Stuk over Nador in NRC

Gestart door Memma, 27/05/2007 om 18:10:37

Memma

Gisteren stond in NRC Handelsblad een stuk van Benzakour over Nador. Heeft misschien iemand dat stuk digitaal?

Sa3ieD

Citaat van: Memma op 27/05/2007 om 18:10:37
Gisteren stond in NRC Handelsblad een stuk van Benzakour over Nador. Heeft misschien iemand dat stuk digitaal?

Plaats het over 2 minuten voor je, effe opzoeken.

Idir

Citaat van: Memma op 27/05/2007 om 18:10:37
Gisteren stond in NRC Handelsblad een stuk van Benzakour over Nador. Heeft misschien iemand dat stuk digitaal?

Welke pagina ? ga even kijken of ik het kan scannen?!

Idir

Citaat van: Idir op 27/05/2007 om 18:26:33
Citaat van: Memma op 27/05/2007 om 18:10:37
Gisteren stond in NRC Handelsblad een stuk van Benzakour over Nador. Heeft misschien iemand dat stuk digitaal?

Welke pagina ? ga even kijken of ik het kan scannen?!

Laat maar heb het al gevonden, maar het is pagina-groot zal niet gaan met scannen! we wachten op Sa3ied!

Sa3ieD

Niet klagen over kakkerlakken Heel Marokko is afzetmarkt smokkel;
Nador, bakermat van de meeste Nederlandse Marokkanen


Door: Mohammed Benzakour
26 mei 2007

Vanuit de lucht wuiven de palmengroepjes op het vliegveld Nador de bezoeker een vriendelijk welkom toe. Ze beloven rust aan de mensen, die zich sedert Odysseus en zijn gezellen tot dit stukje mediterraan Marokko voelen aangetrokken.

Het schemert al, maar koel is het allerminst. Bij het uitstappen stijgt de bodemwarmte als hete stoom door mijn broekspijpen omhoog. Het is pas april.

De lange rij vermoeide passagiers kan de Arabische douaniers weinig schelen. Ze nemen alle tijd, bladeren het paspoort driemaal door, ginnegappen, nemen een slok thee, en geven uiteindelijk met een licht hoofdknikje het signaal 'doorlopen', zonder de reiziger aan te kijken.

De stad, de regio, goeddeels het hele noordelijke Rifgebied wordt bewoond door Berbers of Imazighen, vrije mensen, zoals ze zichzelf liever noemen. Maar functies bij douane, politie, justitie en andere belangrijke overheidsbaantjes worden voornamelijk bezet door Arabisch sprekende Marokkanen, afkomstig uit de grote steden. Het is een doorn in het oog van de Berbers, die eeuwenlang hebben gestreden voor onafhankelijkheid.

Buiten wachten de taxi's. Oude, witte Mercedessen vol deuken. Een pezig, zwart geroosterd kereltje met een te groot NY-baseballpetje schreeuwt en gebaart heftig, hollend van de ene stoep naar de andere. Niets ontgaat hem. Indrukwekkend veel leven in zo weinig body. Hij is de corti: hij zorgt ervoor dat alle taxi's goed gevuld op weg gaan. Om zijn rimpelnekje hangt een touw met een verfomfaaid ruitjesstencil eraan, de tarievenlijst, voor dag en nacht.

"Nador?", roept-ie. Ik knik. Voor ik er erg in heb, ligt mijn bagage al in de kofferbak. De prijs is 150 dirham, prix fixe, ofwel 15 duizend frank, ofwel 300 dorro (de lokale munteenheid), omgerekend 14 euro. Een fijn prijsje voor een nachtrit van veertig minuten. Dat wil zeggen: fijn voor mij. Voor dit geld moet je hier een volle week in de bouw ploeteren. Of twee weken ijverig schoenen poetsen.

"Wanneer gaat eigenlijk het avondtarief in?", vraag ik onderweg. De groeven in zijn gezicht zijn dik en kronkelig en lopen over in zijn hals, alsof de routekaart op z' n tronie is gedrukt. Begin vijftig denk ik, al is schatting van leeftijden in een streek waar zon en stof aanvallen doen op de huid altijd hachelijk. Even lijkt hij de vraag niet te begrijpen. Dan mompelt-ie: "Als het vliegtuig landt."

Ik zwijg en samen staren we de duisternis in. Het landschap trekt aan mij voorbij maar ik zie geen hand voor ogen. Wegverlichting is schaars in dit gebied. Bijna alle verlichting komt van de maan en de zon. En van autolampen. Als die het doen tenminste. Onlangs, zo verbreekt de chauffeur het stilzwijgen, was er weer een fataal ongeluk. Een automobilist dacht dat zijn tegenligger een bromfiets was; het bleek een auto met maar één brandende koplamp.

Ik tast naar m'n gordel, maar die ontbreekt. "Is niet nodig vriend. Mijn ogen en koplampen functioneren alle vier nog uitstekend."

Als ik de volgende morgen bij de receptionist terloops m'n beklag doe over kakkerlakken in de badkamer, krijg ik te horen dat wij, shab el garrizj (Europese Marokkanen), niet zo moeten zeuren. "Jullie komen eens per jaar naar onze hotels en jullie verwachten dat de kakkerlakken die hier het hele jaar door wonen ineens plaats maken voor jullie. Dat is onrechtvaardig, de kakkerlakken hebben meer recht op huisvesting." Ik geef hem lachend gelijk.

Na de kruizemuntthee en de donut neem ik een kijkje in het centrum van de stad, waar zich de grootste bazaar bevindt, de soek moerkeb. Zeven dagen per week, 365 dagen per jaar vormt deze markt het kloppend hart van de stad. Vanuit de hele streek strijkt men neer in deze stoffige bijenkorf. Overal wild gesticulerende Berbers met tongen die ratelen als ratelslangstaarten, overal kruipen invaliden, bedelaars en pokkenslachtoffers op zoek naar verlossing in de vorm van enkele dirhams. Steeds breken kleine ruzies los.

De markt biedt alles wat een mens nodig heeft. Scheerborstels, tassen met bloemetjesmotief, nagelknippertjes, gelakte schelpasbakken, Mickey Mouse-pyjama's, gympies van merken die mij vaaglijk bekend voorkomen: Abibas, Reibok, Poena. Mobieltjes en illegale Bollywood- en Jackie Chan-dvd's liggen in duizenden opgestapeld naast de olijven, dadels en eau de cologne. Vrouwen met met kohl omcirkelde ogen zitten gehurkt op de grond en verven voor een halve euro hennaversieringen op handen. Achter de muren de vlees- en vismarkt. Een koeiehoofd vol vliegen bungelt aan een touw. Kippen en konijnen wordt voor je ogen de keel doorgesneden, hun vlees panklaar gemaakt.

Plotseling consternatie. Twee jongens rollen over de grond. Schuttingtaal van het hogere soort. Moeder de hoer en vader de pooier, de complete familie incluis de doden wordt vervloekt. Bloed trekt druppelend een spoor. Geblondeerde zuslief, die kennelijk de inzet was, gilt aan een stuk door dat ze "hem niet eens kent!" Eindelijk lukt het omstanders de twee uit elkaar te halen. De massa stuift uiteen en gaat over tot de orde van de dag. Agenten, die je normaal overal ziet staan, zijn nu nergens te bekennen. "Tja die vrouwen...", mompelt de sappenman.

Zo gaat het iedere dag. Passerende meisjes wordt onophoudelijk het hof gemaakt. Dit komt neer op uitnodigingen tot intiem verkeer, vaak op platvloerse wijze en soms met handtastelijkheden. Maar o wee als zich tussen die meisjes zuslief/dochterlief bevindt. Dan zijn zuslief/dochterlief en de loslippige jongen hun leven niet meer zeker. Anders gezegd: wél eisen dat de ander jouw familie respecteert maar zelf die waardigheid niet opbrengen voor andermans familie. Ziehier de culturele schizofrenie in de man/vrouwomgang, een kwaal die geëxporteerd is naar Nederland.

"Een kloppend hart zeg je", schatert de horlogeman. "Een kloppend geslachtsdeel zal je bedoelen!" Hij draagt een vuile spijkerboek en verkoopt deftige horloges. Gucci, Rolex, Prada, ik zag zelfs een Mercedes-horloge liggen, alles keurig geordend op een kartonnen bord op de grond. Bestaan die, Mercedes-horloges? "Alles bestaat hier", zegt hij resoluut. "Als je maar dinero hebt."

"Snel, snel, ze komen eraan", schreeuwt plotseling een knulletje. De horlogejongen en ook de riemenjongen, de schoenenjongen, de cassettebandjesjongen graaien hun boeltje bij elkaar en stoppen het vliegensvlug in een grote zak. Als de agenten voorbij zijn gesjokt, ligt het zaakje weer uitgestald, blikkerend in de zon.

Dat 'kloppend geslachtsdeel' is niet gek bedacht. In en rondom souk moerkeb krioelt het van de geslachtsrijpe meisje die zich opgetut hebben. De jongens sissen en fluiten, het stuiptrekkende liefdesverlangen spat van hun gezichten. "Tssssst, tsssst, o, moeder van me, je borsten doen mijn hersens vervliegen." "O snoepje van mijn leven, mijn hart wordt een bloem bij jouw aanblik." Mooi gezegd allemaal, maar de meisjes horen dit duizendmaal in duizend steegjes. Dus zijn ze Oostberbers doof. Soms lispelen ze iets gevat arrogants terug. De jongens zijn al blij met een reactie en roffelen zich lachend op de borst. In de zomermaanden is het hier helemaal een testosteronkermis. Dan strijken de jongens en meisjes uit Europa met vele duizenden tegelijk neer. De shab el garrizj zijn de echtelijke toegangspoort tot Europa, de droom van elke Riffijn, jongen of meisje, mank of blind. Maar de poort is als de grot van Ali Baba en gaat slechts open voor een enkeling. De rest groeit op voor galg en rad, hangt in cafés (die goddank geen consumptieverplichting kennen), verkopen zonnepitjes. En ze snuiven lijm, biljarten in speelhallen met verouderde spelmachines op Bob Marley's No woman no cry.

'Misschien maak je vandaag wat geld, maar morgen zit je zo weer in de put", zegt de cassettebandjesverkoper. Tragisch is de Werdegang van Rachid Nadori, de beroemde zanger van Nador. Ooit was hij een lokale grootheid, op alle bruiloften werd hij gevraagd te komen zingen. Over de liefde en het vrije leven. Verzoop in dure kleding, dikke auto's, gouden Rolexen, vino, hasjiesj en meisjes, veel meisjes. En nu? Nu staat Rachid gebruikte schoenen te verkopen op een vlooienmarkt.

Ik zocht hem op. "Ja jongen, zo is het leven." Hij kan nog net z'n kamer en sardientjes betalen. Hij heeft een darmkwaal, maar geen geld voor een operatie. Alle miljoenen zijn verbrast. "Nee, het is grotendeels gestolen", corrigeert-ie zich snel. Wat rest zijn bittere herinneringen. "Vriendschap bestaat niet, mijn broer." Hij heeft me het misschien vijf keer gezegd. Bij het afscheid vraagt-ie me of ik misschien niet een Nederlandse vrouw ken die met een zanger wil trouwen. "Ik zal een mooi liedje voor haar maken." Hij geeft me zijn nummer, want zonder mobieltje kun je net zo goed doodgaan.

's Avonds, als de marktkooplui hun vodden bijeenrapen, wordt de grimmigheid pas goed zichtbaar. Terwijl het stof langzaam neerdaalt en vanaf de minaret de gelovigen worden opgeroepen om voor Allah te knielen, verschijnen her en der geschminkte meisjes, dikwijls dik. Ze hebben vooral oog voor mannen met auto's, en vice versa. Deze 'autohoertjes' zijn voornamelijk afkomstig uit de arabofone binnenlanden, omdat Berbermeisjes "te trots zijn om voor geld de benen te spreiden", al treedt in dit opzicht een zekere verandering op. Er is immers een punt waarop armoede lak heeft aan trots. Tegelijk met de autohoertjes duiken allerlei alcoholische landlopers op die er niet voor terugdeinzen om voor tien euro een mes tussen je ribben te planten. Ondertussen storten honden zich onder woest gehuil op het achtergelaten vleesafval.

Sinds een paar jaren kent de stad groene prullenbakken. Dit klinkt als vooruitgang. Maar welk nut heeft een prullenbak als deze nauwelijks wordt geleegd? Visgraten en groenteafval puilen eruit als de smurrie uit een opengereten schapemaag. Bovendien, welk nut heeft een prullenbak als het volk niet is opgevoed om z'n rotzooi in daartoe bestemde bakken te deponeren? De aanblik van wegwaaiende colablikjes, bierblikjes, karton en sinaasappelschillen maakt het moeilijk voorstelbaar dat Nador, gespekt door de deviezenoverdracht van de honderdduizenden Berbermigranten in West-Europa, behoort tot de rijkste steden van Marokko. De vuilnisophaaldienst, die 's nachts in de weer is, voorkomt dat deze overbevolkte stad (200.000 inwoners, en in de zomermaanden bijna een verdubbeling door de komst van shab el garrizj) niet wegzakt in de eigen stank en vuilnis.

Nergens in Marokko is het corruptiesysteem beter geoutilleerd dan in deze havenstad. "De nazaten van een in Nador gestationeerde politieagent hoeven nooit meer te werken", vertelt mijn neef. Hij heeft in Rabat geneeskunde gestudeerd, specialiseerde zich in Frankrijk tot uroloog en heeft sinds twee jaar een praktijk in Nador. "Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de contrabande", zegt hij - de smokkelhandel uit de Spaanse enclave Melilla.

We brengen een bezoek aan het grensgebied, de heksenketel van Beni Ansar. Onder een brandende zon krioelt het er van de smokkelaars, gelukszoekers en meisjes die zich aan Spanjaarden verkopen. Mannen en vrouwen, onder wie bejaarden en kinderen, sjouwen enorme dozen en balen vol Spaanse waar: fruitsappen, matrassen, sauzen, broeken, kasten. De hele Ikea en Hema op een mensenrug - het kan.

Een vrouw met gekromde rug stort ter aarde. De blikjes tonijn en snoep rollen over straat. Haar handen zijn kapot. Twee mannen beuken op een andere man in totdat-ie gillend het hazepad kiest, blootsvoets over een veld vol distels. Een jongetje dat over een hek met prikkeldraad probeert te vluchten krijgt een gummiknuppel tegen z'n rug gesmeten. Hij valt neer met bloedende handen.

Een kilometer verderop, in de bossen van Gourougou, bivakkeren Nigerianen en Senegalezen. Duizenden kilometers hebben deze Afrikanen afgelegd, barrevoets. Ze wachten hun kans af om in Melilla asiel aan te vragen. Maar de Marokkaanse politie treedt hard op.

Mensenrechtenorganisaties trekken voortdurend maar vergeefs aan de bel. Als ik mijn neef vraag waar die stumperds van moeten leven, zegt-ie dat ze "bijna alle apen van Gourougou hebben opgepeuzeld."

"Kijk", en hij wijst op de overkant. Drie gesluierde vrouwen met geverfde lippen glippen een grenskantoortje binnen. Een half uurtje later wandelen ze naar buiten, schikken nog snel hun djellaba's, en passeren de grenspost.

De invoer van de Spaanse producten is bij wet verboden, maar de smokkel wordt gedoogd, omdat er steekpenningen worden betaald door winkeliers, bouwondernemers en koppelbazen. De smokkelwaar heeft heel Marokko als afzetmarkt. "Heel de politie, van hoog tot laag, verdient er goudgeld aan, ook de burgemeester. Dit is de reden waarom de autoriteiten nauwelijks aanspraak maken op dit nooit teruggegeven stukje Marokkaans grondgebied."

Op de verbindingsweg Nador-Melilla voert de douanepolitie dag en nacht controles uit, met uitgerolde spijkermatjes. "Wie flappen overlegt, mag doorrijden. Anders wacht een fikse boete en inbeslagname van alle waar, rijbewijs en auto incluis."

Zo gaat dat met vrijwel alle bezigheden in Nador. Wie bouwen wil, moet zijn vergunning onderhands afkopen. Prostitutie is officieel streng verboden, maar een op de drie hotels in Nador is een verkapt bordeel. "Hoertjes ontvangen er klanten voor 2 of 3 euro." Dit gedoogbeleid is pure business. "Politie en stadsbestuur delen in de winst die de hoteleigenaar c.q. pooier maakt door uitbuiting van de meisjes." Meisjes moeten om het half jaar worden vervangen om te voorkomen dat de halve stad aan druipers bezwijkt. Condooms zijn, net als tandpasta, luxe artikelen.

Nador-stad kent echter ook een welvarend gezicht. Nette banken, dure hotels, sjieke restaurants en grand cafés. Maar het is schijn. Al het vastgoed is in handen van een kleine bovenlaag van drugsbaronnen en malafide investeerders. In de dure etablissementen, met weelderige tuinen en terrassen, zijn vaak weinig klanten te bekennen, zodat je je afvraagt waar de winst in godsnaam vandaan komt. Zoals je je ook afvraagt hoe het zit met die gsm-gekte in een stad waar een telefoongesprek evenveel kost als het loon van een naaister. Zelfs de armoedigste sigarettenjongens hebben een 'portative', bij voorkeur de nieuwste Ericsson of Nokia.

De portatives zijn overigens vooral een zegen voor de meisjes. "Nu kunnen ze eindeloos afspraakjes maken en kletsen zonder gezien te worden", legt de ober van Las Vegas uit. De tv, in het midden van het café, staat loeihard aan. Voetbal, Barcelona tegen Getafe, met een voetbalcommentator die nooit geleerd heeft dat enkele seconden zwijgen kan bijdragen aan het kijkplezier. "Ach jij aap, ga toch je kont geven!", schreeuwt een gast als Ronaldinho doel mist. Luid gelach.

"Wat is er mis met de liefde?", vraag ik de ober. "Die portatives zaaien geen liefde, maar nog meer hoererij", antwoordt hij. "Elk meisje gaat tegenwoordig zo met je mee, van voren of van achteren. Ja, het zijn vreselijke tijden, laat Allah ons behoeden." Ik vraag hem hoe hij weet of een meisje een hoertje is of gewoon een vriendje wil en een beetje liefde. "Ach, dat zie je toch in één oogopslag. Sletjes kijken voortdurend om zich heen. Kuise meisjes richten hun blik naar de grond. En je ziet het ook aan de huid. Sletjes zijn meestal zonverbrand omdat ze veel op straat hangen. Terwijl huwbare meisjes blank zijn. Zo simpel is het." Na enig aandringen bekent-ie dat ook hij een vriendinnetje heeft. "Maar de mijne is kuis hoor, dat begrijp je wel, ik ga met haar trouwen, insha'allah."

Weldra valt de schemer in. Ik slenter nogmaals door de stad, beging vorige eeuw gebouwd door de Spaanse kolonisator. Oude foto's laten een statige stad zien, met brandschone boulevards en melkwitte overheidsgebouwen in Andalusische stijl. Maar vandaag maken de gebouwen een verpauperde, troosteloze indruk. Het wegdek is soms net een maanlandschap; kuilen ter grootte van een skippybal, ijzeren spijlen die zomaar uit de grond omhoog steken en reeds talloze tenen hebben gebroken. Een deftig hotel met daarnaast een vuilnisbelt. Op elke hoek een apotheek en belhuis, terwijl een kwart van de mensen 's morgens niet weet of ze 's avonds eten op tafel hebben. In elke straat een glimmende jeep, terwijl je struikelt over de manken en beenlozen. Op elke hoek een internetcafé, hoewel de helft analfabeet is. Een hond die uitgebreid staat te poepen naast een pizzeria, bodybuildingcentra waar een handjevol jongemannen aan halters duwt en trekt, wat resulteert in kortbenige bobbeltorso's die kolderiek aandoen in het straatbeeld omdat de Berberman van nature klein en tanig is gebouwd. Wanneer ik de volgende morgen aangenaam verrast een paar schilders de boomstammen en stoepranden een likje verf zie geven, blijkt deze opknapbeurt een opportunistisch karweitje. "De koning komt binnenkort op bezoek", al kan niemand mij vertellen welke dag.

Kent Nador moderniteit? Ja, maar het is een vreemde moderniteit. Ze is een ongenode gast, een indringer die via de achtertuin naar binnen is geslopen. Je krijgt vaag het gevoel dat een catastrofe in de lucht hangt.

Na precies zeven dagen ben ik de stad moe. Op blote knieën bedank ik m'n vader dat-ie me naar Zwijndrecht heeft getransporteerd. Tegelijk neem ik mij voor om elke Marokkaan die ik in Nederland nog ach en wee hoor roepen over xenofobie, racistische media of een te lage uitkering goed de wind van voren te geven. En die Amsterdamse straatschoffies, die zouden eens hier hun taakstraffen moeten verrichten. Iedere dag op rantsoen schoenen poetsen of voor 4 euro per dag muren metselen en stenen sjouwen onder de brandende zon, dat zal ze mores leren. Zulke gedachten zijn ongerijmd, ik weet het, maar ze spoken wel door je hoofd.

Ik besluit mijn dorp op te zoeken.

De taxi, met zeven inzittenden, slingert zich langs smalle bergweggetjes omhoog. Duizenden, miljoenen zwarte plastic tasjes wapperen als lapjes luchtig textiel aan distels en cactusstruiken. Heuvels met ceders reiken tot achter de horizon. Reusachtige kloven en scheuren getuigen van de immense krachten die er duizenden jaren geleden op hebben ingewerkt. Zelden heb ik mij in de natuur zo klein gevoeld.

Na Nador is mijn dorpje Ouled Ali een weldaad. Het dorpje is gelegen aan de voet van een heuvel vol graan. Het heeft begin april eindelijk flink geregend, anders was de oogst grandioos mislukt. "Onze natuur is erg onvoorspelbaar, soms schenkt ze royaal, soms is ze gierig", zo doceert M'hamed, een fundamentalistische dorpsgenoot. Hij is klein, draagt een volle baard en gaat vaak in smetteloos wit. In de dorpsmoskee komt hij al jaren niet meer, "omdat de moskeegangers allemaal nepmoslims zijn. Ze liegen en stelen bij de vleet." Op zachte toon (want zo sprak ook de profeet) legt hij uit dat "het vegetatiedek door het grillige en vaak droge klimaat is weggeslagen en het water wegstroomt". M'hamed heeft landbouwkunde gestudeerd maar heeft altijd als metselaar gewerkt. "Ik kon nergens werk vinden en ik moest toch vrouw en vier kinderen voeden."

Al snel komen we over religie te praten, zijn favoriete onderwerp. "Nador, nee, heel Marokko, gaat naar de afgrond omdat de mensen zijn afgedwaald van het goede pad, het pad van Allah." Hij zegt het op een toon die geen twijfel overlaat. Of hij gehoord heeft van de moord op Theo van Gogh? "Jawel. Maar dat was een onislamitische daad waarvoor de moordenaar door Allah zal worden bestraft. Hij verdient het niet de naam Mohammed te dragen." B. heeft het volgens hem niet begrepen. "Ik snap zijn grief wel, maar die had hijmoeten aanwenden door voor Theo te bidden. Zo hoort het." Hij nodigt mij uit voor de maaltijd, die avond.

's Avonds klinkt in de verte het geblaf van honden. Als het laatste avondgebed uit de minaret klinkt, gaat het geblaf ineens, wonderlijk, over in gejank. Overdag zie je die beesten zelden. Ze houden zich schuil in de heuvels, uit angst een steen naar de kop te krijgen.

's Nachts hoor je weleens een auto snoeihard voorbijrazen. Dat zijn vaak smokkelaars die de verbindingsweg Melilla-Nador omzeilen. Ze verkiezen - zonder verlichting - de gevaarlijke sluiproutes langs diepe dalen. Veel smokkelaars eindigden in een ravijn.

Mijn radiowekker blijkt al snel overbodig. De oude ezel van mijn buurvrouw zet iedere ochtend stipt om zeven uur een keel op. Sinds vorig jaar kent Ouled Ali een belhuis. Ook was er een internetcafeetje, drie computers in een garage, maar dat was van korte duur. "Vanuit de stad sneden ze steeds de verbindingskabels door omdat ze het niet konden uitstaan dat we hun klandizie afpakten", zegt de eigenaar, een frisse jongen van 22.

De emigratie van Berbers naar Europa heeft ook in Ouled Ali zijn sporen getrokken. Zo zie je hoe betonnen blokhuizen van soms wel vier etages de plaats innemen van de traditionele huizen van leem en riet. Deze enorme panden, dikwijls roze of mintgroen, zijn gebouwd met de spaarcentjes van de hardwerkende migranten in Europa. Het is vaak hun enige voorziening voor de oude dag. De tragiek is dat deze blokhuizen het hele jaar, en soms wel drie jaar leeg staan. Want behalve gedurende de zomervakanties keren slechts weinig migranten echt terug, zodat de huizen verpauperen. De enige aan wie ze huisvesting bieden, zijn muizen, vliegen en termieten.

Enkele dorpelingen die 's avonds in het buurtwinkeltje zitten te kaarten, zien in deze bakbeesten een heuse vloek. "Ze zijn zo hoog dat ze vanuit de ramen op onze patio's neerkijken, waar onze vrouwen dweilen en de was doen. Schaamteloos."

"Ja",zegt een ander, "Ze kunnen alles begluren, schandelijk!"

Een derde voegt toe: "Dit is wat de migranten uit Europa hebben meegenomen: goddeloosheid."

Memma


Sa3ieD

#6
Apart artikel. Ik kom niet uit Nador dus ik kan ook niet echt weten in hoeverre zijn artikel een correct beeld schetst van Nador.... Zoals ik het zie is Nador wel het toppunt van de vrije markt, zowel de normale producten als de collectieve goederen zijn vrijgelaten aan de vrije markt. Misschien is dat waarom Nadorezen in heel Marokko vaak als rasechte handelaren worden gezien. Ik denk veel het erg goed zouden doen in het kapitalistische zakenleven in het westen. Maarja het is allemaal gewoon een kwestie van overleven. Met een westerse bril op valt er denk ik weinig te begrijpen van Nador of van de rest van Marokko.

Memma

De beschrijvingen die Benzakour geeft vind ik over het algemeen niet veel verschillen van die van andere Marokkaanse steden; armoede, corruptie, de normen- en waardenvervaging etc. Wat Nador net wat anders maakt in dat rijtje steden, blijft de problematiek (of goudmijn voor anderen) rondom de trabando die vooral mogelijk gemaakt wordt door de gunstige geografische ligging aan zee en nabij Melilla als ik Benzakour zo een beetje begrijp. Of het klopt? Geen flauw idee, ik ken Nador evenmin en ben daar zelfs nog nooit geweest. Dus ik zal 't maar met eigen ogen moeten zien.

Laysa

Wat een eenzijdig beeld wordt er geschets, en de drama die druipt er zo vanaf dat het kaarsvet van een aangestoken kaars van dit gedruip kan leren.

Marokko is nooit een kolonie geweest, een protectoraat is niet hetzelfde als een kolonie. Ach, het is dan ook niet zo verwonderlijk dat hij dit verkeerd heeft, wat voor goeds kun je nou verwachten van iemand die schaamteloos plagiaat heeft gepleegd.

Voor de rest vind ik het artikel niet bijster interessant, en hier en daar heb ik het gevoel dat zijn fantasie de vrije loop heeft gehad.

Nee dank je, ik ga wel even naar de muur staren om de dood van die paar hersencellen, die dit excuus voor een artikel tijdens het lezen ervan bij mij teweeg heeft gebracht, te herdenken.

SAMADIE

Het beeld dat hij schetst klopt voor een deel. De mensen die hij beschrijft komen niet allemaal uit Nador. De hoeren de bedelaars en schoenpoetsers etc komen over het algemeen uit de rest van Marokko, Casablanca etc. Nador wordt door de arabieren kleine Spanje genoemd. wat trabando betreft is niet meer wat het geweest is, sinds dat er 6 meter hoge hek langs de grens tussen melila en Nador is.

Tamza

Ben zelf ook te lang niet in Nador geweest om te weten of het geschetste beeld 'correct' is. Ik denk overigens dat het beeld dat je van iets of iemand hebt, sowieso altijd subjectief is.

Maar ik moet zeggen dat hij er een mooi sfeerverslag van heeft gemaakt. Heel mooi.

awragh



Ik vind dit een heel goed stuk van Benzakour. Dit is zo herkenbaar voor mij (ik ben vrij vaak in Nador geweest). Het grote verschil met andere Marokkaanse steden (waar ik geweest ben) is de competitie in de stad. Dat merk je aan alles. De mensen zijn niet rustig en constant aan het concurreren (ruzieën), omdat er (veel) geld te verdelen is. Los van de relatieve economische welvaart is de kwaliteit van het leven niks. Er is niks, maar dan ook niks te doen behalve handelen (incl. stelen, etc.).

Hadou

slechte stuk. vol met veroordelingen en negatieve benaderingen.
Ik reageer later op in details.
Er zitten hoop fouten in.

Rbaaz

Citaat van: Laysa op 27/05/2007 om 20:14:52
Wat een eenzijdig beeld wordt er geschets, en de drama die druipt er zo vanaf dat het kaarsvet van een aangestoken kaars van dit gedruip kan leren.


Het is idd. een éénzijdige beeld maar wel een reële. Deze situatie is niet uniek voor Nador maar vinden we in elke Derde Wereld stad dat een beetje te vergelijken is met Nador (qua ligging en populatie etc).

Het kan zijn dat hij hier aan daar zijn fantasie of die van zijn neef erop heeft losgelaten maar dat mag. het artikel moet wel leuk te lezen zijn, anders haak je bij zo’n lange stuk snel af. Hij hoeft ook niet elke detail tot in de “volstrekte” waarheid te beschrijven. 

Het gaat in de laatste 20 jaar zeer slecht met Marokko. tussen al het smokkelwaar dat tussen Nador en Spanje wordt verhandeld, zit ook een fatale produkt voor Marokko. namelijk de westerse moderniteit
BenZakour geeft het ook aan in het artikel, jammer dat hij er niet diep op ingaat.
De vrijheid, de marktwerking, de manier van kleden, seksualiteit, het gedogen van drugs, het toestaan van alcohol, het consumentisme, de manier van tv maken … zoals wij dat hier in europa kennen is niet geschikt voor Marokko.  in een land waar de overheid haar rol slecht nalevert, het verschil tussen rijk en arm groot is, grote werkloosheid, analfabetisme heerst en een andere soort cultuur, is zo’n moderniteit vernietigend.
Bv drugs heeft op een ongeschoolde, werkloze, hobbyloze jonge een veel catastrofe gevolg dat op een jonge hier in het westen, die studie, een baan en hoby’s heeft. Drugs voor het plezier gebruiken is anders dan drugs gebruiken uit verveling en/of om ellende te vergeten.
Jullie weten nog wat voor effect een Zuid-Amerikaanse soap had op Marokko. men liet zijn werk staan om 1 serie niet te missen. Men kon het verschil tussen film en werkelijkheid niet uit elkaar halen!!!
Dit zijn gewoon wat voorbeelden.
Mensen die denken dat de moderniteit van het westen Marokko goed zal doen, hebben het mis. Beter is om naar een andere soort moderniteit te zoeken dat niet voorvloeit uit het nihilisme en het materialisme .


Hadou

#14
Citeer
"Nador?", roept-ie. Ik knik. Voor ik er erg in heb, ligt mijn bagage al in de kofferbak. De prijs is 150 dirham, prix fixe, ofwel 15 duizend frank, ofwel 300 dorro (de lokale munteenheid), omgerekend 14 euro. Een fijn prijsje voor een nachtrit van veertig minuten. Dat wil zeggen: fijn voor mij. Voor dit geld moet je hier een volle week in de bouw ploeteren. Of twee weken ijverig schoenen poetsen.
gelul ! een gemiddelde arbeider verdient tussen 50 en 120 DH per dag. Dat is tussen 5 en 12 â,¬ per dag!!
Citeer
"Wanneer gaat eigenlijk het avondtarief in?", vraag ik onderweg. De groeven in zijn gezicht zijn dik en kronkelig en lopen over in zijn hals, alsof de routekaart op z' n tronie is gedrukt. Begin vijftig denk ik, al is schatting van leeftijden in een streek waar zon en stof aanvallen doen op de huid altijd hachelijk. Even lijkt hij de vraag niet te begrijpen. Dan mompelt-ie: "Als het vliegtuig landt."
domme vraag. En weer zo n vernederende beschrijving van een hardwerkende man. Tfoe!
Citeer
Ik zwijg en samen staren we de duisternis in. Het landschap trekt aan mij voorbij maar ik zie geen hand voor ogen. Wegverlichting is schaars in dit gebied. Bijna alle verlichting komt van de maan en de zon. En van autolampen. Als die het doen tenminste. Onlangs, zo verbreekt de chauffeur het stilzwijgen, was er weer een fataal ongeluk. Een automobilist dacht dat zijn tegenligger een bromfiets was; het bleek een auto met maar één brandende koplamp.
Lekker belangrijk! In NL gebeuren meer ongelukken.
Ik tast naar m'n gordel, maar die ontbreekt. "Is niet nodig vriend. Mijn ogen en koplampen functioneren alle vier nog uitstekend."
In NL hoef je ook geen gordel te dragen. Als passagier.
Als ik de volgende morgen bij de receptionist terloops m'n beklag doe over kakkerlakken in de badkamer, krijg ik te horen dat wij, shab el garrizj (Europese Marokkanen), niet zo moeten zeuren. "Jullie komen eens per jaar naar onze hotels en jullie verwachten dat de kakkerlakken die hier het hele jaar door wonen ineens plaats maken voor jullie. Dat is onrechtvaardig, de kakkerlakken hebben meer recht op huisvesting." Ik geef hem lachend gelijk.
weer zo n beschrijving! Neem toch een luxe hotel ! zijn er genoeg in Nador. Je kan daar soep van de vloer likken.
Citeer
Na de kruizemuntthee en de donut neem ik een kijkje in het centrum van de stad, waar zich de grootste bazaar bevindt, de soek moerkeb. Zeven dagen per week, 365 dagen per jaar vormt deze markt het kloppend hart van de stad. Vanuit de hele streek strijkt men neer in deze stoffige bijenkorf. Overal wild gesticulerende Berbers met tongen die ratelen als ratelslangstaarten, overal kruipen invaliden, bedelaars en pokkenslachtoffers op zoek naar verlossing in de vorm van enkele dirhams. Steeds breken kleine ruzies los.
ben jij nou niet verkaast? Wat een schets! Je doet net of je niet daarvandaan komt.
Citeer
De markt biedt alles wat een mens nodig heeft. Scheerborstels, tassen met bloemetjesmotief, nagelknippertjes, gelakte schelpasbakken, Mickey Mouse-pyjama's, gympies van merken die mij vaaglijk bekend voorkomen: Abibas, Reibok, Poena. Mobieltjes en illegale Bollywood- en Jackie Chan-dvd's liggen in duizenden opgestapeld naast de olijven, dadels en eau de cologne. Vrouwen met met kohl omcirkelde ogen zitten gehurkt op de grond en verven voor een halve euro hennaversieringen op handen. Achter de muren de vlees- en vismarkt. Een koeiehoofd vol vliegen bungelt aan een touw. Kippen en konijnen wordt voor je ogen de keel doorgesneden, hun vlees panklaar gemaakt.
iwa zeg gewoon net of je in Beverwijkse bazaar bent.
Ze3ma meneer mist zijn Albert Heijn.
Citeer
Plotseling consternatie. Twee jongens rollen over de grond. Schuttingtaal van het hogere soort. Moeder de hoer en vader de pooier, de complete familie incluis de doden wordt vervloekt. Bloed trekt druppelend een spoor. Geblondeerde zuslief, die kennelijk de inzet was, gilt aan een stuk door dat ze "hem niet eens kent!" Eindelijk lukt het omstanders de twee uit elkaar te halen. De massa stuift uiteen en gaat over tot de orde van de dag. Agenten, die je normaal overal ziet staan, zijn nu nergens te bekennen. "Tja die vrouwen...", mompelt de sappenman.

Is dat belangrijk om over te schrijven?
Citeer
Zo gaat het iedere dag. Passerende meisjes wordt onophoudelijk het hof gemaakt. Dit komt neer op uitnodigingen tot intiem verkeer, vaak op platvloerse wijze en soms met handtastelijkheden. Maar o wee als zich tussen die meisjes zuslief/dochterlief bevindt. Dan zijn zuslief/dochterlief en de loslippige jongen hun leven niet meer zeker. Anders gezegd: wél eisen dat de ander jouw familie respecteert maar zelf die waardigheid niet opbrengen voor andermans familie. Ziehier de culturele schizofrenie in de man/vrouwomgang, een kwaal die geëxporteerd is naar Nederland.
Die durft! Dat wij enkel het kwaad exporteren naar NL. Deze  man moet echter goed aan gepakt worden.

Citeer
"Een kloppend hart zeg je", schatert de horlogeman. "Een kloppend geslachtsdeel zal je bedoelen!" Hij draagt een vuile spijkerboek en verkoopt deftige horloges. Gucci, Rolex, Prada, ik zag zelfs een Mercedes-horloge liggen, alles keurig geordend op een kartonnen bord op de grond. Bestaan die, Mercedes-horloges? "Alles bestaat hier", zegt hij resoluut. "Als je maar dinero hebt."
wat dacht je? Er is meer te krijgen in Nador dan in Nederland.
Citeer
"Snel, snel, ze komen eraan", schreeuwt plotseling een knulletje. De horlogejongen en ook de riemenjongen, de schoenenjongen, de cassettebandjesjongen graaien hun boeltje bij elkaar en stoppen het vliegensvlug in een grote zak. Als de agenten voorbij zijn gesjokt, ligt het zaakje weer uitgestald, blikkerend in de zon.
moet dat nou? Een beschrijving hoe mensen dagelijks met moeite hun brood verdienen? En dat je niet onderzoekt?
Citeer
Dat 'kloppend geslachtsdeel' is niet gek bedacht. In en rondom souk moerkeb krioelt het van de geslachtsrijpe meisje die zich opgetut hebben. De jongens sissen en fluiten, het stuiptrekkende liefdesverlangen spat van hun gezichten. "Tssssst, tsssst, o, moeder van me, je borsten doen mijn hersens vervliegen." "O snoepje van mijn leven, mijn hart wordt een bloem bij jouw aanblik." Mooi gezegd allemaal, maar de meisjes horen dit duizendmaal in duizend steegjes. Dus zijn ze Oostberbers doof. Soms lispelen ze iets gevat arrogants terug. De jongens zijn al blij met een reactie en roffelen zich lachend op de borst. In de zomermaanden is het hier helemaal een testosteronkermis. Dan strijken de jongens en meisjes uit Europa met vele duizenden tegelijk neer. De shab el garrizj zijn de echtelijke toegangspoort tot Europa, de droom van elke Riffijn, jongen of meisje, mank of blind. Maar de poort is als de grot van Ali Baba en gaat slechts open voor een enkeling. De rest groeit op voor galg en rad, hangt in cafés (die goddank geen consumptieverplichting kennen), verkopen zonnepitjes. En ze snuiven lijm, biljarten in speelhallen met verouderde spelmachines op Bob Marley's No woman no cry.
Hier houd ik met dit troep  op!


Als het nou door zo een kut Hollander  of een niet Amazigh geschreven zou worden, dan  waren wij zeer ontevreden over!

Benzakour is verkaast en is zijn roots vergeten.
De sitiuatie waarin Nador is terechtgekomen, heeft zijn geschiedenis. Het is niet zo maar op één dag geworden, hoe het vandaag er uit ziet. Dat moet Benzakour onderzoeken.
En de mensen die hij heeft ontmoet, gesproken, gezien en stiekem heeft beschreven als voyeur. Hebben meer eigenschappen dan hij denkt.
Plus het feit dat niet Alle Irifiyen uit de Stad Nador anno 2007 vandaan komt. Die indruk wordt nu zo gewekt!