zelfstandigheid van de Arrif in 1936

Gestart door arriset, 21/11/2009 om 01:53:00

arriset

in het boek "Abd el-Krim et la république du Rif. Actes du colloque international d'études historiques et sociologiques", ik heb gelezen dat van jongeren Irrifiyen op 19 juli 1936, hebben gevraagd de soevereiniteit van Arrif aan de Spaanse republikeinse regering maar hij heeft geweigerd.


iemand hij zou meer informatie hebben? (de namen en de oorsprongen van deze nationalisten?, waarom zij niet de strijd hebben voortgezet?...)


arriset

uiteindelijk, ik heb verwijzingen gevonden : "Le Nord du Maroc : l'indépendance, avant l'indépendance par Abdelmajid Benjelloun"


het is de partij arabist "comité d'action marocaine" wie heeft met de Spaanse republikeinen onderhandeld.


aan deze periode, de verraders van de Rifoorlog hebben franco ondersteund : http://books.google.fr/books?id=_aoSEhwomB0C&printsec=frontcover&source=gbs_v2_summary_r&cad=0#v=onepage&q=jatabi&f=false

http://books.google.fr/books?id=_aoSEhwomB0C&printsec=frontcover&source=gbs_v2_summary_r&cad=0#v=onepage&q=jattabi&f=false



Señor Canardo

#2
In de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw is de basis gelegd voor het institutionaliseren van de makhzen. De makhzen houdt eigenlijk in: een van buitenaf en kunstmatig gevoede staatsapparaat die, om de volledige controle over het Marokkaanse sultanaat te verkrijgen, zich in eerste instantie profileert als een vrijheidsbeweging - de burgers te misleiden - om daarna de totalitaire controle in te voeren over alle etnische groeperingen die zich ook maar enigszins in de invloedssfeer van de Marokkaanse sultan bevinden of ooit hebben bevonden.

De makhzen was dus geen Marokkaans concept en Marokkanen hebben nooit een soortgelijke politieke systeem gehanteerd. Ik zie de relatie tussen de kunstmatige makhzenstaat en de buitenlandse potectors dan ook meer als een Europees variant van het feodaal stelsel, verwijzend naar de hiërarchische vazal-en-heer relatie, waarbij de vazal trouw moet zweren aan zijn heer en zijn heer in raad en daad zal bijstaan. En in ruil voor zijn loyaliteit werd de vazal beloond met een stuk grond.

De proto-makhzen deed zich na de ontwapening - om de harten van de mensen te veroveren - eerst voor als een anti-koloniale bevrijdingsbeweging met een sterke nadruk op democratische en sociale verbeteringen. Een van de politieke organisaties die hierin een zeer belangrijke rol heeft gespeeld is het Nationale Actie Comité olv - hoe kan het ook anders - Allal el Fassi die tevens ook later de leider zou worden van de Istiqlal.

Check hier de mooie beloftes die het Nationale Actie Comité heeft gedaan om de  macht naar zich toe te trekken. >


Het eerste Congres van het Nationale Actie Comité: 25 Oktober 1936

Balans en vooruitzichten

Het Nationale Actie Comité heeft de grondslagen van zijn eerste congres in Rabat op 25 oktober 1936 gehouden. Aan deze manifestatie hebben negentig vertegenwoordigers deelgenomen die de centra van Rabat, Sale vertegenwoordigen, Kénitra, Fès, Meknès, Taza, Oujda, Marrakech, Safi, Mazagan (EL Jadida) en Casablanca.

Het congres werd om 21 uur door de Fassi leider Allal EL geopend. In het morele verslag dat hij heeft ingediend, heeft hij de balans van activiteiten van de zes laatste jaren alsmede van de resultaten opgemaakt die in de loop van deze periode zijn verkregen. Zijn uiteenzetting is op een aantekening van optimisme afgelopen, door vertrouwen in de Regering van het Volksvoorhoofd te hebben dat door de Generaal Noguès als zijn Algemene Resident van de Franse Republiek in Marokko voor de toepassing van het plan van hervormingen wordt vertegenwoordigd, dat door het Comité in „het Schrift van de Eisen van het Marokkaanse Volk“ wordt voorgelegd.

Na afloop van deze openingstoespraak, heeft Mohammed Elyazidi een verklaring voorgelezen die de politieke lijn aangeeft, die het Nationale Actiecomité om wilde volgen om het programma van de eisen te laten slagen die hij vanaf 1934 aan Zijn Majesteit de Koning alsmede aan Regering van de Republiek en aan Woonplaats Algemeen van Frankrijk in Rabat had gepresenteerd. De vertegenwoordigers van de verschillende steden die in het congres worden vertegenwoordigd, hebben zich vervolgens aan de tribune afgelost.

Saïd Hajji heeft het woord namens de tak van Salé van het Nationale Actiecomité genomen; Hij heeft de steun van zijn gevolmachtigden aan de actie betuigd die door het uitgezonden Comité sinds zijn oprichting wordt gevoerd en een reeks opmerkingen van dien aard de samenhang binnen de organisatie te versterken en om nog meer geloofwaardigheid te geven aan de vragen van hervormingen waarvan het land op de concretisering wachtte.

Nemend het woord, heeft de Fassi leider Allal EL aan de suggesties beantwoord die door de verschillende vertegenwoordigers worden geuit, door te verklaren dat zij iedereen de politieke lijn van de partij ingingen en dat zij voor zover mogelijk gingen in overweging genomen worden.

Het congres heeft vervolgens de samengevatte versie van de eisen onderzocht om niet in een eerste stadium tegen te houden dat degenen die een dringend karakter bekleden. De discussie die zich heeft erover gevolgd heeft een groot deel vertegenwoordigers toegelaten om bijzondere nadruk te rechtvaardigen die zij op de eisen legden die hun het meest direct leken, die aldus het grote belang tonen, dat zij aan de vraagstukken van nationaal belang droegen. Na afloop van dit debat dat zich gedurende meer dan 4 uur heeft verlengd, hebben de congresgangers een motie goedgekeurd die de definitieve tekst van „dringende Revendicqations“ evenals de formulering van de telegrammen bestemd voor Zijn Majesteit de Sultan, Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Regering van de Republiek goedkeurt en de Resident Algemeen van Frankrijk in Marokko.


De Directe Eisen

Democratische vrijheden
- Erkenning van de persvrijheid, vereniging, verkeer, vakbondslidmaatschap, onderwijs, - vergadering en petitie.
- Algemene amnestie voor alle gedeporteerden, ballingen en politieke gevangenen sinds het opstellen van het Protectoraat.

Onderwijs
- Vereniging van de programma's van onderwijs op heel Marokkaans grondgebied
- Vermeerdering van het aantal lage scholen
- Ontwikkeling van het secundair onderwijs
- Organisatie van schooltaken voor Frankrijk en het Oosten en toekenning van beurzen, van studietoelagen voor de ontwikkeling van het hoger onderwijs
- Oprichting van scholen of normale afdelingen onderwijzers en onderwijzeressen
- Strenge toepassing van het programma dat het onderwijs aan de Universiteit van Karaouiyine reorganiseert
- Opening van scholen gespecialiseerd in het landbouwonderwijs

Rechtvaardigheid
- Rekrutering van de magistraten en hun hulpkrachten via steun en zorg genomen voor van hun loon op de begroting van de Staat, niet op het levensonderhoud van justiciables en bestuurd
- Scheiding van de administratieve, uitvoerende en rechterlijke bevoegdheden, en onafhankelijkheid van de magistraten ten aanzien van de bestuursautoriteit
- Instelling van een eenvormige rechterlijke regeling die zich tot de steden en de Marokkaanse campagne uitstrekt
- Oprichting van een administratieve rechtvaardigheid en een tuchtraad voor de Marokkaanse magistraten
- Afschaffing van de politiek van „grote caïds“

Landbouw
- Afschaffing van „de officiële kolonisatie“ en intrekking van de teksten en rondschrijven die de onteigening voor de oprichting van omtrekken van kolonisatie aan de onteigening assimileren, wegens openbaar nut
- Oprichting van een goed van onvervreemdbare familie door de collectieve gronden en de domeingoederen te gebruiken
- Uitbreiding van het landbouwkrediet tot fellah
- Invoering van een absolute gelijkheid tussen fellahs en de kolonisten zolang op het niveau van de verplichtingen die op elk van de twee partijen rusten die aan die van de rechten die hun onduidelijk door de wet erkend zouden moeten worden.
- Repressie van de slijtage en bescherming van fellahs tegen het machtsmisbruik van de kolonisten, de agenten van de instantie of de fiscus

Arbeiders en Handwerkslieden
- Toepassing van de Franse sociale wetten op de Marokkaanse werknemers
- Renovatie van de ambachten en bescherming van de ambachtsproductie tegen de buitenlandse dumping
- Terugkeer voor het gemeenschappelijke vervoer naar de reglementering van vóór 1932
- Bijstand aan de Marokkaanse werklozen

Belastingen
- Belastingverlichting van de belastingen en fiscale gelijkheid tussen Marokkanen en Fransen
- Afschaffing van „de rechten van deur“, „de rechten van markt“ en „de rechten van paccage in de bossen“

Gezondheidszorg
- Vermeerdering van het aantal gezondheidsinstellingen en intensivering van de gratis verdeling van de geneesmiddelen aan behoeftig
- Permanente en hevige bestrijding van „de krottenwijken en de ongezonde woningen“ in de steden en de campagne
- Bestrijding van het alkoholisme, stupéfiants en de openbare en klandestiene prostitutie
- Bouw in voldoende aantal van asielen voor oude mannen en paupers en toekenning van subsidies aan de Marokkaanse instanties van openbare hulp

Abderraouf Hajji

2 Maart 2005

http://www.said-hajji.com/fr/book-acam.html


Ps. Bovenstaand artikel komt uit boek ter nagedachtenis van Said Hajji (een oom van de auteur!}en deze wordt dan ook geroemd als de oprichter van de nationale Arabische pers van Marokko.   

Señor Canardo

#3
In mijn vorige post heb ik de makhzen ter sprake gebracht. Aangezien er rondom deze term verschillende opvattingen heersen vind ik het belangrijk om het en ander te verduidelijken hierover. >


Naar mijn mening heb je historisch gezien 3 soorten makhzen:

I De pre-koloniale makhzen

Dit is de traditionele hofhouding van de sultan van Marokko en wat tegelijkertijd ook dienst deed als zijn staatsapparaat. Het gebied waarover deze traditionele makhzen effectief macht kon uitoefenen wordt in de geschiedenisboeken vaak de bled el-makhzen - land van de magazijnen - genoemd. En met effectieve machtsuitoefening bedoel ik vooral de mogelijkheid voor de sultan en de zijnen om recht te spreken en belasting te innen. Maar aangezien de macht van de sultan van tijd tot tijd enorm kon verschillen, was de bled el-makhzen ook aan flinke veranderingen onderhevig. Dus het is historisch gezien moeilijk vast te stellen welke gebieden nou tot de bled el-makhzen behoorden en welke niet. Wel staat vast dat de invloed van de makhzen het grootst was in de stedelijke gebieden. De gebieden buiten de macht van de makhzen, waar de sultan dus niet of nauwelijks wat te vertellen had, bevonden zich vooral op het platteland. Deze gebieden worden door historici vaak aangeduid als de bled siba - land van de wilden.

II De koloniale makhzen

Na de verovering van Marokko door de Europeanen begin 20e eeuw, hebben de Fransen het politieke systeem in de bled el-makhzen in standgehouden en zelfs uitgebreid. Blijkbaar zag de Franse hoogste baas in Marokko - Resident-Generaal Lyautey - het nut van de makhzen wel in, aangezien het voortreffelijk ingezet kon worden bij de indirecte kolonisatie van Marokko door Frankrijk, ook al werd het door de Fransen geen kolonie maar protectoraat genoemd. Officieel bleef de sultan de hoogste macht in Marokko, echter achter de gesloten deuren van zijn koninklijke paleizen werd hem precies verteld wat de Resident-Generaal van hem verwachtte en daar handelde hij ook naar. Ook zijn hofhouding - de traditionele makhzen - kwam onder Frans bestuur te staan. Als beloning voor de loyaliteit en de samenwerking van de sultan en zijn hofhouding met de Franse bezetter werd de positie van de sultan en de makhzen bij de wet vastgelegd en dus onaantastbaar. Het enige nadeel voor de sultan en de zijnen is dat het vroegere bled siba - meestal Amazighland - ook na de Franse en Spaanse bezetting buiten hun jurisdictie bleef. Dit was vanwege het assimilatieproces wat de Franse bezetters hadden opgezet om de Imazighen los te weken van het Arabische sultanaat der Alaouieten. 

III De post-koloniale makhzen

De makhzen zoals we die nou kennen in Marokko - corrupte ambtenarenapparaat - kent zijn oorsprong in de jaren 30 en 40 van de 20e eeuw. Het was ontstaan als reactie op het Europese assimilatieproces van de Imazighen. De Fransen en Spanjaarden hadden een Europese cultuuroffensief ingezet in de hoop de Imazighen - bled siba - te Europeaniseren om zo een breuk of een scherpe tegenstelling te creëren tussen de bewoners van het Marokkaanse vasteland. De voorloper van het post-koloniale makhzen maakte handig gebruik van de assimilatiepolitiek van de Europese bezetters om zich te kunnen presenteren als een soort burgerlijke bevrijdingsbeweging voor heel Marokko, waarbij de islam en sociale vooruitgang tot de belangrijkste programmapunten werden gemaakt. Hoewel hun aandeel in het gewapend verzet tegen de Franse en Spaanse bezetters vele malen minder is geweest dan andere bevrijdingsbewegingen die Marokko heeft gekend, is het door de bezetter wel als enige gesprekspartner geaccepteerd bij de onderhandelingen voor onafhankelijkheid. Hierdoor heeft de intellectuele bevrijdingsbeweging als post-koloniale makhzen voort kunnen borduren op de restanten van het koloniale makhzen en zo eindelijk in de jaren na 1956 kunnen bereiken wat de traditionele makhzen eeuwenlang niet was gelukt. Namelijk zowel de bled el-makhzen als de bled siba onder 1 centraal gezag te besturen.   

Hadou

In 1916, Franco was toen 23 en reeds kapitein, raakt hij zwaar gewond in de strijd nabij El Biutz. Dat hij zijn zware verwondingen overleefde, was voor zijn Marokkaanse troepen het bewijs dat hij een man van baraka (goed geluk) was. Hij werd ook voorgedragen voor de Cruz Laureada de San Fernando, de hoogste Spaanse militaire eer. In plaats daarvan werd hij gepromoveerd tot majoor (comandante), de jongste majoor in het Spaanse leger op dat moment.

Op 24 juli 1921 leed het slecht uitgeruste Spaanse leger bij Annual een zware nederlaag tegen de Rif-stammen die geleid werden door de Abd-el-Krim-broers. Na een geforceerde mars van drie dagen redde het Vreemdelingenlegioen onder leiding van Franco de Spaanse enclave Melilla. In 1923, Franco was reeds luitenant-kolonel, werd hij commandant van het Spaanse Vreemdelingenlegioen.

In datzelfde jaar trouwde hij met María del Carmen Polo y Martínez Valdés. Zij kregen één kind, dochter Maria del Carmen, geboren in 1926. Zijn getuige op dit huwelijk, als eerbetoon aan Franco, was de Spaanse koning Alfonso XIII. In 1925 leidde Franco de eerste golf van landingstroepen nabij Alhucemas. Deze landing, in het kerngebied van de stam van Abd el-Krim, betekende, mede dankzij de Franse invasie vanuit het zuiden, het einde van de korte Rif-republiek.

bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Franco

Hadou

De eerste maanden
Op 18 juli 1936 begon de Spaanse Burgeroorlog. De eerste dagen van de opstand werden gekenmerkt door de noodzaak de controle over Spaans-Marokko te verwerven. Franco zocht enerzijds de steun van de autochtone Marokkaanse bevolking en anderzijds de controle over de Spaanse troepen die er gelegerd waren. Dit leidde tot de executie van 200 officieren die loyaal bleven aan de Republiek, één van die officieren was een neef van Franco. Franco kampte ook met een transportprobleem. De meeste vlooteenheden waren loyaal aan de Republiek gebleven en blokkeerden de Straat van Gibraltar. Het was daarom niet mogelijk zijn troepen van Spaans-Marokko naar het Spaanse vasteland over te brengen. Franco wendde zich tot Mussolini die een onvoorwaardelijk aanbod deed van wapens en vliegtuigen. Tegelijkertijd slaagde Abwehr-chef Wilhelm Canaris erin om in Duitsland rijkskanselier - president Hitler te overtuigen de Spaanse nationalisten te steunen. Vanaf 20 juli zou Franco erin slagen om, met behulp van 22 Duitse Junkers Ju-52-vliegtuigen, een luchtbrug in te stellen op de door nationalisten gecontroleerde stad Sevilla. Met behulp van zijn vertegenwoordigers begon hij te onderhandelen met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië voor het verkrijgen van meer hulp, en vooral meer vliegtuigen. Onderhandelingen met de laatste twee waren succesvol op 25 juli en op 2 augustus kwamen nieuwe vliegtuigen aan in Tétouan. Op 5 augustus slaagde Franco erin de blokkade te doorbreken met zijn nieuwe luchtmacht, waardoor hij 2.000 soldaten per schip kon laten overkomen
bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Francisco_Franco

Señor Canardo

#6
Het makhzen-systeeem nader bekeken. Klik hier voor een Nederlandse vertaling... >


Le Makhzen : sa nature, ses origines, sa forme actuelle

Que signifie le terme ‘Makhzen’? s’agit-il d’un système de gouvernement ? désigne-t-il les dirigeants, c’est-à-dire les individualités derrière les postes de pouvoir ? s’agit-il d’une somme de rites ou de mécanismes typiquement pyramidaux ? Par sa portée floue, abstraite et imprécise, le terme de Makhzen est âprement discuté par les sociologues et politologues, qui ne s’accordent que sur la racine étymologique du terme : Makhzen, (مخزن) du verbe emmagasiner خزن (et qui est aussi l’origine du terme Magasin. En ce sens, le Makhzen, c’est d’abord l’entrepôt des impôts payés par les musulmans (en nature essentiellement); Cependant, en dehors de spécificités linguistiques, les origines du Makhzen, son histoire, sa finalité même ont été sujets à débat.

On peut agréger les théories avancées en 4 grands ensembles :

- ‘Le Makhzen-Tribu’ : idée à l’origine d’Ibn Khaldoun, puis défendue par Cotier et Terasse, selon laquelle l’exercice du pouvoir politique est submergé par sa dimension tribale. L’exercice politique tourne essentiellement autour du conflit Sédentaire vs Nomade (qu’on peut étendre à l’antagonisme Urbain/Rural), le Makhzen s’imposant comme une ‘force de régulation’, il garde sa dimension tribale : il ne s’agit finalement que d’une tribu (ou une fédération tribale) disposant du monopole de la violence symbolique {Note : Dans le contexte actuelle, on peut les assimiler aux grandes familles makhzéniennes, qui continuent de monopoliser la violence symbolique en plus des capitaux bourdieusiens}.

- ‘Le Makhzen Féodal’ : Montagnier voit dans l’antagonisme Makhzen-Tribu une ressemblance avec le modèle féodal occidental : le premier cherche à étendre l’empire du sultan, à soumettre la seconde, qui cherche à garder son autonomie et ses prérogatives. (on reconnaîtra dans cette opposition, celle, plus moderne, de ‘Blad Siba/Blad Makhzen’)

- La dimension religieuse : est soulignée par Greetz, qui fut étonné par le rôle important des Zaouias (sorte de couvent fortifié dirigé par un sage) dans la sociologie politique ‘primitive’. Typiquement, chaque zaouia est un Makhzen en puissance : lors du XVIIe siècle, une zaouia comme celle des Dala’iynes avait un système makhzénien très avancé sur les territoires sous son contrôle.

- Le Makhzen moderne : Laroui y voit l’émanation d’un Etat moderne au Maroc, ou en tout cas, une tentative de rationalisation de l’exercice du pouvoir via la création d’une administration. On rappelle que le Maroc actuel correspond grosso modo à ce qu’on appelait ‘Blad Makhzen’ quelques siècles plutôt. Le Makhzen, enfin, se définit par l’alliance de l’élite urbaine, l’armée, les chérifs et les marabouts (autrement dit, le triptyque Armée, Religion, Aristocratie) ‘le Makhzen, fruit d’une communauté qui se définit comme telle, à un moment de son histoire, jouit de ce fait d’une légitimité historique et ancrée dans l’imaginaire collectif, qui lui reconnait la représentation de l’identité nationale et le monopole des symboles religieux.

‘ {…}Dans un autre registre, Le Makhzen chérifien se pose comme transcendant la prédiction islamique ou le sentiment d’appartenance tribale, (ce qui ne serait pas le cas dans une configuration tribale makhzénienne). L’aspect moderne réside dans cette volonté de centralisation, la création d’une administration forte, ce qui, jusqu’à aujourd’hui une préoccupation essentielle du pouvoir en place.

1. Le champ temporel-religieux

Marcel Mauss avait habitude de dire que les sociétés ont l’habitude de représenter leurs routines par des rites. Dans le cas marocain, la dimension islamique des rites symboliques est essentielle; c’est ce qui explique l’attachement du pouvoir -et de certains acteurs politiques- à chercher de s’approprier ces symboles religieux. L’institution monarchique, sous sa forme royale ou sultanienne, a toujours cherché à assurer son hégémonie sur le champ politique en usant des symboles religieux. Cette volonté de monopole trouve son origine dans les justifications théologiques -ou dans le cas présent, théocratiques- de décisions temporelles, qui deviennent de ce fait sacrées, et donc indiscutables sous peine d’excommunication de la oumma. (avec les conséquences que l’ont peut imaginer en terre islamique pour un renégat). Dans le registre de l’utlisation politique des rites, la dimension temporelle a son importance : le mythe a toujours besoin de son moment fondateur, qui est constamment évoqué lors des rites correspondant. La religion -dans le cas marocain, l’Islam- assure, à travers ses rites propres (la prière du Vendredi, la Beya, etc…) pour garantir une emprise sur le pouvoir et les sujets. Les différentes parties prenantes du Makhzen sont bien sur conscientes que la simple légitimité de l’imamat est nécessaire mais pas suffisante pour assurer la pérennité de l’institution makhzénienne, laquelle cherchera à s’assurer d’autres outils de contrôle et de coercition.

2. La force armée

Zayani, dans son ouvrage ‘واسطة السلوك في سياسة الملوك’ considérait que l’armée était ‘la fierté de l’empire, et la garantie la plus sûre contre les troubles, et quiconque néglige son armée perdra son traîne aussi sûrement’. L’histoire marocaine démontre que la force armée a toujours représenté une institution essentielle dans la distribution des pouvoirs. Une administration centrale et centralisée suppose l’existence d’une force de coercition fidèle, à projection rapide et assurant les rentrées nécessaires d’impôts et de ressources diverses. L’armée makhzénienne est d’abord protectrice de l’ordre intérieur (avant de protéger contre les agressions extérieures). Cependant, du fait de la persistance du sentiment tribale, la formation d’une armée régulière, détachée des enjeux locaux, n’a jamais pu se réaliser (y compris avec la tentative de l’armée des esclaves Boukhara, qui devinrent par la suite une tribu propre, et même une féderation de familles makzéniennes.) L’armée est donc une force hétérogène, généralement indisciplinée, et de ce fait, volontairement neutralisée par l’institution sultanienne, dévouée à la collecte d’impôts et aux expéditions punitives (Harkas)

3. Les impôts

La motivation principale derrière la structure fiscale marocaine primitive est loin d’être religieuse, elle se résume dans la doctrine suivante :’plus l’assujetti s’enrichit, plus les chances qu’il se révoltera contre le pouvoir grandissent. Il faut donc le taxer durement’. Cette logique rentière explique le retard économique marocain (entre autres). L’impôt makhzénien sert à entretenir la machine pour elle-même (contrairement à l’idée de l’Etat comme canal de redistribution des impôts). A côté des impôts islamiques, le Makhzen créa d’autres impôts -non sans une farouche opposition tribale et même populaire, conférer les nombreuses révoltes rurales et urbaines qui ont émaillé l’histoire du Maroc depuis le XVIIIe siècle-. Cependant, avec l’augmentation de la pression européenne, le Makhzen commença peu à peu à exiger un paiement d’impôt en unités monétaires, ce qui ne manqua pas de bouleverser les structures pré-coloniales, mais pas au point de remettre en cause la fonction de l’impôt : une source de financement et de légitimation du Makhzen.

12 December 2009

Syassator

http://syassator.wordpress.com/2009/12/12/le-makhzen-sa-nature-ses-origines-sa-forme-actuelle/