-menu

Toon bijdragen

Deze sectie stelt je in staat om alle bijdragen van dit lid te bekijken. Je kunt alleen de bijdragen zien waar je op dit moment toegang toe hebt.

Toon bijdragen-menu

Berichten - Hadou

#1306
Allah yar7em hu.
bedankt voor het bericht Idir.

http://www.avmaroc.com/actualite/deces-caire-fils-a107960.html

Hij was tijdens de ballingschap van zijn vader op het Eiland Reunion geboren. In het jaar 1932.

#1307
Citaat van: Izwan op 08/11/2007 om 13:50:52
1- Is het je opgevallen dat de auteurs van veel vertaald Arabische boeken een bijnaam hebben gekregen. Onder welke naam is ibno Sina in Europa is bekend?
2-Waarom weigert Spanje om het dossier van koloniale tijden openbaar te maken?
1- Aveccina. Later hersteld naar Ibnu Sina. ( Moslims schrijven vreemde namen ook op hun manier Of ze geven die persoon een Arabische naam).
Aveccina wordt wel door de wereld van  wetenschap en medici  geeerd.

Avicenna op een Poolse postzegel.

2- Omdat er te veel is verloren. En Spanjaarden zijn niet trots op hun verleden. Spanje was ooit  een grote rijk en het beroofde veel land en moorde veel mensen. Voor hun GLORIE
En de Spaanse Burgeroorlog heeft hun status en alles waar ze trots op waren , kapot gemaakt.
Citeer
Het beeld dat jij hier schetst is te rooskleurig. De positie van Marokkanen in Spanje is simpel gezegd: Slecht.
Dat is niet waar, anders verblijven zij niet in dat land.
Citeer
Verder moet jij nuchter blijven. Spanje of Europa is geen liefdadigheid opvang.
Dat zijn de Moslimlanden ook niet.
Citeer
Ik begin indruk te krijgen dat een taboe is om hier over de glorie van Islamitische rijken ter spraak te brengen.
Nee hoor. het is geen Taboe. Je verbloemt de glorie.
Die Glorie heeft ook slachtoffers gekend. Die Glorie is mede door geweld ontstaan. net zoals de Romeinse glorie, Spaanse glorie , Britse Glorie, Mongoolse glorie.
- Enkel willen de meeste moslims het goed praten en het als Missie van God te bestempelen.

verder vind ik het vreemd dat je aan de ene kant de Europeese en Noord- Amerika landen als '' westerse landen'' noemt. ( Hier gebruik je de ligging van de landen t.o.v de aarde) en laat je de religie buiten.
En aan de andere kant: noem je de landen van Noord-Afrika en Azie , omdat de meerderheid van de bevolking de Islam als religie aanhangt , ''Islamitische landen''. En Laat je de geografische ligging , taal, cultuur, ras en andere aspecten van de bevolking buiten.
Waarom doe jij dat?



Citeer
Afgelopen jaren heeft Iran veel technologische kennis ontwikkeld en niet alleen nucleaire kennis. Iran is nu bereid om veel Europeaanse bedrijven werkzaamheid in MO met goedkoop tarief te vervangen, maar die koeien (Arabische leiders) gingen niet op het voorstel van Iran. Geld hebben ze zat en ze moeten bevriend blijven met het westen anders lopen ze de kans om als Saddam te beëindigen.
Jij zegt het zelf . de vijanden van Iran zijn de Arabieren.
Zowel Iran als Arabieren spreken zich uit voor een geweldige Moslim. Maar samen werken of elkaars rug te bewaken doen ze niet.  En dan komt een derde hond die met de bot vandoor gaat..


Citeer

Vindt dat Iran net zo recht moeten hebben als bijv. Israël om zich technische te ontwikkelen?
Laat ze toch lekker technisch ontwikkelen en concureren met Japan en Korea en Europa en Amerika.
Niemand houdt ze tegen. Enkel moeten ze hun BEK dicht houden en hun buren niet  Dreigen. Want zij worden enkel in de gaten gehouden.

Israel stel niets voor ( geloof mij) zij kunnen niets zonder giften en subsidies van de Israel liefhebbers.
zij hebben ook eigen problemen, waar zij maar niet uitkomen. + ze worden ondersteund door Moslims.

p.s. wijs niet alleen naar een ander. maar kijk ook naar je zelf
#1308
Taal / Re: Dierennamen
07/11/2007 om 14:19:22
Citaat van: XallasianX op 02/11/2007 om 14:54:54
maar volgens genetische onderzoeken staan wij toch best ver van de huidige libanezen. Ik geloof dat hadou ooit iets dergelijks had geplaatst.
Voor info:
De huidige Libanezen zijn niet Feniciers op een kleine minderheid na.
Bijv:
-Vele Armeniers hebben zich gevestigd in Libanon na de onderdrukking van de Turken, Iraniers en anderen. De huidige Libanese president is van Armeense afkomst.
-Ook andere volkeren van uit voormalige Assyrische, Perziche, Griekse, Romeinse, Byzantische, Mamlukse, Othemaanse, Franse rijk hebben hun nazaten in Libanon gelaten. 

#1309
Izwan;
De beschavingen worden niet ontkent. Er zijn nog steeds sporen te vinden die in Europa overgebleven zijn van de Moorse en Othemaanse tijd.
De huidige Spanjaarden zijn bewust er van en gaan goed mee om.
En dat geldt ook voor Oost-Europese volkeren.

Toch is het verstandig om zaken te erkennen:

- Wij Marokkanen (van tegenwoordig) zijn nog steeds welkom in Spanje (bijvoorbeeld). Vele Marokkanen hebben een nieuwe leven gevonden en zij zijn gelukkig in dat land. Met behoud van hun taal, religie en cultuur.
De andere Marokkanen die elders verblijven mogen ongestoord door Spanje reizen. En dat is prettig.

Dat geldt ook voor de Turken, Koerden, Irakezen en andere Moslims die door voormalige Othemaanse rijk reizen.

- De wereld draait door en de macht wisselt steeds van ene Rijk tot andere. Meestal is de sterke Economie het bewijs.

Wij hoeven de geschiedenis niet te vergeten en wij kunnen ook niet blijven staan in het verleden.

Het is van belang om lessen uit te trekken en verder te gaan en onze land beter te ontwikkelen.

Over Iran: behalve nuclaire kennis, kunnen ze toch ook op andere kennis richten. Laat ze verpakkingsmachines maken, computers, high-tech, landbouw en voedsel machines en andere dingen ( wat bijv. Japan en Korea aan het doen zijn) .

Ik vind die gebrul van die Ahmanidjad bullshit. Volgens mij speelt hij een eigen spel en dat wel samen met de wereld Elite. En hij misbruikt gewoon de religie.
Als hij werkelijk een goede Moslim is , dan zou hij zijn volk gewoon terug moeten nemen.

- Nogmaals de Islam wordt te veel misbruikt door de media, politici en andere gekken. Enkel voor de macht of om aandacht te ontrekken van echte problemen. ( de problemen waar het gewone volk mee zit en die de elite gewoon negeert ( of beter gezegd : er aanverdient))

#1310
Citaat van: TheCFO op 06/11/2007 om 14:57:13
[
Eens en hoewel het verleidelijk is om de geschiedenis van  632 AD tm 1683 AD voor te stellen als eeen strijd tussen christenen enerzijds en moslims anderzijds, is dat ieg voor de 'christelijke kant' van de oorlog een gotspe. Keizers (romeins en byzantijns) koningen (van frankrijk of engeland) pausen (Rome of Avignon) gingen rollebollend over straat en bevochten en bestolen elkaar waar zij maar konden. Ook bij hen zou de christelijke leer leidend of inspirerend geweest moeten zijn, maar zelf denk ik dat financiele motieven duidelijker aanwezig waren. Ik ben zo vrij aan te nemen dat de situatie aan 'de andere kant' vast vergelijkbaar was.

Financiele motieven zijn vaak het doel geweest voor oorlogen en onvrede en vernietigingen van andere beschavingen. Hoe meer men over geld kon beschikken hoe meer men macht kon oefenen en bepaalde positie in de maatschappij kon bekleden.
Helaas werd en wordt de betekenis van religie misbruikt om het gewone volk tot onderschikking te krijgen.

En dat is inderdaad ook al geweest ''aan de andere kant'' ( de islamitische landen) en het gebeurt vandaag nog.

#1311
Plaatsen / Re: Gzenaya dorpen en steden
06/11/2007 om 15:00:53
De meeste mensen kiezen er voor om een huis te bouwen in de buurt van een ''weg''. Zo is Qasita in belangstelling gevallen van de mensen uit de buurt. De meesten willen aan de ene kant in de buurt van hun famillie en grond zijn en aan de andere kant profiteren van infrastructuur zoals : geasfalteerde weg, Elektriciteit, telefonie, leidingwater, onderwijs en gezondheidszorg. Wat al in de dorpen schaars is.

- Riffijnos: de bovenstaande kaart wat je hier geplaatst hebt is goed gedetaileerd. Heb je de rest van Aith Touzine en wil je het hier plaatsen ( topic Aith Touzin)
Alvast 3afak.
#1312


In dit boek meldt Juan Pando de inzet van verschillende gifgassen, o.a. Mosterd gas, tegen de Riffijnen tussen de jaren 1920 - 1930.

Wie heeft dit boek gelezen en kan iets over vertellen?
Is dit boek in het Engels of NLs verkrijgbaar?

www.es.wikipedia.org/wiki/Juan_Pando


#1313
Islam is een religie. Beschavingen zijn meer op politiek, handel, militair, cultureel, wetenschap en andere bezigheden van de mens ontstaan.

De invloed van de Islam op die politici , handelaren, militairen, cultuur-mensen, wetenschappers enz. kan misschien een inspiratiebron zijn geweest, toch wil het niet zeggen dat dat voldoende was om iets te bereiken. Het vraagt om meer studie en werk. Enkel stelt de Islam de grenzen en de regels waar de mensen zich aan moeten houden.
#1314
Taal / Re: Dierennamen
02/11/2007 om 14:15:35
De discussie over Feniciers hebben we reeds behandeld. Er staan meer   topics open, waarin wij kunnen reageren.

- Het woord Akidar / Ikidarn, dat wij ( irifiyen) gebruiken voor het gewone paard, komt ook over een met het Latijnse woord ''Equidae'' , dat paardachtigen in het NLs betekent. http://nl.wikipedia.org/wiki/Equidae

Zo zullen meer woorden zijn die de volkeren van het Middelandsezee samen gemeen hebben. En dat is niet vreemd.
#1315
Citaat van: *-RiFFijn0s-* op 30/10/2007 om 14:46:02
Azul,
Azul,
Het is zeker de moeite waard om door te nemen. Wat ik niet wist was dat er voor 1850 mensen naar Algerije vertrokken. Terwijl ik uit verhalen van mijn famillie wel kon uithalen. Wij spraken vaak over ''xedju'' ( het vertrek zonder terug te komen)
Ik heb  ook verre famillie die naar Algerije destijds zijn geemigreerd.
Ook heb ik helaas een conclusie getrokken uit dit bovenstaade stuk getrokken. nl: Een Riffijn is geboren voor de emigratie.

- ook was ik niet op de hoogte gehouden over het verblijf van vorige Algerijnse President Houari Boumadyan in Azghenghan. http://fr.wikipedia.org/wiki/Dar_El_Kebdani

waar Algerijnse verzetsbeweging ALN zich verzamelde en trainde. De huidige president Boutafliqa nam ook deel aan. http://fr.wikipedia.org/wiki/Abdelaziz_Bouteflika

#1316
vertaald met: http://babelfish.altavista.com/babelfish/tr

En mijzelf.

Print het en lees het door.

vragen of aan/ op-merkingen reageer ik graag op. 
#1317
De cultuur van de emigratie of de culturele aspecten van de emigratie:

In hun poging om de droom te verwezenlijken, ondersteund door een denkbeeldige en nostalgische visie, van de vrij fortuné terugkeer om goed aan het land te leven, bevinden de emigranten zich, in hun buiten medeweten van, bezig om hun land te veranderen(36). De demonstratie wordt door de gevolgen voor de redevoering van jonge Nadorianen (betreffende met name hun eigen projecten van leven), voor de viering van de huwelijken, en tenslotte voor de betrekking tussen emigratie en de concurrentie gegeven erover. Alle potentiële migranten ontwerpen projecten in functie van hun waarneming van de andere landen. Niettemin de buitenlanders werden niet gezien zoals een homogene en eenvormige ruimte: een verschillende visie bestaat wel degelijk voor elk Europees land. Deze verschillen markeren de projecten van de kandidaten voor de émigratie. Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Italie hanteerden niet  dezelfde "waarde", zelfs wanneer al deze landen positief worden gepresenteerd. Derhalve is dit onderscheid opspoorbaar in hun redevoeringen, afhankelijk van "de beelden" die door de vluchtelingen worden vervoerd, zelf, aan het voertuig van hun terugkeer voor de vakantie(37).
Daarentegen zijn de jongeren van Nador, zoals in de rest van Marokko, kritisch aan de autoriteiten van de Marokkaanse gemeenschap. De oppositsie doet zich tussen het verwerpen van kritische werkelijkheid in Marokko voor en het onderzoek bereidt de afloop elders aldus de kandidaten voor om het gevecht van hun leven te trotseren: de gezaaide haat, fysische en symbolische grens tussen deze twee werelden overschrijden, en een plaats laten zich elders om zijn plaats bij zichzelf en in Marokko te hebben. Vaak vermeld in de redevoeringen van de jongeren betreffende emigranten, spreken de waarden, van democratie en recht op werk bijvoorbeeld, die aan Europa worden toegekend, de politieke dimensie van hun geleefde leven en ondertekenen eveneens een bekentenis van de zaak. Aldus volgens Chattou, door een vennootschap aan hun beeld te eisen, deze jongeren, die tegen de waarden  die in hun land worden bepaald, ontwikkelen een gevoel van verwerpen jegens hun vennootschap en bevinden zich in conflict met hun eigen traditionele waarden weer door het overnemen van tradities van de westerse gemeenschap .(38).
#1318
De eerste fase: Begin van de jaren zestig (1960) tot en met 1973.

Eerste Riffijnen die naar Europa geëmigreerd zijn. Waren de  de vroegere werknemers in Algerije, die hun werkgevers terug vonden, die in de landbouwsector in Corsica en in andere delen van  Frankrijk opnieuw werden geïnstalleerd. Volgens de onderzoeken die door R. Bossardá worden ingesteld, blijkt het eerste vertrek omstreeks 1958-1959, later heeft enkele getuigenissen welke dit versterkt werd naar aanleiding van de  de opstand van 1958-1959 verzameld, die de Marokkaanse overheid de opdracht heeft gegeven om de paspoorten aan Riffijnen te verstrekken die zich reeds in Algerije werkten om naar Europa te vertrekken. Veel inwoners van het gebied van Nador gingen naar Algerije om een paspoort bij Marokkaans consulaat aan Oran te verkrijgen. Dat was veel gemakkelijker en sneller dan een paspoort  aan te vagen in Marokko. De Riffijnen hebben niet gewacht op de handtekening in juni 1963 van de overeenkomst van de Franco-Marokkaanse handarbeiders. Hetzelfde jaar heeft  Bondsrepubliek Duitsland een rekruteringsovereenkomst van de Marokkaanse handarbeiders ondertekend met Marokko, er zijn verschillende redenen die de keus van Duitsland uitleggen om Marokkaanse arbeiders in dit gebied in het bijzonder te rekruteren. Er is een aandeel, de Marokkaanse overheid die een zekere prioriteit wilde geven, de deur van emigratie openen aan Riffijnen als middel om de economische crisis te verlichten waarvan het gebied vervolg na de gebeurtenissen van 1958 leed zoals wij reeds hebben uitgelegd en eveneens om het gebied van deze storende elementen te ontdoen. De andere vertrekt, de Duitse ondernemingen kochten het ijzererts van de Spaanse Maatschappij van de Mijnen van het Rifland en hadden een zekere kennis van het gebied. Deze eerste emigratie groepen die naar Duitsland zijn vertrokken, waren als het ware pioniers die vervolgens contracten voor hun landgenoten hebben kunnen verschaffen. In 1964 heeft België van zijn kant met Marokko een overeenkomst ondertekend om arbeiders te rekruteren om in de mijnen te werken. Wat de overeenkomst van de handarbeiders met Nederland betreft, werd zij laat, in mei 1969 tijdens de eerste fase, de vluchtelingen afkomstig van de stammen van Temsamane ondertekend, Gezegend Aith Oulichek, Gezegend Aith Touzine en Zegenen Aith Said zijn voornamelijk in Frankrijk vertrokken, terwijl die van de stammen die aan het oosten, Gezegend Aith Chiker, Gezegend Aith Sidel, Mazouja en Kebadna worden gelocaliseerd, zich hoofdzakelijk in Duitsland hebben gevestigd. De grote geografische mobiliteit kenmerkt Riffijnen die aan boord waren in andere Europese landen, zoals Frankrijk, hebben geleefd alvorens zich in Duitsland of in Skandinavië te vestigen.
Op dat moment is de gemeenschap van vertrek homogeen. Het emigratie dominerende profiel was van mannelijk soort, tijdelijke werknemer, individueel (werknemer die niet met zijn familie gepaard is gegaan), tijdens veroudering, vooral werknemer in de industrie-- en mijn sectoren. 8,4% alleen maar van de mannen het land uitgezet in Europa is getrouwd. Over het algemeen leeft hun familie die inn het land is gebleven, onder de verantwoordelijkheid van een nabije ouder (mannelijk). Niettemin verlengt deze situatie zich, de sluiting van de Europese grenzen die, bij de emigranten, geen verandering van strategieën tot gevolg hebben gehad, die wij gaan uitvoerig beschrijven.
- De tweede fase: De sluiting van de Europese grenzen (1973).
De sluiting van de Europese grenzen vanaf  1973 hebben niet de stroom immigranten afkomstig uit de oostelijke Rifland tegengehouden. Echter gaat de Riffijn aan om verplicht een andere bestemmingen te vertrekken die nog mogelijk zijn of andere manieren  te zoeken die leiden tot vertrek naar een welvarende land. Hij zal aldus bepaalde overplaatsingen wat de demografische structuur betreft, beroepsactiviteiten kennen. De familiehergroeperingen die elk voorlopig migratieproject in definitieve installatie van de alle familie omzetten. Voor het geval van Riffijnse familiehergroepering dat hoofdzakelijk naar Duitsland en Nederland tot stand kwam. Volgens Paolo van Mas, is 60% van de Marokkaanse families die in Nederland tussen 1968 en 1990 zijn ingegaan, van de Noordwest-zone (Nador, Tetua'n, Al-Hoceima) afkomstig(31) . Deze familiehergroepering gebeurt op twee wijze: door de familie te plaatsen of door, in het land van afkomst, de vrouw te brengen die onlangs in het oorspronkelijke land in zomerperiode is getrouwd. Van dit nieuwe leven in familie volgt een evenwicht volgens geslacht en leeftijd van de demografische structuur van de gemeenschap van de emmigrant; het aantal vrouwen  stijgt aanzienkelijk, zoals volgens  een indicatie van het statistische register van het Marokkaanse consulaat in Frankfort, terwijl tijdens de jaren 70, het percentage van de vrouwen niet eens  15.5 %, en  46% in 1980 (32)bereikt. Men is bewust  van een verjonging van de bevolking en een diversifiëring van de beroepsactiviteiten. Gelijktijdig ondergaat een verandering in de bezette soorten arbeidsplaatsen: men gaat de  mijnsector en van staalsector tijdperk voorbij van de  jaren 60 en de stijging van de arbeidsplaatsen onder emigranten in de tertiaire sector vanaf 1980 betekent kwam tot een val. Deze evolutie van het migratieproject bracht voor de Riffijn naar een min of meer permanente woonplaats van de alle familie in het buitenland geen ontspanning van de banden met het afkomstige gebied: de frequentie van de terugkeer handhaaft zich en de investeringen in vervoersmogelijkheden  worden door anderen , meer productief, in verschillende sectoren van stads economie afgelost.


Effect van de emigratie op de gemeenschap van oorsprong.
  De analyse van het effect dat het migratieverschijnsel sorteert op de oorsprong van de  gemeenschap maakt het mogelijk om beter invloed te omlijnen dat de economische veranderingen uitoefenen op het systeem van sociale betrekkingen. Het is omdat de activiteiten in verband met de emigratie steeds meer stedelijke ruimte in Marokko veroveren dat de uittocht uit het plattelands sdoorgaat  en dat de steden een anarchische ontwikkeling  kennen;. In het geval van de provincie Nador, de studies die op dit gebied bestaan betreffen hoofdzakelijk impact van emigratie op stadsgebied (de stadsgroei)(33). Terwijl de culturele kant afwezig blijft zolas in de studies van David a. Mcmurray , die enkele aspecten van dit verschijnsel behandelt.
Ondanks de moeilijkheid om te erkennen, is er slechts één specifieke rol voor de emigratie, de uitbreiding van de stadsstructuren hoofdzakelijk te wijten aan de combinatie van interne (plattelands-stads) en externe factoren (Rifland-Europa). Bijvoorbeeld, door in transprt en vervoer te investeren, de Riffijnse vluchelingen van oorsprong  te bevorderen om het platteland te bevolken en hun familie uit de stad te houden. Die inn het dorp is gebleven. Hoofd investeringen  van de emigrant is de aankoop van een huis of stuk perceel of  terrein voor de bouw, op verschillende jaren, de huisvesting beperkt zich waarmee het gebruik  hoogstens tot een zomerbezigheid van enkele weken beperkt. Deze praktijk gehoorzaamt minder aan een logica van materiële rentabiliteit dat een sociale en symbolische economie. Deze verschijnselen hebben evengoed belangrijke gevolgen voor de plaatselijke economie als op ranschikken van de stadsruimte. De gegevens van uit de studies die  door Berriane en Hopfinger hebben uitgewerkt, Verduidelijken vele gevolgen van de dynamica van de emigratie voor plaatselijke economie. Aldus op een totaal van 1700 handel, verzekert 77% van de eigenaars te zijn of emigranten op het moment van de enquête geweest zijn. Over het algemeen wordt het beleid van hun handel aan een gezinslid toevertrouwd. Voorts onder interviuews die onder aantal emigranten hebben verzekerd, is 60% niet afkomstig uit de stad Nador, maar nabije stammen wat Zegenen Chikar of Zegenen Sidel(35).
Snel is Nador de stad geworden die door de vluchtelingen voor de terugkeer en de bevoorrechte plaats van hun investeringen wordt gekozen. De ene vertrekt, de bouwnijverheid wordt dynamisch gemaakt, de andere  vertrekt het verbruik en de macht handel van de huishoudens genieten direct van deze injectie van aanvullende inkomsten. De overdracht van de valuta door de emigranten is een levensmiddel voor talrijke families geworden. Eens gewaarborgd de fundamentele behoeften van het leven, worden de inkomsten afkomstig uit de emigratie uitgegeven om aan de behoeften van verbruik in industrieproducten te voldoen. Dat wat n’est niet zonder d’importants veranderingen te veroorzaken op het niveau van de behoeften en de consumptiegewoontes. De valuta die door de emigranten worden overgebracht, worden niet alleen in het dagelijkse verbruik en de bouwindustrie, maar ook in commerciële projecten geïnvesteerd, waarvan het beleid vaak aan een zoon of een broer wordt toevertrouwd. En het aantal handelaars houdt zich sinds de jaren zestig sterker in grote souks op.

#1319
L’Anuario Estadístico van 1942 schat  beschikbare Marokkaanse handarbeiders in de Spaanse zone voor de emigratie aan 40.000 arbeiders in het plattelandsmilieu en op 6.000 in de stadskernen. Deze jaren van hongersnood hebben eveneens een beweging van uittocht naar Gharb en naar het gebied van Loukos en Jbala tot gevolg gehad. " Naar Tetua'n, Tanger, Larache en op de Atlantische kust, vinden wij verschillende families schriftelijk van Riffijnse oorsprong", Perez in 1948(24). In 1957 D.M. Hart in Tanger,  duidde aan dat  de groep van Riffijnen geschat worden tussen 25 of 30.000 personen, gekomen voor het merendeel " te voet en half-gestorven van honger in 1945"(25).
Dit verschijnsel heeft de  Riffijnen toegelaten om zich in contact met de koloniale economie te zetten. Het werk, bij de Franse kolonisten in Algerije, was de eerste bekende vorm van salariat door Riffijnen. De impact van deze emigratie op de Riffijnse gemeenschap blijkt vanaf het begin van 20ste eeuw: "De Marokkanen, die in het begin de producten voor alle eerste noodzaak kochten, ontstonden van de behoeften dank zij  relateren van hun verblijf in Algerije: zij oefenden hun macht uit via  koop en verkoop ( consumptie)  "(26). De bedragen in geld gerelateerd in Het Rifland dienden als complement van hulpbronnen. Zij lieten eveneens enkelen toe om toegang tot het land te verkrijgen. Naar onze mening waren de gevolgen van deze emigratie voor de Riffijnse gemeenschap even belangrijk als die veranderingen die door de Spaanse kolonisatie werden doorgevoerd. De kolonisatie heeft aan dit verschijnsel van dit verschijnsel deelgenomen, door een groot aantal boeren van hun land te beroven zonder een belangrijk aantal ter plaatse te creëren in de landbouwnijverheid. Voor de Spaanse kolonisatie, had deze emigratie een seizoenkarakter, de verblijfsduur van Riffijnse bedroegen maar kort van drie tot vier maanden, maar gedurende de koloniale periode, begonnen de verblijven langer te zijn. Zoals de Heer Pascalet erover getuigt, eerste Vice-Voorzitter van de Kamer van Koophandel van Oujda "deze uittocht begint in Het Rifland vanaf het eind van  van mei en duurt van vier tot vijf maanden. De beëindigde oogst, wijden zij zich aan het werk van de wijngaard of zich te bewerkstelen in de ondernemingen van andere producten en of  op de wijnoogsten te wachten. Zij keren niet bij hen terug tot september. Enkelen, zeer zeldzaam, blijven in Algerije om  de wijngaard van onkruid te ontdoen"(27) . Maar zij hebben altijd het contact met hun land (famillie) gehouden. Aan omloop van rol en aan de kosten van de groep, keren zij bij hen terug om hun familie en hun betreffend hun economieën en deze van de andere leden van de groep te gaan zien. Deze afgevaardigden, echt "rekkas" of "bouchta" (vervorming van de Franse termijn de post) die verschillende retourtjes tussen Algérije en Het Rifland deed. Aan Misserghin, dichtbij Oran, ontstond er een dorp dat bijna volledig door Riffijnen werrd gevormd, die definitief in het land worden bepaald. En dank zij de beweging van heen en weer gaande mensen  tussen Het Rifland en Algérije, waren de belanghebbenden meer in contact met de actualiteiten en dus ook over het nieuws van hun thuisfront in Het Rifland. Derhalve vormde het feit om te leven samen een gunstige factor voor de handhaving van de betrekkingen met hun land. Het leven verenigde hun  ervan dat  hun toelieten  om economieën te verwezenlijken. Na al dit gaf , volgens verschillende getuigenissen, de Riffijn de helft van zijn loon aan het voedsel in Algerije uit en relateerden andere helft aan zijn stam ( famillie) uit. Behalve het voedsel, deden de Riffijnse arbeiders  geen enkele aankoop in het binnenland  van het Algerijnse grondgebied: De eerste aankopen vonden in Oujda plaats. De bedragen in geld (valuta) gerelateerd elk jaar in Het Rifland worden geschat op ongeveer 50 miljoen frank in 1932(28). In 1952 spreekt de Heer Counil van een  miljard frank. Het bedrag dat door elke arbeider in zijn stam wordt gerelateerd, wordt geschat op 27.000 frank in 1952, door  basis van een gemiddeld loon van 300 frank per dag voor een verblijf van zes maanden per jaar te nemen: (300 x 30 x 6)/2 = 27.000 frank(29). Deze bedragen in geld die meegenomen werden uit  Algérije hebben enigszins de manieren van verbruik in het Rifland en de acceptatie van de soorten wisselkoersen een kapitalistische aard gegeven . Het ging voor bepaalde periode economisch goed in het Rifland. Maar nadien waren er verschillende factoren die het aantal afwisselende emigranten van de ene  jaar op de andere lieten en dus ongunstig voor het Rifland en de Riffijnen :
De oogsten in Het Rifland, de concurrentie van de andbouwmachines, de politieke gebeurtenissen, de administratieve maatregelen, en de economische crisissen.

Maar door de onafhankelijkheid  van Algérie in 1962, kwam een einde aan de vastgestelde emigratie . Dat heeft zeker een daling op het moment  op gang gebracht. Van de oorlog van Algerijnse bevrijding vanaf 1952 gekend. Men moet bij deze gelegenheid erop wijzen dat vele Marokkanen van dit gebied Moujahidines Algerijns in hun bestrijding van de Franse kolonisatie hebben geholpen. Het lange verblijf van Houari Boumediene in het kleine dorp van Segangan ( Azghenghan) dichtbij Nador aan het einde van de jaren vijftig is in dit geval zeer belangrijk geweest. Het einde  van deze beweging op het moment van onafhankelijkheid  van Algérije heeft rampzalige gevolgen gehad voor het gebied. Dit werd met de economische, te wijten moeilijkheden vanaf de Spaanse kapitalen samengevallen. Snel heeft deze migratiestroom een andere richting  genomen om zich naar de landen van het Europese Noord-Westen vanaf de jaren zestig te leiden.


De Emigratie in Europa: die voorlopig duurt  De studies betreffende het migratieverschijnsel in dit gebied zijn talrijk, zij betreffen met name de gevolgen voor de economie en urbanistisch van emigratie in de provincie Nador(30). Na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 en Algérije in 1962, geregelde ontsluiting naar Algérije tegengehouden was volledig en plotseling, heeft dat schadelijke gevolgen gehad voor de economische en sociale situatie in het gebied in kwestie. Aan de oorzaak van  die slechte economische situatie die het gebied overstak, te wijten aan de problemen die  met de zuidelijke zone van Marokko gaf dat onder het Franse protectoraat was.Viel dat samen met een sterke vraag naar  handarbeid in Europa . De Marokkaanse overheid heeft dit gebied wat veel aan de arbeidsovereenkomsten in de landen van Europa van het Noorden betreft aantrok, bevoorrecht teneinde de situatie te verlichten en ook een einde maken aan gevolgen van de sociale spanningen en politieke spaningen die het gebied kende aan de gebeurtenissen van 1958-1959 die een antwoord op  een rechtstreekse reactie van Riffijnen tegen onderdrukking en teleurstelling  waaraan zij werden gewijd. Het is  begonnen in dit verband die  dit verschijnsel dat tot dezer dagen voortzet en dat bredere afmetingen op verschillende niveau's heeft genomen. Chronologisch kan men twee hoofdperiodes onderscheiden gemarkeerd deze beweging; de eerste begint aan het begin van de jaren zestig en gaat zoals tot1973 en de tweede begint in 1973 en gaat tot vandaag toe.


#1320
Wij wijzen nogmaals erop dat deze statistieken die door de Algerijnse tellingen worden geleverd, het aantal Riffijnen niet alles en precies omvatten, maar ook alle Marokkanen die in het departement van Oran werden geplaatst . Na de tweede wereldoorlog, heeft dit verschijnsel een grote omvang genomen. De droogte en de hongersnood van de jaren veertig hebben het aantal  emigranten op een spectaculaire manier doen verhogen. Wij hebben meer informatie over deze periode dank zij "Anuarios Estadísticos van zona van Protectorado Español in Marruecos" die jaarlijkse inlichtingen en statistieken over deze emigratie verstrekten. Deze jaarboeken presenteren het aantal vertrek en terugkeer van de emigranten, die door stam en volgens geslacht worden ingedeeld. Nochtans lijken deze statistieken onder - geëvalueerd, rekening houdend met het feit dat de beweging moeilijk was om te controleren en dat de inlichtingen betreffende bepaalde stammen niet regelmatig werden verstrekt. Bovendien bestrijken deze gegevens een beperkte periode van de geschiedenis van deze beweging. 1941, jaar van de grote hongersnood in Het Rifland, heeft de grootste migratiestroom naar Algérije gekend: meer dan het kwart de mannelijke bevolking van bepaalde stammen van de oostelijke Rifland bevond zich in Algerije, zoals het de volgende tabel toont:
Het percentage de arbeiders die door verslag over de mannelijke bevolking van bepaalde stammen van de oostelijke Rifland in 1941 hebben geëmigreerd.
Stam ->  Emigranten -: mannen -/ Mannelijke bevolking van emigraten
Temsaman -> 1.567 -: 7.504 -/ 20.8%
Aith Saïd -> 1.544 -: 5.617 -/ 27.5%
Aith Touzine -> 1.193 -: 8.246 -/ 14.5%
Tafersit -> 301 -: 1.636 -/ 18.4%
Totaal -> 4.605 -: 22.999 -/ 20%

De bron: Anuario Estadístico van Zona del Protectorado 1942.

Verder moeten wij rekening houden met de emigranten naar de Populaire Tanger en Ceuta en andere gebieden van Marokko en Spanje.