch maar liefst 12.000 voorkeursstemmen kreeg. Dat is ruim 7x meer dan de grens van 25% van de kiesdeler. De Turkse kandidaat stond op een verkiesbare plek maar kreeg alsnog genoeg voorkeursstemmen. Voor Groenlinks komt er 1 Marokkaanse vrouw in de raad. Fenna Ulichki, oud voorzitster van Mvvn. Ze stond op een verkiesbare plek maar had ook genoeg voorkeursstemmen. Voor d66 komt 1 Turk in de raad. Stond op een verkiesbare plek maar had ook genoeg voorkeursstemmen.

Samengevat 3 Marokkanen en 2 Turken in de raad. 

Rotterdam:

Op kandidaatniveau:
http://www.rotterdam.nl/PZR/Uitslagen%20verkiezingen%20Rotterdam/Microsoft%20Word%20-%20P22-2_PV%20csb%20vaststelling%20uitslag_GR2010_Rotterdam.doc.pdf

Voor de PvdA zitten er 3 Marokkanen en 3 Turken in de raad. Slechts 1 Turk en 1 Marokkaan stonden op een verkiesbare plek de rest stond op een onverkiesbare plek en is er middels voorkeursstemmen in gekomen. Voor de PvdA hadden maar liefst 12 kandidaten de voorkeursdrempel gehaald. Voor het CDA zit een Turk in de raad dankzij voorkeursstemmen. Voor Groenlinks zit 1 Marokkaan in de raad, niet vanwege voorkeursstemmen. Lijsttrekker van d66 is een Marokkaanse en is dus verkozen.

Samengevat zitten er 4 Turken en 5 Marokkanen in de raad .
#4
Zowel de Islam Democraten als de Lijst Khoulani krijgen een zetel in de Haagse raad. Dit is uniek in Europa. In 2006 waren de Islam Democraten de eerste die als moslim partij in de raad wisten te komen. Met de grote overwinning van de PVV in Den Haag bieden 2 islamitische partijen mogelijkheden tot een weerwoord, mits er goed wordt samengewerkt. Twee aparte partijen zorgen ervoor dat er meer spreektijd is in de raad namens islamitische partijen.

Wat verwachten jullie van 2 islamitische politieke partijen in een raad met 8 PVV'ers?
#5
Ik denk aan het volgende

Utrecht:
PvdA: 10 zetels
Groenlinks: 9 zetels:
VVD: 4 zetels
SP: 5 zetels
CDA: 4 zetels
D66: 8 zetels
Leefbaar Utrecht: 2 zetels
Christenunie: 2 zetels
TON: 1 zetel

Totaal: 45 zetels

Rotterdam:
PVDA: 11 zetels
Leefbaar Rotterdam: 10 zetels
CDA: 3 zetels
SP: 6 zetels
VVD: 3 zetels
Groenlinks: 5 zetels
CU-SGP: 1 zetel
D66: 6 zetels

Totaal: 45 zetels

Den Haag:
PvdA: 10 zetels
PVV: 9 zetels
VVD: 8 zetels
Groenlinks: 4 zetels
CDA: 4 zetels
SP: 4 zetels
D66: 5 zetels
Islam Democraten: 1 zetel

Totaal: 45 zetels

Amsterdam

Amsterdam is niet zo interessant qua verkiezingen. PvdA wint toch wel, zoals de afgelopen 65 jaar.

Wat denken jullie?
#6
Achterstand verklaart criminaliteit niet helemaal
Uitgegeven:    28 juni 2009 09:18

AMSTERDAM - Dat niet-westerse allochtonen relatief vaak worden verdacht van een misdrijf, komt slechts voor een deel door hun achtergestelde sociaaleconomische positie.

Dat concluderen drie wetenschappers in een artikel in de laatste editie van het sociaalwetenschappelijk tijdschrift Mens & Maatschappij.

Zij vermoeden dat ook culturele factoren een rol spelen bij de hogere criminaliteitscijfers onder etnische minderheden.

Zo zou bij Turkse en Marokkaanse jongeren meespelen dat de cultuur van hun ouders en die van de Nederlandse samenleving erg verschillend zijn.

Antillianen

Dat zou tot conflicten en crimineel gedrag kunnen leiden. Bij Antillianen zou kunnen meespelen dat vaders vaak geen deel uitmaken van gezinnen.

De onderzoekers schrijven dat in 2004 1,4 procent van de allochtone Nederlanders tussen de 12 en 60 jaar bij de politie als verdachte stond geregistreerd. Bij de niet-westerse allochtonen was dit 4,5 procent, meer dan drie keer zo veel.

Zij hebben deze cijfers vervolgens gecorrigeerd op een aantal sociaaleconomische factoren, zoals het inkomen van huishoudens.

Autochtonen

De verschillen tussen autochtonen en allochtonen worden dan kleiner, maar zijn nog steeds aanzienlijk. Zo is de kans dat Surinamers van de tweede generatie worden verdacht van een misdrijf 2,2 keer zo groot als bij autochtonen.

Bij Marokkanen van de tweede generatie is dat ruim 3,3 keer en bij Antillianen van de tweede generatie meer dan 1,8 keer.

Positief

De onderzoekers concluderen dan ook: ''Samenvattend kunnen we stellen dat het ook na correctie voor een aantal demografische en sociaaleconomische achtergrondkenmerken niet al te positief is gesteld met de criminaliteit onder niet-westerse allochtonen.''

De wetenschappers Roel Jennissen, Martine Blom en Annemarije Oosterwaal hebben tijdens hun onderzoek cijfers van onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek en de politie met elkaar vergeleken.

http://www.nu.nl/algemeen/2031493/achterstand-verklaart-criminaliteit-niet-helemaal.html
#7
Politiek / Europese verkiezingen
04/06/2009 om 22:49:34
Heb gelukkig op het goede paard gewed. D66 heeft een goede winst behaald. Wat ik wel verontrustend vind is de winst van de PVV, voornamelijk dat ze in bepaalde gemeentes de grootste zijn geworden. Uiteraard is europa een one issue, voor of tegen, maar ben wel benieuwd wat dit dan gaat brengen voor de tweedekamer verkiezingen.
#8
Mededelingen / Opgelet: Rifjet.com
21/05/2009 om 23:18:16
In 2009 werd de luchtvaartmaatschappij Rifjet.com opgericht. Deze biedt vluchten aan tussen Nador en Spanje / Nederland die uitgevoerd worden door de Spaanse chartermaatschappij Pronair. De naam van deze chartermaatschappij werd ook in 2008 genoemd bij een oplichtingszaak in Spanje. De maatschappij JET2R bood toen vluchten aan tussen Spanje en Nador / Tanger die uitgevoerd zouden worden door Pronair. Deze vluchten werden echter nooit uitgevoerd. De aangekondigde vluchten tussen Nador en Rotterdam van Rifjet.com zijn eveneens niet bekend bij Rotterdam Airport.

Met in het achterhoofd de ervaringen met ufoflug.com in 2007 en de gelijkenissen van beide websites raden wij mensen aan voorzichtig te zijn met het boeken van tickets bij Rifjet.com. Ufoflug voerde in 2007 de eerste vluchten ook gewoon uit waarna zij in het hoogseizoen de koffers hadden gepakt met als gevolg duizenden gedupeerden.

Topics met betrekking tot Rifjet.com:
http://www.amazigh.nl/awar/index.php?topic=13017
http://www.amazigh.nl/awar/index.php?topic=12879
http://www.amazigh.nl/awar/index.php?topic=13017
#9
In de media / Jesse Jackson bij Nova College
01/04/2009 om 21:38:28
Bij toevallig zappen zag ik een bekend gezicht op Nederland drie; Jesse Jackson.

http://www.novatv.nl/page/detail/uitzendingen/6833

Wie heeft het gezien en wat vonden jullie er van?
#10
Knulletjes uit Gouda missen zingeving

Samen met minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) en de burgemeesters van Gouda, Amsterdam, Ede, Nijmegen en Utrecht wil minister ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) ideeën uitwisselen over de aanpak. Er wordt gedacht aan regionale politieteams met specialisten en snel opererende praktijkteams. Interessanter is haar oproep aan de ‘Marokkaanse gemeenschap’ â€" deze moet jongeren die dreigen te ontsporen tot de orde roepen.

Maar kan iemand mij vertellen wie dat zijn, de Marokkaanse gemeenschap? Trouwens, hadden we niet in naam van de Verlichting en Emancipatie afgesproken dat we burgers vooral als ‘individuen’ en niet als groep gingen beschouwen? Tijd voor een prettige ontnuchtering: de Marokkaanse gemeenschap bestaat niet, heeft nooit bestaan, en zal, als de tekenen ons niet voorliegen, nooit bestaan.

Natuurlijk, er is een groep burgers die overeenkomsten vertoont in fysiologische kenmerken, die zijn sporen heeft in Noord-Afrikaanse regio’s. Maar verder lijkt Marokko toch vooral op New York: een stukje grond met een duizelingwekkende symfonie van kleuren en klanken.

Om te beginnen loopt er een dikke scheidslijn tussen de arabofone Marokkanen en de Berbers â€" veruit de grootste groep.

Binnen de Berbergroep figureren weer de Beni Touzine, Ibdarsen, Ait Wayagher, Ibeqoyen, Ait Buyahyi, de Sousberbers en dan laat ik er nog een stuk of acht onvermeld. Dit zijn stammen, verspreid over het noordelijke gebied (de Rif) en zuidelijkere delen (de Atlas) van Marokko, met een cultuur en een taal die ouder is dan 3000 jaar. Hun talen en rites vertonen een keur aan variëteit en een minimum aan overeenkomsten.

Nu kan men stellen dat in elke verscheidenheid een eenheid bestaat, alleen ligt dat bij Berbers een tikkeltje anders. Als het gaat om het dragen van verantwoordelijkheid voor collectieve kwesties, en dáár gaat het hier om, hebben we, vrees ik, aan Berbers geen beste partner. Berbers zijn een kleurrijk, poëtisch volk, zeker, maar er is een keerzijde: anarchistisch en deksels argwanend, jegens elkaar, jegens andere stammen, of algemener: jegens elke vorm van autoriteit. De Berber is met alles en iedereen in oorlog, niemand is te vertrouwen, zelfs het Opperwezen niet, hooguit is de Berber loyaal naar de eigen familiekring, dat wil zeggen: het kleine gezinsverband â€" en zelfs dat begint barsten te vertonen. Voor zover er samenwerkingsverbanden aangegaan worden, is dat vanwege sociale druk (religieuze aangelegenheden) of uit (materieel) eigenbelang (trouwpartijen, taxivervoer).

Dit verklaart ook waarom officiële platforms en overlegorganen, alsmede hun woordvoerders â€" uitzonderingen daargelaten, zoals Mohamed Rabbae â€" nooit enige legitimatie, gezag of simpelweg vertrouwen genoten bij hun zogenoemde maar in werkelijkheid fictieve ‘achterban’. Deze vaak ongekozen ‘woordvoerders’ worden vooral beschouwd als opportunistische subsidiemonsters die hun ‘slijmbaantjes’ vooral gebruiken ter meerdere glorie van zichzelf en hun (politieke) carrière. Het is bijvoorbeeld tekenend dat zelfs een woordvoerder als Abou Jahjah, die uit alle macht alles, inclusief zijn eigen veiligheid, op het spel zette voor meer burgerrechten en minder discriminatie, uiteindelijk niet eens de kiesdrempel haalde. ‘We laten ons niet de les lezen door een Arabier.’

M. Benzynhoer
Nrc next
#11
Politiek / Farid Azarkan nieuwe directeur SMN
08/07/2008 om 14:20:46
Het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland (SMN) heeft dhr. drs.
F. (Farid) Azarkan MSc per 1 juli 2008 aangesteld als directeur. Farid
Azarkan gaat leiding geven aan het bureau van SMN. In de afgelopen periode
heeft het bestuur van SMN, samen met dhr. Azarkan, een ambitieus
meerjarenplan ontwikkeld waarmee zij in staat zal zijn om nog beter de
belangen van de Marokkanen in Nederland te behartigen. 

Het Samenwerkingsverband van Marokkanen in Nederland heeft per 1 juli 2008
een directeur aangesteld. De keuze is gevallen op Farid Azarkan. Hij heeft
vanaf december 2007 op interim-basis leiding gegeven aan het bureau van het
SMN. In die periode heeft het bestuur van het SMN, samen met Farid Azarkan,
een ambitieus plan opgesteld voor de komende drie jaar. Farid Azarkan gaat
samen met de beleids- en projectmedewerkers uitvoering geven aan het plan.
Zo zal er prioriteit worden gegeven aan netwerkontwikkeling zodanig dat SMN
in staat wordt gesteld de belangen van de Marokkaanse gemeenschap nog beter
te kunnen behartigen. Het bestuur heeft besloten om te focussen op de
thema’s die betrekking hebben op jongeren, onderwijs, identiteit en
democratisch burgerschap.

Profiel:

Farid Azarkan (36) heeft van 2004 tot 2007 bij de gemeente Amersfoort een
managementfunctie vervuld. Daarvoor is hij vier jaar directielid geweest van
ABC Managementgroep en van 1997 tot en met 2000 heeft hij gewerkt als
regiomanager bij Start Holding.

In 1994 heeft hij zijn opleiding aan de Hoge Hotelschool afgerond. Van 1996
tot en met 1999 studeerde hij Beleid, Communicatie en Organisatie aan de VU
in Amsterdam. In 2005 behaalde hij zijn Master of Science aan de Saxion
Hogeschool/Greenwich Universty.

In het bestuur van de vereniging Facility Management Nederland  (FMN)
vervult Farid Azarkan de rol van secretaris. Daarnaast is hij lid van de
examencommissie van de Hogeschool van Utrecht en lid van het Comité van
aanbeveling van de Netherlands Facility Cost Index (NFC).
#12
Moslims, toon eens wat meer respect: Onze superioriteit, schijnheiligheid loslaten.

Wij moslims moeten ons egoïsme en onze superioriteit, schijnheiligheid en onwetendheid eindelijk eens loslaten.

Met klem verzoek ik de redactie van de Volkskrant dit artikel op te nemen. Hiermee streef ik twee doelen na. Het ene is het eeuwenoude egoïsme van moslims ten opzichte van niet-moslims aan de kaak te stellen. Het andere is bewijzen dat het niet aan de niet-moslims ligt dat wij moslims in een kwaad daglicht worden gesteld.

Wij eisen van niet-moslims dat zij ons geloof respecteren, dat zij onze culturele wensen inwilligen en dat zij ons financieel steunen. Maar wat geven wij aan hen, zonder dat zij daarom gevraagd hebben? Dat volgt hieronder.

Voordat de islam bestond, werd het Midden-Oosten bewoond door mensen die een ideologie praktiseerden waarin beelden voorkwamen, afkomstig uit India. Met de stelling dat je van God geen beeld moest maken, begon vervolgens de leer van de islam. Wat gebeurde er? Overal waar beelden waren te vinden, sloegen gelovigen de boel kort en klein om daarna ongelovigen te bekeren, desnoods met geweld, moord en doodslag.

Onze geschiedschrijvers van toen schrijven hier met trots over, want zij zagen het als een geslaagde heldendaad. En wij verkeren nog steeds in de waan dat de kwaliteit van leven van de oorspronkelijke bewoners wordt verbeterd door tempels en kerken te vervangen door moskeeën, en dat daarmee hun harten worden veroverd.

Heilige namen

Niets is minder waar. Zo zeggen autochtonen, als er weer een kerk wordt veranderd in een moskee: ‘Onze cultuur verdwijnt, maar je ziet wel overal moskeeën.’
Wij noemen onze zonen Mohammed, Hassan en Ali, maar laten toe dat zij deze heilige namen misbruiken door te moorden, vrouwen te slaan, te stelen en geen respect te hebben voor andere culturen. Als wij vinden dat islam staat voor vrede, dan geven zij ons een slechte naam.
Aan de andere kant, zijn deze namen wel heilig? De profeet heeft met zijn aanhang oorlogen gevoerd en eigenhandig gemoord. En zijn de moskeeën wel bovengeschikt aan de godshuizen waarvan en waarop ze gebouwd zijn? In feite zeggen wij dat de islam ondergeschikt is aan de godsdienst die eerst op die plekken werd beleden â€" anders hadden onze voorouders die ‘domme’, niet-heilige, materialen niet gebruikt.

Wij vinden het geweldig dat de islam groeit. Maar er is sprake van een groei van blind geloof. Je kunt van alles geloven, maar geloven zonder enige aanwijzing van bewijs getuigt van grote onwetendheid. Zelf heb ik met steun van mijn ouders de moed opgebracht een diepe kijk te nemen in het islamitische heden en verleden. En dan is er veel dat me treurig stemt.

Onthoofdingen

Om in het heden te blijven: neem de onthoofdingen van niet-moslims in Irak en Pakistan. Die zogenaamde heldendaden worden in naam van Allah uitgevoerd. Wat doen wij? Veroordelen wij die? Nee, wij kijken stilzwijgend toe. Wel gaan wij de straat op als er een beledigend prentje in een krant staat en bedreigen wij politici met de dood. Ambassades van niet-islamitische landen worden neergehaald, er vallen doden door onze passie voor heldendom. Tegelijk is het in de islamitische cultuur al eeuwen heel normaal om heilige elementen uit niet-islamitische culturen belachelijk te maken.

Waarom gedragen wij ons in Nederland respectloos, terwijl wij vinden dat anderen rekening moeten houden met ons?

Dat mensen uit deze culturen hiertegen niet protesteren, toont aan dat zij wijzer zijn dan wij. Wij geven de schuld aan de politiek of de media. Maar Geert Wilders, die is toch niet met de ooievaar gebracht? Als wij wat meer respect zouden geven aan anderen, was hij nooit opgestaan. Vragen wij ons wel eens af waarom er geen anti-Chinese partij bestaat?

Terug naar het geweld. Als in de naam van Allah mensen worden onthoofd of de kogeldood sterven, zegt dat toch niet dat Hij dit goed vindt? En waar staat dat zelfmoordcommando’s als martelaren bij Allah komen? Ook niet-moslims zijn immers Allah’s kinderen. Hoe kan Allah toestaan dat de ene groep ‘kinderen’ de andere groep vernedert, pest of vermoordt?

In India worden vele malen per jaar, veel meer dan in het Westen, treinen, bussen, tempels en andere gebouwen door moslims opgeblazen, in naam van Allah. Zelfs de hindoeïstische feestdagen respecteren wij niet, omdat onze voorouders dat in eerdere eeuwen evenmin hebben gedaan. In India begon de islamitische inval rond het jaar 700. Islamieten hielden India bezet tot ergens in de 18de eeuw. In die eeuwen hebben moslims India met veel geweld geplunderd en bezet. Geestelijken en geleerden werden vermoord, anderen bekeerd of tot tweederangs burgers gemaakt. Christenen, joden en hindoes mochten geen goede banen hebben, moesten godsdienstbelasting betalen en moesten op rantsoen. Dat terwijl wij, maar ook de Europese cultuur, veel te danken hebben aan het oude India, vooral op wetenschappelijk gebied.

Hoofddoekjes

Vorig jaar werd Salman Rushdie in Engeland geridderd. Wat deden wij? Onze islamitische broeders en zusters gingen overal ter wereld de straat op, vooral in Londen, Pakistan en India. Een paar jaar gebeurde hetzelfde in Frankrijk, toen daar hoofddoekjes op scholen werden verboden. Maar als niet-moslims door moslims worden vernederd of vermoord, blijft het stil.

Wat zeggen wij over Maleisië, waar nog steeds beelden in hindoetempels door moslims worden kapotgemaakt? Over Kazachstan, waar een groep niet-moslims door moslims uit hun huizen is verjaagd, de vrieskou in? Over Bangladesh, waar land van niet-moslims wordt ingepikt terwijl de politiek stilzwijgend toekijkt? Over Kashmir, waar hetzelfde gebeurt? Over Iran, waar niet-moslims geen universitaire studie mogen volgen? Over Afghanistan, waar niet-moslims worden bespuugd, uitgescholden en verjaagd door Taliban-achtige moslims? Of over Nederland, waar niet-moslims met soortgelijke tactieken door moslims worden gepest en het liefst uit de wijk verjaagd?

Niets.

Waarom gaan wij tegen deze en andere acties van onze medegelovigen niet de straat op? Waarom gedragen wij ons in Nederland respectloos, nemen wij weinig sociale regels of fatsoensnormen in acht en plegen wij zinloos geweld, terwijl wij hier veel gebruik maken van medische voorzieningen, veel aandacht vragen van leraren en buurtwerkers, veel klagen en vinden dat anderen rekening moeten houden met ons?

Wij zouden ons egoïsme en onze kortzichtigheid, superioriteit, schijnheiligheid en onwetendheid moeten loslaten. Anders kunnen wij beter terug naar onze moslimlanden, opdat niet-moslims rust krijgen en wij verlost worden van de moslimhaat die wij zelf in stand houden.

Samira al-Onal is een gefingeerde naam voor een Nederlandse, hoogopgeleide moslima. Bij uitzondering stemt de redactie soms in met plaatsing van een artikel onder pseudoniem, vanwege de angst van de auteur voor represailles.

Bron: Volkskrant

#13
Plaatsen / Mritc / Melilla
31/05/2008 om 16:56:45
Wie weet waarom wij geen Melilla zeggen maar Mritc, Ceuta en Sebta lijken nog op elkaar qua uitspraak maar Melilla en Mrtic niet.

Ik heb het onderstaande gevonden, ik weet alleen niet of het wel klopt...wie kan het bevestigen dan wel ontkrachten?
------

Pour "Mrirt"...La ville Mlilla que les arabophones prononcent "Mlilliya"...se prononcenr en Rifain comme: Mritc ( lire "c" comme "ch")...Pourquoi cette prononciation...En effet :

Les Rifains transforment le "l" en "r"...ce qui donne dans un premier temps :

Mritc ---> Mlitc

Les Rifains transforment aussi systématiquement le "lt" en fin du mot en "tc"...ce qui donne :

Mlitc ----> mlilt


Il est aussi connu que les Rifains (phonétiquement = s yiles) ne prononcent pas clairement la syllabe "ta" au début de mot...ce qui donne :


Mlilt ---> Tamlilt ------->La blanche


Pour Mrirt...je dirai tout simplemnt que c'est une déformation du " Tamrirt" qui n'est autre que le féminin du " Amrir"....qui peut signifier " Joueu/musicien"...


Zi Arif

http://www.souss.com/forum/forum-linguistique/2616-verbe-jouer-et-nom-dagent-joueur-2.html

#14
Het Moroccan Dutch Leadership Institute (MDLI) is een nieuwe organisatie die gelooft in de kracht van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap en zich richt op het creëren en mobiliseren van een onafhankelijke Marokkaans-Nederlandse voorhoede.

Het instituut is opgezet en wordt, op vrijwillige basis, geleid door een enthousiast en geëngageerd bestuur van vier jonge Marokkaans-Nederlandse professionals.

Het MDLI is volledig onafhankelijk van de overheid en wordt gesponsord door toonaangevende bedrijven.

----

Je wilt werken aan je persoonlijke ontwikkeling als aankomend professional maar tegelijkertijd ook bijdragen aan de verbetering van de positie en het imago van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap?

Je hebt niet alleen een mening over ‘de issues van de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap’ maar steekt vooral graag ook zelf je handen uit de mouwen om er wat aan te doen?

Je wilt deel uitmaken van een nieuwe, assertieve voorhoede van Marokkaanse Nederlanders die de overtuiging heeft dat ze met inzet van eigen talent het verschil kan maken?

Hier is MDLI’s Leadership Academy!

-----

Het Moroccan Dutch Leadership Institute wordt gesteund door toonaangevende Nederlandse bedrijven. Vijf van deze bedrijven doen dat door het MDLI voor langere periode financieel te steunen. Andere bedrijven geven geen geld, maar stellen hun expertise en mensen ter beschikking van het MDLI.

-----

Deelname staat voor het studiejaar 2008-2009 open voor studenten aan de universiteiten in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Delft en Leiden. De selectie van deelnemers zal plaatsvinden in samenwerking met een gerenommeerd werving- & selectiebureau.

Je kunt je tot en met 18 april 2008 aanmelden. Tussen 28 april en 2 mei 2008 vinden de selectiegesprekken plaats. De tweede ronde van de selectie bestaat uit een groepsopdracht en een tweede gesprek, die tussen 5 en 16 mei plaatsvinden.

Aanmelden? Stur elektronisch een motivatiebrief, je (gescande) cijferlijst en je CV naar info@mdli.nl

-----

Het Bestuur:
Vice-voorzitter: Ahmed Dadou

    * Jurist (Internationaal en Europees recht)
    * Deelnemer ‘Het Lagerhuis’ (2000-2005)

Penningmeester: Rochdi Darrazi

    * Econometrist
    * Bestuurslid Marocprofs

Secretaris: Khalid Kasem

    * Jurist (afstudeerdatum: zomer 2008)
    * Oud-voorzitter ‘Ben je bang voor mij?’

Voorzitter: Rachid Majiti

    * Bedrijfskundige
    * Oud-voorzitter Koerswijziging.nl

-------

#15
In de media / Islam & Burgerschap is gestopt
29/02/2008 om 00:51:19
Per 1 januari 2008 is Stichting Islam en Burgerschap gestopt met al haar gesubsidieerde activiteiten.

I&B vervulde vanaf 1999 een voortrekkersrol bij de integratie van moslims in Nederland. I&B had een brugfunctie, zowel binnen de islamitische gemeenschap als tussen moslimgemeenschappen en de rest van de Nederlandse samenleving, en bij maatschappelijke crises fungeerde I&B mede als bruggenbouwer. Door het ondersteunend bureau werden diverse activiteiten georganiseerd. Daarnaast ondersteunde het bureau andere islamitische organisaties, waaronder het CMO en de Vereniging Imams Nederland.

Voor het uitvoeren van deze activiteiten ontving I&B jaarlijks subsidie van de Minister voor integratie. Doordat elk jaar afgewacht moest worden of er opnieuw subsidie zou worden verleend, was het voor de organisatie lastig werken.
Het bestuur van I&B heeft daarom in juni 2007 aan Minister Vogelaar gevraagd om voor een langere periode subsidie toe te zeggen, maar helaas was zij daartoe niet bereid.
Het bestuur van I&B zag zich daarom genoodzaakt de stichting per 1 januari 2008 op te heffen en te stoppen met alle activiteiten. Op deze plek willen wij al onze relaties bedanken voor de prettige samenwerking in de afgelopen jaren.


Interview met Sini op www.amazightv.com
#16
Bezorgdheid om groot aantal zorgleerlingen in Amsterdam
Gepubliceerd op 21 februari 2008

Amsterdamse basisscholieren hebben, na correctie voor hun achtergrondkenmerken (bijvoorbeeld opleidingsniveau ouders en sociale herkomst), driemaal zoveel kans om een advies voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) te krijgen dan leerlingen elders in het land. Dit hangt samen met het feit dat Amsterdamse leerkrachten menen dat hun leerlingen gemiddeld minder cognitieve capaciteiten hebben (terecht of niet) dan leerkrachten die niet in Amsterdam werken. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van de gemeente Amsterdam is uitgevoerd door het SCO-Kohnstamm Instituut.

Onaanvaardbaar

Achmed Aboutaleb, destijds wethouder van Onderwijs van de gemeente Amsterdam, had het SCO-Kohnstamm Instituut gevraagd om het onderzoek uit te voeren vanwege het onaanvaardbaar hoge aantal leerlingen (20 procent) dat niet het beoogde eindniveau van het basisonderwijs haalt. Van alle leerlingen krijgt 18 procent van de leerlingen het advies vmbo plus leerwegondersteunend onderwijs (LWOO), waarbij extra begeleiding leerlingen moet helpen alsnog hun diploma te halen.

Negatief peer-effect

De grote toeloop van leerlingen met een LWOO-advies in het vmbo zou ervoor kunnen zorgen dat leerlingen niet het onderwijs krijgen waarop hun leerkrachten hopen. Onderzoeker Sjoerd Karsten: ‘Niet alle vmbo-scholen nemen die LWOO-leerlingen aan. Zo kunnen er zorgscholen ontstaan met een grote concentratie van dergelijke kinderen, en dan zou de kwaliteit van het onderwijs en de zorg voor die leerlingen achteruit kunnen gaan.' Daarnaast kan er sprake zijn van een negatief peer-effect. ‘In een klas met veel zwak presterende leerlingen gaan ook de beteren onderpresteren.'

Leerlingen onderschat?

Op de vraag waarom zoveel Amsterdamse leerlingen de kans lopen op een laag schooladvies, komt het SCO Kohstamminstituut met een verrassende conclusie: ‘De mening van Amsterdamse leerkrachten over de cognitieve capaciteiten van hun leerlingen blijkt een belangrijke rol te spelen bij het verschil in de kans op een LWOO-advies.' Overigens is daarmee niet gezegd dat, zoals de Volkskrant afgelopen maandag beweerde, Amsterdamse leerkrachten hun leerlingen onderschatten. Karsten: ‘In ons rapport vellen we geen oordeel. De conclusie van de Volkskrant kan kloppen, maar het tegendeel kan net zo goed waar zijn, namelijk dat leerkrachten elders hun leerlingen overschatten.'

Negatief voor allochtone leerlingen

De indruk bestaat dat Amsterdamse leerkrachten hun leerlingen vaker aan een test onderwerpen met het oog op een LWOO-advies. Deze tests vallen vaak negatief uit voor allochtone leerlingen met een taalachterstand. ‘Er wordt vaak gedaan alsof de toetsen objectief zijn, maar in werkelijkheid zijn ze ‘talig'. De uitkomst heeft dus niet zozeer of alleen betrekking op het IQ, als wel op de taalbeheersing van leerlingen. Op deze manier creëer je een bias voor allochtone leerlingen.'

Volgens het onderzoek zijn er aanwijzingen dat scholen die extra aandacht besteden aan taal, minder vaak een LWOO-advies uitbrengen. Het SCO-Kohnstamm Instituut pleit dan ook voor meer aandacht voor taal op school. Karsten: ‘Taal leer je door te oefenen. Daar is tijd voor nodig, dus waarom niet op woensdagmiddagen en op zaterdag extra taallessen aanbieden zoals op een paar succesvolle scholen gebeurt?'

http://www.uva.nl/actueel/object.cfm/3BAD04E3-1321-B0BE-68DEF21D43DE3275
#17
Cultuur / O, hedendaagse Riffijn
08/01/2008 om 00:21:40
O, hedendaagse Riffijn
door: Ibtissam Abaâziz

Kijk eens naar je vader. Oud, gerimpeld en ziek. Fysiek is jouw vader wel aanwezig in deze samenleving, maar eigenlijk bestaat hij niet. Hij wordt slechts in beleidstermen omschreven: migrant, uitkeringsgerechtigde, potentiële inburgeraar, man met een taalprobleem, man die zijn kinderen niet goed heeft opgevoed. Hij wordt ontmenselijkt, omdat hij gereduceerd wordt tot een categorie.

Maar wie is jouw vader eigenlijk? Zelf weet je dat ook niet meer, omdat je, zonder het zelf te beseffen, het discours van de meerderheid van de samenleving gebruikt: ook in jouw ogen heeft jouw vader gefaald. Deze onvrede kan op twee manieren tot uiting komen: Wanneer het om de islam en jouw islamitische opvoeding gaat, dan ben je van mening dat je vader eigenlijk een onjuiste islam, een folkloristische islam, volgt. Te veel cultuur, te weinig islam. Wanneer het om je roots gaat, krijgt je vader het verwijten dat hij aan een minderwaardigheidscomplex lijdt. Hier is hij juist te islamitisch waardoor hij zijn Riffijnse identiteit minacht en waardoor jij nu aan schizofrenie lijdt: je weet niet wie je bent. In welke polaire positie je ook zit, je rebelleert tegen je vader. Terecht? Nee, dat is onterecht.

Besef je niet dat jouw vader eens in Marokko een held was? Hij sprak nauwelijks Arabisch, laat staan Frans, Duits of Nederlands. Toch was het hem gelukt om op jonge leeftijd naar Europa, het land van de Iromiejen, te gaan. Jouw vader kende hiervoor al de Iromiejen waar zijn vader, jouw opa, succesvol verzet tegen heeft gepleegd. Bodemerosie, armoede, wanhoop en hoop op een betere toekomst hebben hem ertoe aangezet om te migreren. Dit keer hadden de Iromiejen een andere rol, namelijk die van de vleeskeurder en jouw vader was het vlees dat gekeurd werd. Eenmaal in Europa aangekomen, sleet hij zijn dagen eenzaam in fabrieken en pensions. De zon verdween letterlijk en figuurlijk uit zijn leven. Ondanks deze deprimerende omstandigheden, lukte het hem zijn ouders, zijn achtergebleven broers en zussen te onderhouden. Het is hem zelfs gelukt om jullie dorp weer nieuw leven in te blazen; door zijn arbeid zijn er waterputten gegraven, wegen verbeterd en moskeeën gebouwd. Door de migratie viel de gehele Riffijnse sociale infrastructuur en controle weg. Daarnaast lagen hier in Europa heel wat verleidingen op de loer, maar toch bleef hij jouw moeder, zijn principes en zijn geloof trouw. Een ware held, nietwaar? Zou dit jou ook gelukt zijn?

Uiteraard heeft je vader door de migratie gemengde gevoelens over het Rif gekregen. Aan de ene kant is zijn geboortestreek zijn trots. Kijk alleen maar naar de investeringen die hij daar heeft gedaan en nog steeds doet. Doordat ze vroeger in het Rifgebied geen televisie of Internet kenden of hadden, bestond het entertainment voornamelijk uit het zingen van izran of het vertellen van verhalen. Hierdoor heeft je vader zich tot een ware verhalenverteller kunnen ontwikkelen. Wanneer hij over zijn jeugd vertelt, beginnen zijn ogen te glinsteren. Hij vertelt in alle kleuren en geuren over het kattenkwaad dat hij uithaalde en hoe de omgeving hem daar heeft opgevoed. Maar aan de andere kant, wordt hij droevig en glinsteren zijn ogen niet meer wanneer hij vertelt over de armoede en dat het Rif hem en zijn kinderen geen toekomst kon bieden.

Verder is misschien de islamitische bagage die je van je vader hebt meegekregen inderdaad niet toereikend in deze hedendaagse samenleving, maar is het niet overdreven om je vader te verwijten dat hij een onjuiste islam volgt? Je moet je beseffen dat jouw vader in de toenmalige Marokkaanse samenleving door de omstandigheden niet verder kon komen dan de basisschool. Zijn ouders waren analfabeet. Het is dan ook niet meer dan logisch dat hij geen toegang had tot alle religieuze kennis. Hoewel jij wel geletterd bent en verder bent gekomen in het onderwijssysteem dan je vader, heb jij ook geen toegang tot alle religieuze kennis. Wees eens eerlijk tegen jezelf: heeft je vader jou niet de basis meegegeven waar jij nu je voordeel mee doet?

O, hedendaagse Riffijn, kijk nog eens goed naar je vader. Hij is geen categorie, maar een mens, een persoonlijkheid.

Bron: http://www.tawiza.nl/content/column.php?igg=column&id=37
#18

Opgroeien in een warm nest is niet voor alle kinderen vanzelfsprekend. Echtelijke ruzies, verslavingen van de ouder(s), depressies of gewoonweg onmacht; sommige gezinnen worstelen met deze problemen. Vooral kinderen worden hier de dupe van. Om kinderen uit deze problematische omgeving te halen, is de pleegzorg in het leven geroepen. In de meeste gevallen wordt dan een beroep gedaan op familieleden van het kind. Helaas kunnen niet alle kinderen rekenen op familieleden die ze liefdevol opvangen. Voor deze groep kinderen is pleegzorg door “vreemden” noodzakelijk.

De diversiteit in achtergronden van pleegkinderen in Nederland is in de afgelopen jaren enorm gegroeid. Zo ook het percentage niet-Westerse, islamitische kinderen. Om een pleegkind een zo vertrouwd mogelijke gezinsomgeving te bieden, is het noodzakelijk om het kind in een pleeggezin te plaatsen met eenzelfde achtergrond. Het aantal islamitische pleeggezinnen, en Marokkaanse pleeggezinnen in het bijzonder, is echter kleiner dan het aantal islamitische of Marokkaanse pleegkinderen.

Door middel van deze informatieavond komt u meer te weten over het pleegouderschap in Nederland. Naast een deskundige vanuit de pleegzorginstelling de Rading zullen er ook pleegouders aanwezig zijn die over hun ervaringen zullen vertellen. Wij hopen met deze informatieavond in ieder geval voor de aanwezigen de drempel naar het pleegouderschap te hebben verlaagd.

Locatie:
PMJU
Australielaan 6
3526 AB Utrecht

Tijd:
19:00 - 20:30
#19
Anastasia Aguiar
Caroline de Bruin
Clara Chow


I Speak for Myself: The Question of Spokespeople for the Dutch-Moroccan Community


“If a Dutch person steals something, people don’t attack Dutch culture.  So when a Moroccan person steals something, why do people immediately bring up Moroccan culture?”
â€" Jihad Alariachi, TV Personality, “The Halal Girls”


A lot has been said about Dutch-Moroccans in The Netherlands in recent years â€" especially in the aftermath of the assassination of iconoclastic filmmaker Theo van Gogh by Dutch-born Mohammed Bouyeri in 2004.  In contemporary Dutch society, Dutch-Moroccans are painted as terrorists or conservative recluses.  They are accused of living off social welfare while flagrantly disregarding the norms of Dutch society and harboring loyalties to distant shores.  Discussion of Dutch-Moroccan youth provokes a litany of complaints: they are criminals.  They are drop-outs.  They are out of control and up to no good. 

But all of this talk is rather one-sided.  In this climate of critique, suspicion and discontent, Dutch society has heard remarkably little by way of a Dutch-Moroccan response.  What about the more than 320,000 Dutch-Moroccans currently residing in the Netherlands?  Where are their voices in this debate?

The Dutch-Moroccan community is certainly not silent for want of prominent, articulate and influential members.  Although Dutch-Moroccans in the public eye are few and far between, they actively shape the country’s emerging consciousness of itself as a multicultural society.  Dutch-Moroccans can count among them rap-pop icon Ali B and controversial rapper Salah Edin.  They can turn on their televisions and tune in to TV personalities De Meiden van Halal (The Halal Girls).  In the realm of public affairs, they can cite politicians like Samira Bouchibti, Spokesperson for Youth and Family Affairs, Ahmed Aboutaleb, State Secretary of Social Affairs and Employment, or Ahmed Marcouch, City-Region Councilor for Slotervaart.  Dutch-Moroccans could claim any or all of these public figures as community spokespeople â€" but they don’t.  Similarly, these public figures could claim to be leaders or role models for their fellow Dutch-Moroccans â€" but they don’t.   
Understanding their exact place in this process is more complicated than one might think.  How are these figures perceived both within the Dutch-Moroccan community and in the Dutch mainstream?  At a time when there is increasing demand â€" from the media, from the general public, and even from some city councils â€" for Dutch-Moroccan spokespeople, is this a role that these public figures hope to assume?  All answers to these questions begin with recognition of the sense of difference within the Dutch-Moroccan community itself.  Some contend that this community, so often the subject of public debate, does not exist.  Others object even to the notion of a spokesperson for such a diverse group.

The politician and the TV personality: Dutch-Moroccan voices

“There’s one thing Samira Bouchibti said that I’ll always remember,” explained Miryam Kodad, a Dutch-Moroccan university student, over the sound of trains coming and going from Amsterdam’s Central Station.  “‘So what about all those Dutch-Moroccan youth?’ a TV interviewer asked her once.  Bouchibti’s answer?  ‘I’m here to talk about the railways.’ ”

Bouchibti, a successful politician in Partij van de Arbeid (Dutch Labor Party), refuses to be seen through the narrowness of her ethnicity, as if being Dutch-Moroccan is her area of expertise.  And that’s what Miryam likes about her.  Even though Bouchibti is proud of her Moroccan background, she does not believe it should limit or define her as a politician.  Representing the Dutch-Moroccan community was not her motivation for going into politics, a point she likes to stress.  “It was about my own character, my vision, my way of thinking,” she stated emphatically. “Even If I was Russian I would’ve gone into politics.”

But the issue is not quite this clear-cut.  When asked if she sees herself as a leader of the Dutch-Moroccan community or a leader who ‘happens’ to be Dutch-Moroccan, she replied, “the last.”  A pause.  “But also the first.  Being Moroccan, it’s like my gender.  You can’t take my Moroccaness out of me.”  As a political leader she does not have to choose between working for Dutch-Moroccans and working on behalf of all.  “I don’t work harder for Dutch-Moroccans, I work hard for everyone.  I don’t care if the face of poverty is black or white,” she says, the conviction in her voice clear, even across the phone lines from The Hague. 

Bouchibti sees herself as a success of the multicultural society.  Simply by being herself, she shows it is possible to be Dutch and Moroccan, an important idea for a country not yet used to the notion of hyphenated identities.  She would especially like to influence Dutch-Moroccan youth struggling to reconcile these two identities. This goal is all the more important given diversity and radicalization expert Khalid Boutachekourt’s argument that one of the triggers of religious radicalization can be the inability to balance these two identities.  In light of this notion, Bouchibti’s status as a role model for some Dutch-Moroccan youth should not be underestimated.

“I am a role model whether I want to be or not,” quips Bouchibti.  “For the Dutch I’m a success story because I’m a Moroccan, I’m integrated, and I’m in politics.”  Such esteem is no small accomplishment given the results of a 2005 study revealing that 50% of Amsterdammers have a negative image of Moroccans.  What’s more, 30% of Moroccan Amsterdammers have a negative image of themselves.  In what Dr. Dienke Hondius, professor of history at Erasmus University in Rotterdam terms a “media democracy,” highly visible public figures like Bouchibti can do much to change the negative image of Dutch-Moroccans in society.  They can fight prejudice, build bridges, spread knowledge, and lead by their own example.

If this is the case, the outlook is rosy for integration in the Netherlands: Dutch-Moroccan public figures are coming into the spotlight in politics and media, brimming with energy and willingness to articulate a new sense of Dutch-Moroccan identity.  They have stepped up to the plate to speak for themselves and in doing so become unwitting role models and focal points of discussion. This is not the whole story, however.  While public figures from visible minorities receive attention for their talent and ideas as well as for their contributions to intercultural understanding and harmony, the public scrutiny they attract may also reflect lasting feelings of difference, misunderstanding, and mistrust.   

Jihad Alariachi is well aware of these problems of difference and misunderstanding.  The Halal Girls, a TV show she hosts with her two sisters, attempts to dispel myths and misperceptions about the Muslim community in The Netherlands.  Certainly there is a difference between Muslim and Moroccan, but over the last few years, Muslim and Moroccan have been used interchangeably.  Alariachi wants to keep the two from being mixed up and to refute stereotypes about both.  Vivacious and opinionated, with a smile that is equal parts mischief and earnestness, she is well-equipped to negotiate the tricky job of outreach and education.     

“The purpose is to show that we’re normal people,” says Alariachi, sipping â€" you guessed it â€" Moroccan mint tea.  People assume Muslim women are oppressed by Muslim men, are submissive, housebound and unhappy.  The girls want to show that “we can laugh, wear make-up, have opinions.”  Alariachi grins, her face framed by the headscarf that has garnered her and her two sisters, Esmaa and Hajar â€" the other Meiden in the Meiden van Halal â€" so much attention on national TV.  The show attracts a far-ranging audience.  After all, as Alariachi observes, “there are not many women with headscarves on TV.  Sometimes you’re the first Muslim they meet.”  If Alariachi and her sisters are role models, it is because of the way they have brilliantly and publicly managed to redefine what it means to be successful and successfully integrated in Dutch society.  While Bouchibti emphasizes the universality of the values she espouses, The Halal girls purposefully claim and stress their hyphenated identity as they build bridges and dispel stereotypes based in ignorance.

No matter how many bridges they build, however, the sisters do not want to be spokespeople for the Dutch-Moroccan or the Muslim community.  In this respect, they are very much like Bouchibti; they only want to speak for themselves.  But “even if you say you aren’t a spokesperson, people perceive you as one both from inside and outside the Muslim community.”  Because there are so few women who look like the Halal girls on television, people don’t see them as individuals, but as representatives.  Alariachi explains, “More public voices would help.  Now non-Muslims think all girls with headscarves think as I do and Muslims criticize me for not portraying the community properly.”

The community that wasn’t: does the Dutch-Moroccan exist?

According to Boutachekourt, who consults on issues of diversity at one of the oldest firms in The Netherlands, the Halal girls are not the only ones to face this kind of communal scrutiny.  The lack of Dutch-Moroccan voices in the public sphere often leads Dutch-Moroccans to expect those who do receive media attention to present the community in the best possible light.  Consequently, people who point out problems, like politicians Aboutaleb and Marcouch, may be accused of being traitors.  They must constantly assert that they speak for no one but themselves.   

“There is no way for me to be a spokesperson because Moroccans are not a unified community.  It is simply not possible to generalize,” Bouchibti says.  Furthermore, neither Bouchibti nor Alariachi want to be community leaders, in the sense of organizers and advocates for Dutch-Moroccans.  “When I think leader I think big powerful people.  We don’t need a leader to tell us what to do.  We need role models.  We need to see a mirror of ourselves in society, in politics and television.  We need to recognize ourselves in society,” Alariachi explains.  Many Dutch-Moroccans agree.  They see people like Bouchibti and Alariachi as examples of individual, not group, successes.  For reasons ranging from the family-based structure of Moroccan society to their own sense of integration, they do not see a need for Dutch-Moroccan leadership.  One of them, 22-year-old student Mustapha Esadik puts it bluntly: “It is no community and therefore it does not need a leader.”

The approximately 320, 000 residents of Moroccan descent living in The Netherlands, generally referred to as the Dutch-Moroccan community, tend to share in this conviction â€" they are not a community.  “The Moroccan Does Not Exist,” according to Mohammed Benzakour’s 2005 article, which divided Dutch-Moroccans into five different groups.  These groups include the multiculturalists who see themselves as bridge builders; the self-haters who want to deny Moroccan identity entirely; the fundamentalists whose ultimate loyalty is towards a global Muslim Umma; the secular Muslims who see themselves as emancipated and look down on practicing Muslims; and the Berber nationalists who don’t even identify as Moroccan. 

But it’s not just these five groupings that stand in the way of a unified Dutch-Moroccan community.  The majority of Moroccans in The Netherlands have roots in the Rif, the northern part of Morocco, where family is the central mode of organization.  The notion of having loyalties beyond the clan is therefore not innate.  Unlike the Turks, who readily organized themselves as an ethnic minority when they arrived in The Netherlands, the Moroccans have held to a more tribal sense of identity.   

Another reason Dutch-Moroccans do not subscribe to a sense of community solidarity is their focus on integrating in mainstream society.  While the first generation of Dutch Moroccans arrived on Dutch soil in the 1960’s as guest workers, providers of inexpensive migrant labor, members of the second generation, born and raised in this country, refuse to see themselves as guests.  They are citizens of the Netherlands and fluent in Dutch, and “when we speak out, we do so not as Moroccans but as Dutch-Moroccans,” notes business leader Mohammed Baba. 

He is one of this new generation â€" educated, integrated, and successful.  Baba founded MEX-IT, a consultancy on intercultural management.  He has a lot to say about Dutch-Moroccans.  They’re a diverse bunch, he acknowledges â€" in terms of language, geography, and mindset.  And there are definitely issues that need to be addressed.  Yet he is confident that Moroccans are focused on being part of society â€" and they have been remarkably good at it, on the whole.  “Normally it takes three to four generations for integration to occur: the Moroccan community has been integrated in two generations.”

This may come as a surprise to ears awash in news of “the Moroccan problem.”  But no news is not always good news, as Rochdi Darrazi explained over a cup of coffee at Rembrandtplein.  Darrazi is another face of this upcoming, savvy generation.  “My grandpa was a farmer, my dad was an immigrant worker, and I’m working for one of the most elite firms in the world,” he remarks proudly.  It is Darrazi’s hypothesis that the best integrated people in The Netherlands are the Moroccans.   â€œThe fact that you hear about bad interactions in the news is a function of the fact that there are so many interactions in the first place.”  For Darrazi, breaking down barriers inevitably leads to some friction.  It is no longer possible to speak of the old Dutch notion of the ‘pillarized society,’ in which different ethnic or religious groups form pillars that together hold up Dutch society, standing together but never touching each other.  Moroccans are at the fore as the Dutch vision of a multicultural society shifts from the live-and-let-live model of pillarization to a more active policy of integration.  “When Turks are together, nine times out of ten they talk in Turkish.  When Moroccans are together they talk in Dutch.”  With their focus on integration, Dutch-Moroccans generally refuse the cultural enclave and thus group unity.

   Now, however, an emerging group of young Dutch-Moroccans think that uniting the community is crucial to further integration.  They believe a sense of group solidarity is essential, and they contend that the Dutch-Moroccan community needs leaders to take it to this next phase of integration in The Netherlands â€" new leaders, for a new generation.  For them, one major disadvantage Dutch-Moroccans face now is the absence of true leadership. 

Walking the Tightrope: towards Community Leadership

The leadership that does exist is lacking in sustainability, independence and legitimacy, they say.  Currently, spokespeople tend to emerge only in the aftermath of a crisis â€" the most prominent example being Marcouch’s rise to the fore as Spokesperson for Moroccan Mosques of Amsterdam and Surrounding Areas in 2004 after the murder of Theo van Gogh.  The challenge, according to Darrazi, is transitioning from reactive to proactive long-term leadership.

   In order for leadership to build momentum it needs to be seen as legitimate by those it claims to represent.  A member of Platform Marokkaanse Jongeren Utrecht, a Moroccan youth group in Utrecht, dismisses leadership today as failing on this account.  “The persons who are seen as ‘Moroccan leaders’ by outsiders (read: Dutch people) are ten out of ten times self-proclaimed and do not have any legitimacy whatsoever within the Moroccan community,” he states.  Khalid Kasem, a law student and friend of Darrazi, explains that this lack of legitimacy is tied to a lack of independence.  “The people selected to speak and act for the Dutch-Moroccan community are all selected and funded by the government right now.”  As a result, they are wary of being overly critical of the status quo.  They are less outspoken than people like Said and Kasem would like.   

It may indeed be important for a unifying leadership â€" sustainable, independent, and legitimateâ€" to emerge and catalyze the formation of a Dutch-Moroccan community.  A Dutch-Moroccan community united behind Dutch-Moroccan leadership would finally be able to present a strong response to the negative discourse currently pervading Dutch society.  Credible official representatives could stand up for Dutch-Moroccan interests in the policy arena, manage the Dutch-Moroccan image through statements to the media and the Dutch public, deal internally with problems of violence and poverty facing the community and inspire young people to attain high positions in government, media and business.  By acting as spokespeople, public relations managers, community leaders, and role models, the new Dutch-Moroccan leadership could bring about change both for and in the Dutch-Moroccan community. 

Still, in some ways, the formation of a more unified Dutch-Moroccan identity might seem like a step backwards in the sometimes uneasy march towards integration.  Isn’t it a good thing that Dutch-Moroccans currently refuse to be categorized?  Doesn’t integration take place at the level of the individual?  Won’t an acknowledged ‘Dutch-Moroccan community be an easier target for those who like to essentialize the Dutch-Moroccan identity?’  Such questions go right to the heart of multiculturalism, and show how high the stakes are for Dutch-Moroccans, and indeed all Dutch.   
 
Ours is an age of increased mobility, where an interconnected economy and uneven birthrates trace patterns of international migration that will transform the populations of the Netherlands and its neighbors for years to come.  In order for the Netherlands and its traditions of tolerance and harmony to survive, Dutch society must find a new way to think about itself, a new way of thinking outside the box â€" or the pillar â€" about minorities and majorities.  Group identity should not be allowed to determine individual identity.  When this happens outside of a community, discrimination and stereotyping can result.  When this happens within a community, it can splinter off into isolation and extremism, and the society of which it was a part may find itself in danger of complete fragmentation.   

This is why a group march, whether it consists of African-Americans in the 1960s or Dutch-Moroccans in the 2000s, must ultimately be for individual rights, and the right for members of a group to be seen as individuals.  Individuals who think and act for themselves are essential to any well functioning democracy.  This is why the individual should be allowed to transcend the narrowness of ethnicity, religion, or cultural background â€" which is not to say that  ethnicity or religion or cultural background should be forgotten, but rather that the individual should navigate them himself, not have his life’s path dictated by them.  And this is why, even as the general demand for Dutch-Moroccan spokespeople remains, it is important to remember that whichever leading voices do emerge will never be able to encompass the voices of all Dutch-Moroccans.  Nor should we expect them too.  No matter what leadership arises, it will still be important for Dutch-Moroccans to be seen as individuals, and to see themselves as such.   

The best, most visionary Dutch-Moroccan leadership would show that group solidarity and individual self-definition do not have to be irreconcilable.  In seeking to unite the community, these ground-breaking Dutch-Moroccan leaders could pave the way for a future in which all Dutch-Moroccan voices are heard as individual voices.  “For me, I can only ever speak for myself,” Alariachi said, summing up her thoughts on her identity as a Dutch-Moroccan.  And in this one phrase, she could speak for all.   

http://humanityinaction.org/docs/Reports/2007_Dutch_Fellow_Reports/Aguiar_deBruin_Chow_2007.doc
#20
AMSTERDAM - Amsterdam wil bij onwillige ouders van probleemkinderen de kinderbijslag inhouden.

Wethouder Lodewijk Asscher (Financiën) wil in plaats daarvan het geld aan een voogd of coach geven die het gezin vervolgens moet begeleiden. Dat liet hij zaterdag weten. 

Prikkel

Volgens Asscher komen in de hoofdstad enkele tientallen gezinnen hiervoor in aanmerking. De maatregel moet een extra prikkel zijn voor de ouders om hun kinderen aan te spreken op hun wangedrag.

"Het gaat om ouders die zich nergens iets van aantrekken en zeggen dat ze niks met anderen te maken hebben", aldus de wethouder.

De PvdA-politicus kwam een paar jaar geleden al met het voorstel maar door de huidige situatie in stadsdeel Slotervaart, waar groepjes jongeren de laatste dagen voor onrust zorgen, is de urgentie toegenomen.

Guusje ter Horst

Minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) heeft vrijdag als antwoord op Kamervragen al laten weten dat ze welwillend tegenover het plan staat en dat er wettelijk gezien ook mogelijkheden zijn.

"Dat is heel goed nieuws, want wij dachten dat hiervoor een wetswijziging nodig was", zei Asscher. "Maar de wet laat nu al toe de kinderbijslag aan anderen dan ouders over te laten als daar reden toe is. We moeten het nog even goed bekijken, maar als het klopt kunnen we het al snel invoeren."

http://www.nu.nl/news/1281512/30/Amsterdam_wil_kinderbijslag_probleemjeugd_korten.html